blog | werkgroep caraïbische letteren

Leren van geschiedenis 1 – Wat beoogt deze rubriek

door Hilde Neus

De titel van deze nieuwe wekelijkse rubriek is dubbelzinnig, of te wel ambigu. Dat is het mooie, maar ook het lastige van taal. Bepaalde woorden, zinnen of teksten zijn op verschillende manieren uit te leggen. Als we willen leren van de geschiedenis zullen we de keerzijde van de medailles ook in ogenschouw moeten nemen. En de dubbelzinnigheden.

Pamfletten uit de tijd van Wim Bos Verschuur. Foto © Michiel van Kempen

Een veel geciteerde uitspraak is: ‘We moeten weten waar we vandaan komen om te weten waar we naar toe gaan.’ Dat is al lang bekend, en daarom wordt het vak geschiedenis al op de lagere school onderwezen. Maar de makers van een curriculum (datgene wat leerlingen mee moeten krijgen) zitten vaak met dilemma’s: wat kiezen we als leerstof? Wat is het belangrijkste om aan onze kinderen te leren? En de stof omvat veel; zo is er de precolumbiaanse kennis van en over de Inheemsen, waarvan er maar weinig gedocumenteerd is, want zij hadden geen schrift. We halen die kennis uit tekens, voorwerpen of orale vertellingen. Maar die laatste zijn problematisch omdat ze moeilijk te verifiëren zijn. Bij verhalen speelt epische verdichting een grote rol; mensen voegen er elementen aan toe, of laten juist dingen weg. Wat van generatie op generatie wordt overgedragen, kan in de herinnering veranderen. Bekend is het geval van Karel de Grote, die zowel in Duitsland als in Spanje in dezelfde periode in de achtste eeuw een oorlog aan het uitvechten was. Onmogelijk natuurlijk. Toch zijn deze verhalen belangrijk, omdat het vaak de enige stem is die we te horen krijgen van onderdrukte groepen, die met een Engelse term ‘subaltern’ worden genoemd.

De oude Surinaamse archieven zijn opgeschreven door blanke mannen die deel uitmaakten van het gouvernement. Zij keken naar het hele kolonisatieproces en de slavernij vanuit een bepaalde, Europese bril. En als we nu bestuderen wat ze toen opschreven en hoe dat gebeurde, gruwen we daar vaak van. Toch is het belangrijk deze documenten te analyseren, en wel met een andere focus. Tegendraads lezen heet dat. Fluweel is een mooie stof met een pool. Als je de ene kant opstrijkt ziet het er dof uit, als je naar de andere kant strijkt glanst het. Zo kunnen we ook met oude teksten omgaan. We kunnen kijken wat er juist niet staat, en dat invullen. Dat kan niet zomaar, en dat kan niet iedereen, dat zou geschiedvervalsing zijn. Informatie die is verworden tot fake nieuws. Lang is er gezegd dat de stem van de slaven niet te horen was in de archieven. Hetzelfde geldt voor de stem van vrouwen. Wanneer je tegendraads leest, op zoek naar de subaltern, vind een volhardende onderzoeker die stemmen wel.

En wat doe je dan met die kennis? Het invullen van lege plekken in de geschiedenis kan op een geromantiseerde wijze, maar wel zodanig dat je dicht bij de realiteit blijft. Je kan niet over plastic praten als je het hebt over een man die in 1905 stierf. In literatuur kan er nogal eens wat over een held of koning verzonnen worden. Sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw is de geschiedenis gesocialiseerd, wat betekent dat er aandacht is gekomen voor mensen uit lagere klassen, die voordien niet in boekwerken terechtkwamen. Arbeiders, de gewone man van de straat, slaven, en ook vrouwen. Dit heeft een golf aan publicaties teweeggebracht.

En dan komen we bij de tweede betekenis van de titel van deze rubriek. Geschiedenis kan ook een reflectie zijn op de moderne tijd, waarin we nu leven. In ons land gebeurt veel wat we afkeuren, wat anders kan en zou moeten. Veel van deze zaken hebben een voorloper in vroeger tijden. Er zijn zoveel overeenkomsten, dat we ervan staan te kijken. Niet iedere burger kan zelf alle archieven inzien, het zijn er gewoon te veel. Zelfs nu vele stukken op internet staan en vrij toegankelijk zijn. Iedereen kan ze raadplegen, meterslang. Nederlandse beambten schreven veel op, en heel veel is bewaard gebleven.   

Als we in die archieven duiken, en de oude literatuur, komen we zaken tegen waaraan we ons kunnen spiegelen. En door van die geschiedenis te leren, kunnen we het in het heden beter doen. Deze rubriek zal dus een actueel deel van ons leven oppakken, en dat afzetten tegen vroeger. Dan kunnen we concluderen of we het wiel opnieuw aan het uitvinden zijn. Was het toen beter? Of niet?

Hilde Neus. Foto © Michiel van Kempen

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter