blog | werkgroep caraïbische letteren

Kurá van Willem van Lit (4)

Dit is deel 4 van de synopsis van Kurá, het nieuwe boek over de situatie op de Nederlands Caribische eilanden dat binnen afzienbare tijd zal verschijnen. Het draait daarbij om de oriëntatie op het goede leven.

Meisje op de Christus Koning School, Paramaribo 2015. Foto © Michiel van Kempen

Kinderen en jeugd
Het thema dat onmiddellijk volgt op zelfredzaamheid voor de geïnterviewden, is de aandacht voor jeugd en kinderen. Men moet de wereld op een betere manier aan hen doorgeven: het moet voor hen beter worden dan het voor ons nu is. Het gaat daarbij om het creëren van zo goed mogelijke condities. Het hoogste ideaal voor velen is dat zij hun kinderen in het buitenland – liefst Nederland – willen laten studeren.
Voor de meesten is sociale veiligheid voor kinderen een grote zorg. Als men kijkt naar de omgeving waarin veel kinderen opgroeien, dan is er in veel gevallen sprake van gezinnen waarin de vader ontbreekt. 44% van de gezinnen hebben één ouder, waarvan in 93% het de vader is, die ontbreekt, zo laat een van de ondervraagden weten. Er komen veel tienerzwangerschappen voor. Seks is normaal en tegelijkertijd is het een groot taboe. Dat vaders ontbreken, is niet alleen te wijten aan de vaak nog heel jonge mannen die dan vader worden; vrouwen dulden soms zelfs geen man naast zich bij de kinderen. Daarbij komt dat jongens meestal geen enkel benul hebben hoe ze met zo’n situatie moeten omgaan. Er is enorme onwetendheid op dit gebied. Iemand zegt: “de man is verworden tot een soort speelgoed”. Men noemt verwaarlozing en mishandeling van kinderen een groot probleem. In de verschillende vooral arme woonwijken ontbreken sociale structuren. Moeders moeten gaan werken en de scholen functioneren slecht. Er is geen opvang voor de soms heel jonge kinderen. Zij komen doorgaans al snel terecht in de kring van anderen die meestal niets goed in hun zin hebben. De aandacht van moeders gaat meestal uit naar de meisjes (als meest kwetsbaar), maar verkrachtingen van jongens (door grotere jongens) komt geregeld voor, evenals incest. Kinderen worden al op jonge leeftijd mentaal beschadigd en zo ligt de weg open naar criminaliteit. Een van de geïnterviewden noemt de praktijk van ‘sponsorship’. Dit is een misleidende term voor prostitutie van jonge vrouwen die door politici en (hogere) ambtenaren worden betaald voor seksuele diensten. ‘Poppetjes’, zo noemt men die jonge meiden die zogenaamd protectie genieten van de machtige en rijke mannen.
Grove verwaarlozing en geweld van en tegen kinderen leiden niet alleen tot misdaad, maar ook tot een crisis in autoriteit. Kinderen ondervinden geen geborgenheid en liefde, waardoor – omgekeerd – zij al vroeg leren volwassenen te wantrouwen. De collectieve moraal én het vertrouwen in de samenleving desintegreert op deze wijze. Mensen die erover vertellen, zijn bijna wanhopig in hun zorg terwijl men andersom beseft dat de jeugd het kapitaal voor de toekomst is. De omvang én de effecten van deze misstanden zijn nog onvoldoende duidelijk; de signalen zijn er al wel. En duidelijk. Daardoor is dit probleem collectief een grote bedreiging voor het goede leven op de eilanden. Vooral Curaçao heeft hier mee te maken.

 

Curaçao, januari 2009. Foto © Michiel van Kempen

Samen leven
“Het goede leven van een mens is goed leven onder de mensen”, zegt Fernando Savater. Een groot aantal mensen legde bij de gesprekken de nadruk op het samenleven. Het is het begin van medemenselijkheid en van cultuur. Samen leven maak het mogelijk het goede leven te exploreren en te exploiteren, juist omdat de mens een sociaal wezen is. Het gaat om vriendschap, collegialiteit maar ook om goed nabuurschap in de wijken. De begrippen bario en konbibensia (wijk en samenleving) liggen voor op de tong. Daar moet het gebeuren. In de wijken ligt de basis voor een samenleving die garant moet staan voor de ontwikkeling van het goede leven. Het is de plek waar kinderen bescherming en geborgenheid moeten kunnen ervaren en waar het familieleven zich afspeelt.
Er spelen echter grote problemen in de wijken. In de voorgaande paragraaf heb ik de situatie al genoemd bij kinderen en jeugd met tienerzwangerschappen en kindermishandeling. Er is een groot tekort aan wijkvoorzieningen. De scholen functioneren slecht. Moeders en grootmoeders moeten voor de kost zorgen. Het is dikwijls een broeinest van ellende en op deze manier spant de misdaad zijn netten. Naast praktische hulp is er onderzoek nodig. Men weet namelijk niet goed wat de aard, omvang en het effect is van de misstanden. Men tracht steeds met behulp van vrijwilligers en ngo’s structuur te krijgen; het lukt steeds niet. Iemand noemt de diepgaande onwetendheid (ignorantie). Die moet weggewerkt worden. Daar moet men alles aan doen. Er moet gewerkt worden aan de mentale instelling en houding van veel mensen, zeker de verantwoordelijken. Die moeten leren dat ze daarop aangesproken kunnen worden; de mensen moeten lef krijgen, trots ontwikkelen en leren zélf hun problemen te overwinnen. Daar zit de sleutel. Mensen moeten leren zich niet afhankelijk op te stellen en moed vertonen dingen zelf te doen, kortom leren zelfredzaam te worden. Met deze uitspraak is wel duidelijk dat de manco’s in de sociale structuren de afspiegeling zijn van het probleem van de ontwikkeling van het goede leven; het gewone leven is al schier onmogelijk.

 

Voor het vervolg, deel 5, klik hier

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter