blog | werkgroep caraïbische letteren

Lago Sportpark Aruba ‘50-‘60

door Ken Mangroelal

Zonder schroom durf ik te zeggen dat ik mijn loopbaan als schoenenpoetser begon. Twee van mijn ooms speelden cricket in het Lago Sportpark op Aruba en zij hadden mij als zesjarige, onwetend over kinderarbeid, de taak opgelegd hun witte cricketschoenen onberispelijk wit te houden. Zij leverden het witsel en ik het poetswerk voor een kwartje per paar. Ik was trots op hen want zij bekwaamden zich in een sport van enige imperial allure.

Aruba Lago Sport Park

Het spel op zich boeide mij niet, het verliep tergend traag met weinig opwinding conform de onderkoelde passie van de gentleman en dat onder een verzengende zon. Nee, geef mij maar baseball! Ik besteedde veel van mijn zakgeld aan bubblegum om de plaatjes met portretten van de prominente spelers van de World Series te bemachtigen, waaronder natuurlijk “Babe” Ruth. Het vocabulaire van de Amerikaanse sport beheerste ik vroegtijdig. Nederlandse equivalenten daarvoor bestonden niet. En ook leerde ik woorden als crescent range en shrewdriver eerder dan verstelbare sleutel en schroevendraaier. Dat was het geluk om op Aruba geboren te zijn.. Even thuis in de cultuur van Amerika als in die van Europa. Menig tennis- en boxmatch herinner ik mij en natuurlijk onze legendarische Sugar Boy Nando en woorden als punching bag, uppercut en knock-out en bij tennis het woord love dat mij steeds in verwarring bracht.

En dan de dag waarop het Surinaamse voetbalteam, ik meen Robin Hood, het opnam tegen het Arubaanse team. Als nazaat van Surinaamse ouders zat ik op de tribune omringd door nationalistische Surinamers. Ik moest voor Suriname zijn, maar naarmate het spel vorderde voelde ik steeds meer dat ik voor Aruba was en begon mij daarvoor zelfs te schamen. Eerder een Arubaanse patriot was ik dan een Surinaamse. Daar zie ik nog de metershoge glijbaan in het sportpark want ook aan kinderen was er gedacht. We strooiden eerst van bovenaf zand op de glijbaan en met een stukje karton onder ons zitvlak roetsjten we met een noodgang naar beneden. Maar het summum van het vertier in het sportpark was het concert van Chubby Checker. “ Lets twist again like we did last summer.” Ja we konden even goed twisten als welke Amerikaan ook. Amerika, Europa, de wereld: waar waren wij niet allemaal deel van. Met een Amerikaanse slee, het liefst een V8, voor de deur en de songs van de Beatles knallend uit je monomuziekinstallatie. Menig Arubaan zal zich mij herinneren. Vaak zong ik op zondag op de radio liedjes van Paul Anka. Ik won er zelf een prijs mee. Onze band was ook de eerste band die te zien was op de Arubaanse tv. Toen ik in 1965 naar Nederland kwam, stonden mijn medescholieren versteld dat ik de liedjes van de Beatles niet alleen kende, maar ook nog op gitaar kon spelen en zingen. Bovendien nog menig hit uit Amerika. Ik voelde mij bevoorrecht en nu weer. Dank je Aruba.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter