blog | werkgroep caraïbische letteren

Licht als leid/lijd motief

door Helen Chang

De Lichtkamer is een spannende roman die zich grotendeels afspeelt op Curaçao. In een heldere schrijfstijl schetst Henriette de Mezquita (1930) het leven van enkele bewoners.
De lichtkamer is de röntgenkamer van De Kliniek op Curaçao waar een Nederlands radiologenechtpaar werkt. Uit röntgenfoto’s blijkt volgens het echtpaar dat alles in orde is met Martha, de dochter van Ana. Bij een second opinion in een ander ziekenhuis blijkt Martha een grote borsttumor met uitzaaiingen te hebben. Martha overlijdt, Ana sleept de radiologen voor de
rechter die slechts een waarschuwing geeft omdat het een eerste fout betreft. Ana’s zus Bets is jurist en die verdedigt de zaak van Martha.

Lichtkamer

 

Deze roman van Henriette de Mezquita (1930) bevat zes hoofdfiguren, in evenveel hoofdstukken wordt het verhaal verteld vanuit het perspectief van die personages, zij hebben op de een of andere manier een band met elkaar. De hoofdstukken die gaan over de zussen Ana en Bets hebben één ik-verteller: de ene keer Ana, de andere keer Bets. Deze twee oudere dames bedenken een plan. Monchi, de tuinman van het echtpaar, overlijdt nadat zijn vrouw die voor de radiologen werkt, tevergeefs om hulp van haar werkgever vraagt. Van universiteitsdocent Frans kunnen de radiologen de foto’s niet juist interpreteren, waardoor hij komt te overlijden aan een zeer agressieve vorm van kanker. Met al deze medische missers is het begrijpelijk dat het thema wraak(neming) is. Een belangrijk motief is brua, bovennatuurlijke krachten. Shirley maakt daarvan gebruik om de man van Martha te krijgen. De vrouw van Monchi gebruikt brua om haar werkgever te doden.
Dit spannende verhaal speelt zich voornamelijk af op Curaçao. Verder in Nederland wanneer Ana daar moet zijn voor onderzoek, en wanneer de kleinzoon van Bets op het punt staat naar Curaçao te gaan. Zo gaat de roman over een familie, maar wel diverse generatie. Ook Suriname wordt op drie bladzijden genoemd, want Bets krijgt een kind met een Surinamer die ze tijdens een werkbezoek leert kennen. Het verhaal heeft twee tijdlagen: het heden en het verleden. In het heden in hoofdstuk 1 (De zussen) gaan Ana en Bets uit huis. ‘Het is tijd, we moeten gaan.’ Waarvoor het tijd is blijkt pas uit het laatste deel van het boek. Hoofdstuk 8 (Finale) is het vervolg van het heden, van hoofdstuk 1. Dan pas blijkt wat het plan van Bets is, een plan waarin bijna alle verhaalfiguren terugkomen en waarin op een wrede manier wraak genomen wordt.
Niet altijd zijn de beschrijvingen even consequent. Over de radiologe staat op bladzijde 83: ‘Zij voelde zich op het eiland thuis, maar dan alleen in kringen waar de Europese Nederlander, waartoe ook zij behoorde, zich bewoog. Donkere mensen vond zij eng. Onberekenbaar en onbetrouwbaar. Bovendien hadden ze vaak een onaangenaam etensluchtje om zich heen hangen.’ Dit is compleet tegenstrijdig met bladzijde 107 – 108: ‘Op Curaçao kwam mevrouw (de radiologe HC) erachter dat zij zich aangetrokken voelde tot rijzige, gespierde zwarte mannen.’ Op een gegeven moment heeft ze zelfs twee jonge gekleurde minnaars. Hebben we het hier over dezelfde vrouw? Of heeft ze twee kanten, die ze laat zien afhankelijk van het gezelschap waarin ze verkeert?

 

[uit de Ware Tijd Literair, 7-8 mei 2016]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter