Kunstboek Pengel over maakproces standbeeld op het Onafhankelijkheidsplein
door Hilde Neus
Op donderdag 11 juli 2024 is bij Readytex Art Gallery het boek Pengel van Xavier Robles de Medina gepresenteerd. Het boek beslaat het jaar dat de kunstenaar Stuart Robles de Medina het beeld van Pengel, dat sinds 1974 op het Onafhankelijkheidsplein in Paramaribo staat, heeft vervaardigd. Het is gebaseerd op het foto-album dat Stuart heeft aangelegd tijden het maken van dit beeld.
Een bijzonder project, en een bijzondere publicatie. Gesproken hebben Xavier en Amedeo Robles de Medina en Mathias Lempart. Naast natuurlijk Monique NouChaia van Readytex zelf.
Wat dit boek zo bijzonder maakt zijn drie aspecten: het gaat over één enkele gebeurtenis, het verhaal is opgetekend door drie generaties en als derde is er de bijzondere vormgeving.
De gebeurtenis
Dit was een hele onderneming, zoals u kunt begrijpen, want het standbeeld is meer dan manshoog, zelfs meer dan drie en een halve meter hoog. Het proces (met alle betrokkenen eromheen) is gefotografeerd in totaal 184 foto’s, gemaakt door verschillende fotografen, van diverse formaten en kwaliteiten.
Stuart Robles de Medina kreeg de opdracht om dit beeld te maken van Jules Sedney van de NPS. Het budget was 45.000 gulden. Stuart ging de uitdaging aan om dit grote bronzen beeld in Suriname zelf te maken. Daarvoor moest hij wel een jaar lang zijn baan als tekenleerkracht stil leggen, want die twee zaken gingen niet samen. Leuk is dat naast de foto’s van de ontwikkeling en opbouw van het beeld van Pengel, ook zichtbaar is gemaakt hoe de betrokkenheid van het gezin een belangrijke rol speelde binnen dit project.
De samenwerking
De ontstaansgeschiedenis van de opdracht, het beeld en de eigen ervaringen van de kunstenaar zelf, heeft hij in een lang video-interview op 11 maart 2005 aan Gerard Lau uit de doeken gedaan. Dit gesprek, dat is gefilmd, uitgeschreven en bewerkt, staat integraal afgedrukt in Deel 1 van het boek. Dit interview toont de vastberadenheid van Stuart bij alle problemen waar hij tegenaan liep. Het gehele maakproces is toegelicht en hij noemt alle mensen die op een of andere manier hebben samengewerkt om dit enorme kunstwerk het levenslicht te doen zien. Zelfs de puur technische uitdagingen heeft hij uitgelegd.
Daarnaast is er een natuurlijke samenwerking gevormd om het verhaal aan te vullen. Dit is gedaan door gesprekken tussen de vrouw van Stuart, Barbara Robles de Medina-Nobrega (die de eerste Surinaamse vlag heeft genaaid die in 1975 op het Onafhankelijkheidsplein is gehesen), hun zoon Amedeo en kleinzoon Xavier. De audio-opnamen zijn uitgeschreven en bewerkt. Wie spreekt is aangegeven met de vette letters X, B en A, in deel II. In deel III hebben de drie familieleden commentaren geplaatst bij de 184 afzonderlijke foto’s. Deze informatie is gedestilleerd uit Deel I en II. Dus ook Stuart komt hier af en toe in beeld. Dit is ook heel duidelijk te zien aan de typografie, de vette letter S staat dan voor Stuart.
De Vormgeving
De lay out van dit boek is heel bijzonder en verdient zeker aandacht. Omdat bij deze productie zoveel aandacht is besteed aan de vormgeving een kleine uiteenzetting over boekgeschiedenis.
Er bestaat een speciaal vak ‘Boekgeschiedenis’ op diverse universiteiten, waar men leert hoe het maken van boeken door de tijden heen is geëvolueerd. Vroeger werd er op perkament geschreven, vooral door monniken in kloosters, en was elk boek uniek. Rond 1459 is de boekdrukkunst uitgevonden door de Duitser Johannes Gutenberg te Mainz en in de tweede helft van de vijftiende eeuw verspreidde het proces zich over geheel Europa, (hoewel de Chinezen claimden dat zij zelfs nog eerder drukwerk konden toepassen). Hier bestond de procedure uit het aaneenleggen van losse letters uit een letterbak, en werd er een vel met de hand gedrukt. (Dit heet een plano). Deze konden dan later bij elkaar gebonden worden tot een boek. Patronen en uiterlijkheden waren vroeger belangrijker dan onze huidige wensen met betrekking tot betekenis en functie.
In de tussentijd zijn er drukkers geweest die elk hun stempel op hun eigen werk wilden drukken, letterlijk en figuurlijk. Dat deden ze door een eigen lettertype te ontwikkelen. Een letter werd dan uitgestoken in hout en middels een gietprocedure in lood vervaardigd. De uitdrukking ‘De laatste loodjes’ komt daar vandaan. Zo heeft de boekvervaardiging diverse andere uitdrukkingen nagelaten, die we heden ten dage nog steeds gebruiken.
En de verschillende lettertypes zelf, speciaal ontworpen door drukkers, gebruiken we nog steeds, als we bezig zijn op onze computer. Meestal worden simpele letters ingezet, zoals Times New Roman, Ariel of Calibri. Maar wist u dat de typen Garamond, Bodoni of Baskerville vernoemd zijn naar beroemde boekmakers, die deze ontwerpen hebben ontwikkeld?
Xavier Robles de Medina woont in Berlijn, Duitsland, en werkt daar samen met andere jonge kunstenaars. Een van hen is vormgever Mathias Lempart van Shortnotice Studio. Hij heeft Xavier in 2016 ontmoet in Amsterdam, waar zij beiden als ‘artist in residence’ verbleven bij de stichting WOW en zij wonen sinds 2021 samen in Berlijn. Tijdens de presentatie vertelde Matthias ook over het productieproces en het binnenwerk van het boek. De grootte van de publicatie is gedirigeerd door de foto’s. Deze zijn op origineel formaat afgedrukt. Dit maakt dat het boek een formaat heeft dat groter is dan A4. Deze foto’s (184 in totaal) laten zien hoe het vervaardigingsproces is verlopen en beslaan het grootste deel van de uitgave.
Daarnaast is er nog wat drukwerk opgenomen, zoals een gedenkschrift uitgegeven bij de onthulling, en enkele krantenartikelen. Ook hier heeft Matthias zijn creativiteit laten spreken. U weet hoe de artikelen in de krant in een lange reep kunnen worden afgedrukt. Waar het niet meer op de pagina paste, heeft de vormgever het gewoon over laten lopen op de volgende pagina, zodat de helft van een foto van Kruisland dwars op een volgende bladzijde is afgedrukt. Een krantenartikel was omgevouwen in het album, en Matthias heeft dit precies zo opgenomen in het boek. Deze aspecten maken dat het geheel iets luchtigs krijgt, en dat je als lezer (of kijker) een glimlach niet kunt onderdrukken.
Deel II van het boek bestaat uit tekst; het interview met Stuart (4 pagina’s) en het gesprek tussen de drie generaties. Ook hier is de lay out heel bijzonder. Er zijn drie lettertypes ingezet, en de indeling lijkt op een proefblad van een oude drukkerij. Hier is gekozen voor de lettertypes Antique Olive Black, Garamond Premiere Medium en Monument Grotesk Mono.
Het geheel oogt bijzonder fraai, en heel modern. Absoluut anders dan een reguliere uitgave, en zeker bijzonder voor een Surinaams boek. De Nederlandse redactie is gedaan door Marieke Visser. Het gehele Deel II (p. 26-47) is ook in het Engels vertaald, met redactie van Monica Cure.
De printer is gevestigd in Litouwen en is speciaal gericht op het drukken van kunstboeken. De materialen zijn van zeer hoge standaard. De omslag is van linnen en de afbeelding achterop is een silk screen printing van een foto van Pengels beeld. Hier is voor gekozen omdat Stuart voor de NPS t-shirts (truitjes) drukte met deze techniek. Voor de druk is de offset methode gebruikt terwijl tegenwoordig over het algemeen meer digitaal printing wordt ingezet. De minimale oplage is voor offset 300, en dat is dan ook de (1ste) oplage voor deze publicatie. Twee kunstgalerieën hebben zorggedragen voor de financiering van dit bijzondere kunstproject, waaronder onze eigen Surinaamse Readytex. Dat is weer een mijlpaal, en we hopen dat er nog vele mooie kunstboeken zullen volgen.
De man en politicus
Johan Adolf Pengel is nog steeds een gevleugelde naam, ondanks zijn gewicht. De Nationale Partij Suriname boogt nog steeds op zijn populariteit. Hij was de eerste zwarte premier en daarbij een imposante verschijning. Hans Breeveld is in 2000 gepromoveerd op een biografie over deze politicus: Jopie Pengel. 1916-1970. Leven en werk van een Surinaamse Politicus. Dit zijn zeer waardevolle studies, omdat dan veel van een bepaalde persoon bij elkaar is verzameld en vastgelegd, zonder dat een lezer zelf allerlei eigen onderzoekjes hoeft te gaan doen. Pengel is geboren in de Para op de houtplantage La Prosperité. Hij kreeg les van de EBG-meesters en bezocht vervolgens de Graaf van Zinzendorfschool in de stad. Hij volgde de praktizijnsopleiding [juridisch onderwijs, red. CU] en werd vriend van de minderbedeelden. Pengel maakte de oprichting van de NPS mee, en werd uiteindelijk voorzitter van deze partij. Alle problemen tijdens, en hoogtepunten uit zijn loopbaan zijn in de biografie van Breeveld opgenomen. Belangrijk was de verbroederingspolitiek, die Pengel uitzette samen met de hindoestaan Lachman van de VHP, maar uiteindelijk is dat verbond verbroken. Aan het einde van zijn leven raakte hij geïsoleerd vanwege de vakbondsstakingen in 1969 en werd hij niet herkozen in de politiek. Wie iets wil weten over Pengel: sla het boek van Breeveld over hem op.
Het motto dat Breeveld heeft gekozen voor deze biografie kunnen we zeker hier vermelden, omdat deze uitspraak van Jopie Pengel nog steeds zo belangrijk is, zeker in dit jaar voor de verkiezingen.
‘. . maar al houden wij niet van elkaar, laten wij elkaar toch omhelzen als het gaat om het groter heil van Suriname en het Surinaamse volk, want er is maar één Suriname.’
Leuke anekdote
Een mooi moment voor Stuart was dat de vier Granman door Arron en anderen werden uitgenodigd om het beeld, toen het af was, te komen bekijken in de studio van Robles de Medina.
Van dat specifieke moment zijn geen foto’s gemaakt. ‘Ze zijn gekomen met hun Kapitein en mijn vrouw mocht ze niet bedienen, dus geen soft geven, of een biertje, nee, nee. De Kapitein moest het zelf uit onze koelkast halen en inschenken, het was heel boeiend om te zien, die strikte regels die ze volgden he.’ Forster had zijn vrouw meegenomen, en deze was finaal onder de indruk van het beeld, zo imposant vond ze het. Barbara, Stuarts vrouw, heeft haar toen nog opgevangen.
In het interview noemde Stuart de heren Aboikoni, Forster en Gazon Matodja. Van de vierde kende hij de naam niet meer. Voor de volledigheid plaatsen we hier een foto van de vier Granman, gemaakt tijdens hun bezoek aan Nederland.
De vier Granman ©Joost Evers, 1970
Het ging dus om de heer Abone. Mensen kunnen zeer verschillen, in velerlei opzichten. Maar als ze allen hetzelfde type kleding, en dan vooral schoenen dragen, worden ze min of meer gelijk.
In 1970 ontving minister-president De Jong van Nederland de vier opperhoofden (Granman) uit Suriname: Abone (van de Matuari), Forster (van de Paramaccaners), Aboikoni (van de Saramaccaners) en Gazon (van de Aucaners). Let vooral op hun glimmend gepoetste schoenen!
Xavier Robles de Medina. Pengel. Stuart Robles de Medina. 2024. Berlijn: Coy Koi Books. ISBN 978 3 00 077525 32
Hans Breeveld. Jopie Pengel. 1916-1970. Leven en werk van een Surinaamse Politicus. 2000. Uitgeverij Conserve. ISBN 90 5429 101 X
Alan Bartram. Five Hundred Years of Book Design. 2001. London: The British Library. ISBN 07123 4737
[de Ware Tijd Literair, 19 juli 2024]