blog | werkgroep caraïbische letteren

Kurá van Willem van Lit (6)

Dit is deel 6 van de synopsis van Kurá, het nieuwe boek over de situatie op de Nederlands Caribische eilanden dat binnen afzienbare tijd zal verschijnen. Het draait daarbij om de oriëntatie op het goede leven.

Foto © Michiel van Kempen Materiële zaken, economie, welvaart en gezondheid
Bij mijn vraag over het goede leven noemden mensen de werking van de sociaaleconomie, de materiële zaken, gezondheid en welvaart veelal terloops of in combinatie met andere onderwerpen. Men zei het alsof het vanzelf spreekt, dat het er gewoonweg bij hoort. En in feite is dat ook zo. Welzijn, welvaart en de goede werking van de sociaaleconomie zijn bij elkaar een van de belangrijkste sociale goederen. Het levert de voorwaarden om aan levensplannen te kunnen werken. Het betreft hier in materiële zin de werking van de welgeordende samenleving; in zo’n samenleving worden de condities van het goede leven gecombineerd met principes van rechtvaardigheid (het juiste). Economische en politieke instituties zijn regelsystemen voor gelijkwaardige rechten, vrijheden, kansen, inkomsten en vermogens. Acemoglu en Robinson (Waarom sommige landen arm zijn en andere rijk) leggen hierbij het accent op pluralistische samenlevingen waarbij in politiek en economisch opzicht de macht voldoende verdeeld is, waar iedereen in gelijke mate kansen én toegang heeft tot het economische leven in de vorm van zinvol werk, het zelf invullen van loopbanen, vrije toetreding tot het bedrijfsleven, bescherming van privé-eigendom en het goed functioneren van financiële diensten. Inclusiviteit van economische en politieke instituties is het gevolg van onder andere keuzes die politieke leiders maken; dit is bepalend voor het slagen of falen van een samenleving.

Leprozeninstituut Curaçao, 1925.

De Caribische eilanden hebben een koloniale geschiedenis en kolonialisme is de structuur van ongelijkwaardige verhoudingen. Een koloniale samenleving is traditioneel en in zichzelf extractief van structuur en dat wil zeggen zonder gelijke kansen, zonder rechtvaardige instituties, zonder bescherming van privé-eigendom en zonder goede werking van sociale en financiële diensten. Daarbij is de macht in handen van enkelingen of enkele groepen. De Caribische eilanden komen uit deze traditie voort en voor velen voelt het alsof men nog steeds te maken heeft met deze structuur ondanks de formele status van autonomie of gedekoloniseerd gebied.
Mensen in de interviews noemen bij dit thema specifiek de zorg voor gezondheid ook met het oog op een gezonde levenswijze van de bevolking (hygiëne en gezonde voeding), de zorg voor het milieu (op Curaçao zeer expliciet de vervuiling door de raffinaderij, maar ook afval en zwerfvuil), de veiligheid, armoede en gebrek en verschillende sociaaleconomische gebieden (toerisme, logistiek en handel, financiële dienstverlening, informatie- en communicatietechnologie, infrastructuur en openbaar vervoer). Daarbij denkt men ook aan voorzieningen voor inkomsten (lonen, uitkeringen en pensioenen) en goed functionerende overheidsdiensten, zoals de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de belastingdienst. Op al deze gebieden constateert men in min of meerdere mate problemen of zaken die niet goed functioneren. Wat met nadruk naar voren komt, is de zorg voor het milieu, het functioneren van de sociaaleconomie, de moeizame werking van overheidsdiensten en de leefwijze van de bevolking (gezondheid, mentale instelling en onwetendheid).

Nederland op de ABC-eilanden / foto © Aart G. Broek

De econoom Roland van den Bergh schreef in november 2015 een economische evaluatie van vijf jaar autonoom land Curaçao. Hieruit blijkt onder andere het volgende. De werkeloosheid is (periode 2009 – 2013) toegenomen van 9,6% naar 13%. Er is over de gehele periode sprake van dalende bestedingen (consumenten, overheid, bedrijven). Er zijn minder leningen verstrekt en investeringen blijven uit. Voorts zegt hij dat er meer belemmeringen zijn ontstaan voor deelname aan arbeid, dat er weinig geestdrift is voor het doen van innovaties en er is een verminderde ondernemingsgeest. Als het gaat om economische zaken (bijvoorbeeld het vragen van een vergunning) dan verloopt de besluitvorming nonchalant en traag (terwijl men had gedacht dat juist door het wegvallen van een bestuurslaag de besluitvorming vlotter zou verlopen). Er zijn grotere handelsbelemmeringen ontstaan tussen de eilanden. Het ambtelijk apparaat werkt traag en de behandeling van zaken door ministeries is onvoorspelbaar. Van den Bergh zegt zelfs dat de overheid duidelijk ondermaats functioneert.
Als men deze bevindingen ziet, dan kan men concluderen dat het inclusieve gehalte van de Curaçaose samenleving achteruit is gegaan op economisch en politiek gebied en dat de faalkansen van die samenleving zijn toegenomen.

Politiek spandoek op Aruba, 2017. Foto © Michiel van Kempen

Politiek
Veel mensen noemen ‘politiek’ een van de belangrijkste factoren als het gaat om de collectieve idee van het goede leven. Het ligt bij velen vóór op de tong. De politieke dimensie is een van de belangrijkste middelen voor het inrichten van condities in de samenleving. Het bestuur en de politiek van een land zorgen voor cruciale condities om de mensen in staat te stellen hun levensplannen tot uitvoering te brengen. Bij politiek denkt men aan ‘die beslissingen die in een georganiseerde samenleving, gegeven allerlei machtsverhoudingen en strijd, genomen worden door hen die daarvoor verantwoordelijkheid dragen of nemen, altijd op basis van enigerlei ontwerp inzake wat die samenleving moet bereiken en hoe zij het moet bereiken en altijd onder afweging van alle nut en offers, die zo’n beslissing met zich brengt’. Deze definitie is ontleend aan prof. Dr. G. Kuypers. Op vrijwel al de elementen die in deze definitie zijn genoemd, lijkt de politiek te falen volgens de mensen die ik heb geïnterviewd.
Mensen geven aan dat er een angstcultuur heerst op de eilanden – en men spreekt dan zeker over de situatie op Curaçao. Er is geen visie, geen ontwerp voor de toekomst, zelfs geen idee. De integriteit ontbreekt bij bestuurders en politici en dat betekent dat men hen ook niet vertrouwt qua intenties en competenties. Er is geen binding tussen (groepen) mensen. Men heeft geen verantwoordelijkheidsbesef. Het openbare leven is volledig gepolitiseerd en gepolariseerd. In veel openbare instituties zijn strolieden uit politieke partijen geparachuteerd. Er is sprake van patronage met veelal verborgen netwerken van belangen die verhinderen dat er broodnodige besluiten worden genomen, dat zaken worden vertraagd of dat bepaalde initiatieven worden gedwarsboomd. Daarnaast zeggen velen dat de rechtsstaat op diverse momenten ernstig onder druk staat doordat een aantal politici banden hebben met de onderwereld.

Kashu / foto © Aart G. Broek

Er is geen idee over een toekomstbeeld van de samenleving. Men heeft er nog niet eens bij stil gestaan. Iemand zegt zelfs dat Antilliaanse of Caribisch-Nederlandse politici zeker niet bezig zijn met het wel en wee van de bevolking. Ook in discussies over staatkundige hervormingen van het land Antillen ging het nooit over de werkelijke problemen: die van de bewoners zelf. Men ruziede enkel over constitutionele verhoudingen en hervormingen en op deze manier ontsnapte bestuurders aan hun werkelijke verantwoordelijkheid. Nederland ontliep deze discussie ook uit vrees voor reacties: om ‘de autonomie van de eilanden te respecteren’ heet het dan. Zo kwamen er nieuwe (gesponsorde) landen zonder inhoudelijk plan voor echte problemen: geen concept voor de toekomst, niets over een inhoudelijk ontwikkelingsvisie of iets over sociaaleconomisch beleid, niets over milieu, over het gebrekkige onderwijs, enz. Dat gebeurde ook niet ná de realisatie van de nieuwe structuur. Mensen die ik interviewde, zijn zeer uitgesproken: er is sprake van een algehele stagnatie. Onderwijs, sociaaleconomie, aanpak misdaad, braindrain, enz. Er is sprake van bestuurlijke instabiliteit (zeker voor Curaçao en St. Maarten). Men spreekt zelfs over ondermijning van de democratie en de vrijheid. Het bestuur is nihilistisch van gehalte en men is rancuneus tegenover elkaar. Dit felle antagonisme is politiek gestuurd met onder andere onmatige en onbeschofte omgangsvormen op een soms wrede, discriminerende en harde toon; in enkele gevallen zelfs met handgemeen. Er is sprake van intriges en verdachtmakingen. Deze acties zijn direct aan bedreiging voor de rechtsstaat.

Enkelingen noemen wel wat positieve punten op het vlak van bestuur. Zo is gezegd dat men het slecht functioneren van de SVB en de belastingdienst gaat aanpakken. Tevens gaat men aandacht geven aan de herinrichting van de haven van Curaçao, zodat grotere schepen naar binnen kunnen en direct aan de kade kunnen liggen. In de meeste gevallen gaat het bij verbeteringen om particuliere initiatieven, zoals samenwerkingsverbanden tussen ngo’s, vrijwilligers en het bedrijfsleven of een organisatie als het Bedrijven Platform Milieu (BPM) op Curaçao.
De boventoon is wel duidelijk het disfunctioneren van bestuur en politiek op veel fronten hetgeen inderdaad de vraag doet rijzen of men wel echt het beste voor heeft met het land en de bewoners. Dat betekent dat mensen veel vraagtekens plaatsen bij het functioneren van de samenleving in het geheel omdat de instituties (parlement, regering, de rechtsstaat met al zijn organen) niet zorgen voor de condities die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van levensplannen in de lokale omgeving. Veel mensen ontvluchten de situatie. Ongeveer de helft van Curaçao woont en leeft in Nederland. Afgestudeerden komen niet terug. De voorwaarden voor een goed leven staan onder druk.
(wordt vervolgd)

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter