blog | werkgroep caraïbische letteren

Levenslang door seksueel misbruik (2 en slot)

door Mineke de Vries

Na de ervaringsverhalen van seksueel misbruik in de katholieke kerk op Curaçao (deel 1, zie hieronder) roept journalist Robert Chesal – die het misbruik grootschalig aan het licht bracht in 2010 – op tot de erkenning van de slachtoffers. Zelf slachtoffer van misbruik weet hij dat erover praten de enige mogelijkheid is tot herstel.

Kinderen die martelingen ondergingen terwijl een broeder naast ze een boek zat te lezen. Of kinderen die wekenlang in eenzame opsluiting in de kelders van een internaat doorbrachten. De intense eenzaamheid maakte dat ze bijna blij waren met het gezelschap van een geestelijke die ze ‘s nachts bezocht en liefkoosde, zo verlangend naar menselijke nabijheid in hun eenzame opsluiting. De onvoorstelbare verwarring, het schuldgevoel en het emotionele drama waaraan een kind wordt blootgesteld, betekent een levenslange lijdensweg.

Keep it happy

Het feit dat misbruikschandalen in de katholieke kerk vanaf 2010 boven tafel zijn gekomen, dat mensen hun verhaal kwijt konden, heeft gemaakt dat er enige verlichting kwam. Robert Chesal: “Wil er sprake zijn van genezing dan dient er eerst erkenning te komen voor de beschadiging die is opgelopen. In de meeste gevallen zijn de daders onvindbaar, waardoor het probleem nooit face to face besproken kan worden. Veel slachtoffers hebben de pijn toegedekt en verstopt, maar pijn toelaten is de enige manier om vooruit te komen.”

Veel slachtoffers in Nederland hebben zich na 2010 kunnen uiten en zijn daardoor individueel een stuk opgeschoten. In een maatschappij als die van Curaçao is het niet zo gebruikelijk te praten over zaken als deze. Chesal:  “Ik herken dat uit mijn eigen jeugd in Florida; op Curaçao kreeg ik hetzelfde gevoel. De code is: Keep it light, keep it happy, blijf lachen, alleen maar de succesverhalen. De altijd maar sterke buitenkant, de machocultuur. Ik heb me altijd afgevraagd hoe het kan dat macho’s zelf niet kunnen zien hoe ‘zwak’ ze zijn. Voor mij zijn de sterkste mensen diegenen die toegeven dat ze ook zwak zijn.”

Je komt de pijn niet voorbij als je deze niet eerst erkent. Daarbij komt dat de kerk zelf een geheel eigen code heeft van hoe je met pijn omgaat. “Daar zijn rituelen voor met gekunstelde taal, wazige beelden, restricties en biechtgeheimen. Hierdoor help je niemand vooruit in zijn proces.”

Opgeheven hoofd

Hoe moeilijk het ook is om toe te geven dat je slachtoffer bent, Chesal roept ook de mensen op Curaçao op om de slachtofferrol te erkennen om vandaar uit te werken aan herstel, wat ieder mens verdient. Emancipatie van het slachtoffer, waarmee hij bedoelt dat je zonder gêne kunt zeggen dat je slachtoffer bent. Het is geen schande, zoals vaak wordt gedacht, maar dan moet wel het emotionele eraf, volgens Chesal. “Zie het als feit. Je kunt met opgeheven hoofd zeggen dat je slachtoffer bent, als onderdeel van het grotere geheel van wie je bent. Je hoeft je hoofd niet te buigen, je niet als gebrandmerkt mens te gedragen. Als je de pijn van het misbruik in de kerk maar ook andere pijn op maatschappelijke schaal toelaat, kom je als persoon, maar ook als land in zijn geheel verder.”

Hij trekt het breder dan alleen het seksueel misbruik, omdat zoveel mensen zijn gekweld. “In vele naties, in vele mensen zit zoveel pijn die niet erkend wordt, daarvan zijn tal van voorbeelden. Om maar heel dichtbij te blijven, het slavernijverleden; de pijn van het kolonialisme wordt slechts mondjesmaat erkend en blijft generaties lang doorspelen. De één zegt dat het nu maar eens over moet zijn, de ander voelt nog altijd de pijn. Beide uitgangspunten zijn waar, maar spreek je het niet uit, blijft het op elkaar botsen.”

Eén keer excuus aanbieden volstaat niet, maar pas als de erkenning permanent aanwezig is in de maatschappij komen we als geheel vooruit, pas dan is er een mogelijkheid dat een taboe op welk vlak dan ook wordt doorbroken. “Het probleem lijkt dat als iedereen slachtoffer is, niemand het is. Ik bedoel daarmee dit: toen de joden na de oorlog terugkwamen, was er geen ruimte om te luisteren naar individuele verhalen, omdat iedereen gepijnigd was. De pijn van al die mensen gaat ondergronds een eigen leven leiden.”

“Maar ook ontkenning kan een rol spelen, bijvoorbeeld zoals ze in China met gehandicapte kinderen omgaan. De maatschappij wil het niet weten, dus ze worden ofwel weggestopt, ofwel je doet net of het kind normaal is. Ontkenning en afwijzing enerzijds of geen ruimte voor het individuele verhaal anderzijds houdt beide in dat er geen acceptatie is en dus ook geen weg naar genezing.”

Niet de mens verandert

Naast zijn dringende oproep om te praten over wat er is gebeurd ten tijde van het misbruik in de katholieke kerk van de jaren zestig tot negentig en de acceptatie van de rol van slachtoffer, benadrukt Chesal dat we ons bewust moeten blijven van het feit dat het misbruik niet uit de wereld verdwenen is. Het massale misbruik mag dan wel zijn afgenomen omdat de internaten weg zijn en er minder priesters zijn dan toen, maar dat betekent alleen dat de omstandigheden zijn veranderd, niet de mens zelf. Dat blijkt uit het feit dat er momenteel sprake is van veelvuldig misbruik in de sterk opkomende evangelische kerken. “Onder druk van snelle groei wordt niet voldoende aandacht besteed aan een gedegen check van mensen aan wie kinderen worden toevertrouwd. Datzelfde was het geval in de katholieke kerk die tussen circa 1850 (toen de katholieke kerk dezelfde status kreeg als de protestantse kerk) en 1950 een explosieve groei kende.”

Er zijn nog steeds recente verhalen van mensen die zijn misbruikt, misbruik van de laatste tien, vijftien jaar. In de nieuwe, evangelische kerken, maar ook in de katholieke kerk. Want waar bleven de verbannen paters? Het is bekend dat een pater die op Curaçao jongens verkrachtte, nu in Brabant werkzaam is. De familie van het slachtoffer houdt haar mond omdat die nog altijd afhankelijk is van het geld dat ze van de kerk ontvangt en ook het verantwoordelijke bisdom zwijgt erover.

Chesal: “Zo lang de economische macht van de kerk niet afneemt, zal de rol van de kerk blijven ingebed in de economie. We kunnen het celibaat alleen niet verantwoordelijk stellen voor het misbuik; het gaat om machtsverhoudingen en een blijvend vertrouwen in de goedheid van religieuze leiders. Een voorganger geldt niet als ‘normaal’ mens, maar geniet als charismatische leider meer vertrouwen en daarmee macht dan we op het eerste gezicht verwachten.”

Voorgangers hebben hoe dan ook, in welke tijd dan ook een bepaalde positie. Dat geldt niet alleen in de katholieke of de evangelische kerk, maar ook in de joodse gemeenschap waar Chesal zelf uit stamt.

Doorbraak naar eigen ervaring

De ervaringen die we beschreven in het voorgaande artikel deden wat met Robert Chesal. Zo betekende het verhaal van de Curaçaose Felida voor hem persoonlijk een doorbraak. Hij was onder de indruk van de moed van deze man om op zoek te gaan naar zijn dader. De vraag die de Curaçaose Cora hem stelde of hij zelf bereid zou zijn om zijn verhaal te vertellen als hij in haar schoenen stond, deed hem besluiten in zijn eigen verleden te gaan graven. Door alle verhalen kwam Chesals jeugd terug, waarin ook sprake was van seksueel misbruik. Deze ervaringen plus het feit dat hij in december 2010 op Curaçao was voor het optekenen van de verhalen, maakte zijn keerpunt duidelijk.

“In die hete natte decembermaand van 2010 werd ik teruggeslingerd naar mijn eigen jeugd in Florida, waar dezelfde broeierigheid heerste, er viel een deken van vochtige warmte over me heen.” De zoektocht naar seksueel misbruik in de katholieke kerk werd een zoektocht naar zijn eigen verleden, waarin hij ten prooi viel aan een pedofiel, een parttime muziekleraar op de joodse school. Deze Rick nam hem mee naar zijn huis, zogenaamd om daar gitaar te spelen, drogeerde hem om hem vervolgens te misbruiken.

“Ook hier gold dat er een tekort was aan mensen en zonder check werden er leraren aangenomen. Ook deze muziekleraar behoorde tot het ‘soort’ dat bewust werk opzoekt waar kinderen aanwezig zijn”, aldus Chesal, die wanhopige pogingen deed met de leraar in contact te komen, maar die tot op heden op niets uitliepen.

Troostprijs

In zijn in 2012 verschenen boek Een verzwegen verleden doet hij verslag van de zoektocht die begint bij het aan de kaak stellen van het misbruik in de kerk maar steeds meer zijn persoonlijke zoektocht wordt. Door deze zoektocht komt hij bovendien achter een pijnlijk feit: zijn vader blijkt niet zijn echte vader te zijn. Chesal zit op dit moment middenin de zich opstapelende emoties die alle zijn onder te brengen onder de noemer van de onuitspreekbaarheid der dingen, zoals hij het omschrijft.

“De onuitspreekbaarheid zit in het feit dat mijn moeder een relatie bleek te hebben buiten haar huwelijk, van wie ik het product ben, iets wat ze mij nooit heeft verteld. De onuitspreekbaarheid zit ook in het verdriet van mijn vader, die mij moest opvoeden, maar voor wie ik dagelijks het levende bewijs was van het overspel. Ik voel me een troostprijs, die het middelpunt is van liefde en verdriet. Ik ben gemanipuleerd door mijn moeder en probeer medeleven met haar te voelen, wat moeilijk is omdat zij inmiddels is overleden.”

Het feit dat dit Chesal is overkomen, heeft naar eigen zeggen gemaakt dat hij journalist is geworden “Ik wilde altijd speuren, altijd onderzoek doen omdat ik levenslang een basisgevoel had dat er iets niet klopte: someone is not telling me something.”

Trauma nooit weg

Zijn eigen ervaringen, de onthullingen over zijn verleden, maar ook de verhalen van zo vele beschadigde mensen is voor Chesal aanleiding zijn weg verder te zoeken in de journalistiek, ook na zijn ontslag in 2012 vanwege de reorganisatie van de Wereldomroep. Hij wil zich specifiek richten op zaken rond het menselijk lichaam, van seksueel misbruik tot euthanasie en de keuzevrijheid van vrouwen.

 “Een misbruikverleden sluit je nooit af als je de erkenning die je zoekt nooit hebt gekregen. Geen misbruikslachtoffer is er ooit mee klaar, je kunt het niet vergeten, het trauma gaat nooit weg. Het enige dat je kunt doen is er bewust mee omgaan. De onuitspreekbaarheid der dingen, dat is wat ik door de journalistiek bespreekbaar wil maken. Verhalen vertellen aan elkaar, kwetsbaar durven zijn, oog in oog staan met elkaar en van daaruit de acceptatie van mens tot mens, van volk tot volk.”

Robert Chesal – Een verzwegen leven. De dramatische waarheid achter de façade van een gewone familie.Bertram + de Leeuw Uitgevers, 2012, ISBN 9789461560957.

[uit Amigoe, zaterdag 25 mei 2013]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter