blog | werkgroep caraïbische letteren

Leven en werk van Guillermo Rosario (1)

Op vrijdag 14 maart j.l. gaf Libèrta Rosario aan de Universiteit van Amsterdam een college in de reeks Caraïbische Dromen van prof. Michiel van Kempen. Haar college ging over het leven en het werrk van haar vader, dichter en prozaschrijver Guillermo Rosario, van wie Libèrta vorig jaar een Nederlandse vertaling uitbracht van diens Papiamentu roman E Rais ku no ke muri. Vandaag deel 1 van haar uitgewerkte collegetekst.

door Libèrta Rosario

Goedemiddag allemaal,

Leuk dat jullie gekomen zijn bij dit college over Onsterfelijk, mijn vertaling van het boek E Rais ku no ke muri van mijn vader Guillermo E. Rosario en over de persoon Guillermo Rosario.

Ik zal jullie aan de hand van foto’s en verhalen meenemen op een reis door het leven van mijn vader Guillermo met de vraag: Wie was Guillermo Rosario?

Nr. 1 Het beeld dat ik als klein kind van mijn vader had, was dat van een strenge man, die bijna altijd achter zijn typemachine zat te schrijven en die nooit zomaar gestoord wilde worden. De eetkamer was vaak verboden terrein voor ons, zijn kinderen, wanneer hij thuis was. En als je het toch waagde langs te lopen en hem te storen dan moest je hem in ieder geval met drie woorden aanspreken, bijvoorbeeld ‘bon dia tata’, goedemorgen pappa. Ik kan me niet herinneren dat hij ooit hoorbaar iets terugzei. Maar het kon ook zijn dat ik zo snel voorbij liep dat ik geen tijd had om daar echt op te letten.

Nr. 2 Naarmate ik ouder werd, vond ik dat mijn vader toegankelijker werd. Hij had zijn territorium toen ook uitgebreid naar de ‘sala’, de zitkamer. Daar ontving hij zijn bezoek en werd hij ook vaak geïnterviewd. Op zulke momenten en als hij aan de telefoon was, leek hij erg ontspannen en hoorde ik hem soms zelfs hard lachen. De gesprekken gingen meestal over een door hem geschreven artikel, sport of politiek.

Nr. 3 In zijn jonge jaren was mijn vader een goede sporter. Toen hij op Aruba als timmerman bij de Lago werkte, was hij in zijn vrije tijd de ster van de voetbalclub RCA, waarvan hij de mede-oprichter was.

Nr. 4 Terug op Curaçao, wist hij als speler met verschillende clubs kampioen te worden, zoals met sportclub Ajax.

Nr. 5 Ook zijn organisatorisch talent kwam toen steeds meer tot uiting. Zo was hij mede-oprichter van de sportclub Ajax Curaçao en van de sportclubs Curaçao Deportivo en Independiente. Bij de laatste club leerde hij mijn moeder Elsa kennen. Ze vormden samen met Luis Daal, in het midden zittend op de foto, links van mijn vader en Rafael, broer van mijn vader, links staande op de foto, het eerste bestuur van Independiente Sporting Club. Mijn moeder was de eerste vrouw in het bestuur.

[Klik voor deel 2]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter