blog | werkgroep caraïbische letteren

Leuk boekje over Plantage Mariënburg

District Commewijne. Foto © Aafke Huizinga

door Benjamin Mitrasingh
In de boekhandel is een leuk boekje over de plantage Mariënburg te vinden, alleen schrik je onmiddellijk van de prijs van het boek. Dan is het grote boek van dr André Loor wel redelijk in de prijs. Een compliment verdient zeker de schrijfster van het boek Anne Blondé, maar dan moeten wij ook erbij vermelden dat zij bij elk volgend schrijfproduct van haar wel een nauwkeuriger eindcorrector moet raadplegen. Want het stoort bij het lezen wel enorm, als er bij het woord ‘suikerrriet’ de lidwoorden ‘de’ en ‘het’ door elkaar worden gebruikt. Het woord is ‘het’ suikerriet en dan mag de eenvoudige Toekijan Soekardi in zijn notities wel ‘de’ suikerriet’ hebben geschreven, maar dat mag hij, want het zijn zijn eigen aantekeningen die hij nu nog gebruikt als bescheiden toeristengids van de plantage. Die aantekeningen biedt hij niet te koop aan, wat Anne Blondé wel doet met haar boekje. Hierdoor krijgt haar boekje wel het predicaat van ‘wat zielig, maar wel een leuk boekje’.

Sommige fototeksten ontbreken helaas volledig in het boekje en de witte teksten op de foto’s zijn bijna onleesbaar. Want wie zijn de mensen op de foto op bladzijde 92. Die foto is gehaald uit een album van de man op de foto, die alles heeft vermeld behalve zijn eigen naam. Hij was agent op Mariënburg en ergens onthult hij zijn eigen borstbeeld.Als onderzoekster en schrijfster verdient Anne Blondé wel beter, omdat zij nu al een goed voorbeeld is voor alle politici van het district Commewijne maar vooral ook voor de onaantastbare geniale ‘luchtkastelenbouwer’ van de suikerplantage. In het boekje (bladzijde 54) krijgt het historisch onderzoek naar het massagraf van 1902 ook aandacht en wordt er ook vermeld: ‘de lichamen van de contractarbeiders werden begraven in een kuil met ongebluste kalk, wat het zo goed als onmogelijk maakt iets van hun resten te vinden’. Met deze conclusie heeft Anne Blondé een enorme ondersteuning gegeven aan het werk van het onderzoeksteam op Mariënburg dat steeds dichterbij komt van de juiste lokatie van het massagraf. Voor de boringen zijn nu langere verstelbare ‘Emperor’ assenstaal boren geleend bij de GMD. De archeologie en de Dienst voor Bodemkartering (DBK) werken namelijk met lichtere en kortere galvaanboren.

De foto’s en kleuren schema’s in het boek zijn heel mooi, maar waarvoor Anne Blondé samen met haar vrienden, zeker een dikke pluim verdient, zijn de uitgebreide noten en de gebruikte literatuur in het boek. Die maken het eindeloos zoeken naar de juiste bronnen, en zeker in Nederland, heel makkelijk.

In het verslag van het onderzoeksteam van Stichting Hindostaanse Immigratie zal je straks kunnen lezen wat het woord Mariënburg precies betekent, waar het vandaan komt en hoeveel slachtoffers er op 30 juli 1902 werkelijk ter plaatse zijn gevallen en hoeveel in het ziekenhuis op Mariënburg zijn overleden. Het is ook nog onduidelijk waar opeens de namen zijn verdwenen van de hoofdmoordenaar Budree en waar die van de verzetsleiders Hardat en Wongsoredjo? Als het boek de maand en het jaar van het onderzoek naar het massagraf van 1902 keurig kan vermelden, namelijk als juni 2013, wie gaat dan schrijven over de uitverkoop van Mariënburg en over de minachting en enorme verwaarlozing van de oud-Javaanse arbeiders? Dit proces begon al na de sluiting van de suikerplantage in medio 1985 en in 2013 was dit proces nog steeds in volle gang?

Als Anne dat niet doet, doen wij het wel. Want sinds 1980 praten we in Suriname over de maatschappelijke relevantie van wetenschapsbeoefening en dat stukje hebben wij gemist in het boekje. Jammer, maar de tijd zal ons hopelijk beter leren. Maar aan Anne en aan ‘kan’ Toekijan, in elk geval een heel hartelijk dankjewel voor hun mooi boekje! Stichting Cultuureducatie.

[van Starnieuws, 1 april 2014]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter