blog | werkgroep caraïbische letteren

Kunstenaar Ro Heilbron overleden

De Surinaamse kunstenaar Ro Heilbron is op zaterdag 29 maart j.l. op 75-jarige leeftijd in Rotterdam overleden.

Ronald George Heilbron werd geboren in Paramaribo op 6 december 1938. Hij leerde de techniek van het grafisch bedrijf (letterzetten, opmaak, fotografie) in verschillende drukkerijen in Paramaribo. In het dagblad De Ware Tijd maakte hij de tekeningen bij de strip Terugkeer naar het graf met tekst van Celsius Tjong A Kiet. Op de School voor Beeldende Kunst van Nola Hatterman maakt hij kennis met verschillende andere Surinaamse kunstenaars (Armand Baag,Ruben Karsters, Jules Chin A Foeng, Errol Flu), maar hij verliet de school al spoedig. Onder aanmoediging van Erwin de Vries ging hij zijn eigen kunstzinnige weg en in 1963 had hij zijn eigen eerste expositie in hotel Torarica in Paramaribo.

Hij werkte nog even voor het dagblad De Vrije Stem, om vervolgens als order-voorbereider en grafisch tekenaar bij drukkerij Eldorado te gaan werken. In 1968 werd hij bedrijfsleider bij drukkerij Inalca en tevens opmaakredacteur van De Volksbode. Van 1964 tot 1970 gaf hij samen met zijn vrouw, Jeanet Callender, het jongerenmagazine Yeah uit.

In 1970 gaat Ro Heilbron naar Nederland, waar hij voor verschillende drukkerijen komt te werken. Aan de Rotterdamse Akademie van Beeldende Kunsten bekwaamt hij zich in keramische technieken. Met steun van de Sticusa houdt hij in 1971 zijn eerste expositie in Rotterdam, met grote regelmaat volgen de exposities elkaar daarna op, in Nederland, Suriname, Zweden en West-Duitsland. Samen met Wim Gerritsen opent hij in 1976 in Rotterdam Galerie Solidair, die tot 1986 zal blijven bestaan. Behalve zijn eigen scheppend werk, vervaardigt Heilbron ook veel grafisch werk in dienst van anderen: pamfletten, kaarten, kalenders, lay-out van tijdschriften, boeken en cd-hoesjes, en hij ontwerpt ook toneeldécors.

Heilbron werkte zowel in olieverf (op doek en houtpanelen) als met drukinkt op canvas. Heilbron schilderde figuratief en zijn werk sloot sterk aan bij de vaak ‘primitief’ genoemde, kleurrijke wijze van voorstellen waarmee bijvoorbeeld de schilderkunst van Haïti zo bekend is geworden. Aanvankelijk legde hij zich vooral toe op sociaal-politieke onderwerpen als de armoede, honger en onderdrukking in de wereld, en geboorte en dood. In de jaren ’70 kwam daar veelvuldig de vrouw als object van zijn werken bij en zijn werk kreeg soms magisch-realistische trekken. Onder invloed van de ‘revolutie’ in Suriname in 1980 legde hij zich toe op onderwerpen uit de Latijns-Amerikaanse geschiedenis (verzetsstrijd, Indianen, marrons). In 1987 maakte hij in de Gerrit Jan Mulderstraat in Delfshaven de muurschildering Geef racisme geen kans. Na 1993 werd zijn werk vrijer en werd de werkelijkheid – hoewel meestal nog wel enigszins herkenbaar – uitgangspunt voor een abstractere verbeelding. Vanaf het einde van de jaren ’90 verbleef hij met regelmaat op de Bovenwindse Antillen waar hij werkte, doceerde en exposeerde.

[informatie van Wikipedia]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter