blog | werkgroep caraïbische letteren

Kompa Nanzi pakt corona aan

door Walter Kraan

Op het eiland Parasseau was het al langere tijd onrustig. Niet alleen had de economie zwaar te lijden onder de Coronacrisis ook de grote stroom vluchtelingen vanuit buurlanden zorgden voor grote sociale onrust. De koning Madhan zat in zijn paleis en zag dat zijn eiland zuchtte onder de druk van al deze niet oplosbare problemen. Zijn ministerraad en zijn ambtenarenapparaat maakte het ook niet makkelijker. Veel van de mensen zaten er puur voor eigen gewin en hadden geen idee hoe je een afdeling, een ministerie, een stad laat staan een (ei)land moet aansturen. En dan zeker nog een (ei)land in crisistijd.

Uitgave van Nanzi-vertellingen in het Papiamentu van Nilda Geerdink-Jesurun Pinto uit 1965, met illustraties van jenny Dalenoord

De koning keek reikhalzend uit naar het einde van de Coronacrisis. Dan konden mensen weer naar zijn eiland op vakantie. Dan konden de plakas weer gebruikt worden om de mensen van funchi en water te voorzien en dan zou de rust weer snel terugkeren. De koning had dan ook zelf al opdracht gegeven om 500.000 vaccins te bestellen bij het gerenommeerde bedrijf Curandero. Daarmee zouden de belangrijkste mensen op zijn eiland en eventuele toeristen prima mee ingeënt kunnen worden.

Ondertussen werkt Kompa Nanzi alweer een half jaar voor de belastingdienst. Een half jaar! Hij had nog nooit zo lang een baan gehouden. Hij betrapte er zichzelf op dat hij zelfs met plezier opstond en op pad ging naar de stad om daar achter zijn bureau te gaan zitten.

Hij was in de afgelopen zes maanden nog helemaal nergens op aangesproken. Geen reprimande omdat hij niet hard genoeg werkte, geen gedoe over te laat komen of een keer een dag extra ziek zijn. Nee, dit was de baan waar hij al die jaren naar op zoek was geweest.

Het was wel even wennen dat je niet te veel kon zeggen over je werk tegen je vrienden of bekenden. Iedereen leek wel een mening over de overheid en met name de belastingdienst te hebben. Hij kreeg nog wel eens wat om zijn oren: niet klantvriendelijk, bureaucratisch, traag, onzinnige nieuwe regels, werkverschaffing, ondernemers pesten. Maar ach, dat raakte hem niet, hij werkte niet hard en kreeg zijn geld.

Nu had Kompa Nanzi zich nog nooit wat aangetrokken van zijn omgeving en hij was zeker niet geïnteresseerd in de maatschappelijke onrust en armoede die om hem heen schrijnend zichtbaar was. Hij speelde zijn domino, ging hagedissen schieten in de kunuku en dronk zijn biertje bij de bar om de hoek met zijn vrienden. Zijn vrienden die steeds minder vaak konden meedrinken en die steeds minder vaak bij de bar kwamen. Ook zij beleefden door de crisis zware tijden.

Het was thuis nog nooit zo lang zo vredig geweest. Zijn vrouw, Shi Maria, was lief voor hem, ze kookte en zorgde voor de kinderen. Complimenteerde hem met zijn werk en met het eten dat elke dag op tafel stond. Twaalf kinderen te eten geven is hard hard werken. Maar Shi Maria had voor het eerst sinds jaren niet het idee er alleen voor te staan. Nanzi had al zes maanden een baan en dat was uniek. Dus ze koos ervoor hem te pleasen en hem vooral niet lastig te vallen met onbenullige zaken als het huishouden en de kinderen. Hij had het al zwaar genoeg met zijn werk.

Kompa Nanzi was tevreden. En in die rust gingen de dagen en weken voort. Het was Nanzi ondertussen wel opgevallen dat er ambtenaren waren op Parasseau die nog minder deden maar wel meer geld kregen. Dat patroon werd nu na een paar maanden steeds duidelijker en Nanzi begon daar toch wat jaloezie voor te voelen. Want waarom moest hij wel zeker twee uur per dag werken terwijl anderen niets hoefden te doen? Dat was toch niet eerlijk? Er begon iets te broeien bij hem.

In de lange pauzes die Nanzi had op zijn werkdagen sprak hij met ambtenaren van andere departementen en probeerde een beeld te krijgen wat zich daar afspeelde, waaraan gewerkt werd en of er een baantje voor hem zou kunnen zijn waar hij meer zou verdienen en misschien wel iets minder hoefde te doen.

Binnen niet al te lange tijd had hij bijna dagelijks wel contact met een vrouwelijke collega, Mohebida, van het ministerie van Gezondheid. Ze was een mooie verschijning en Kompa Nanzi liep dan ook altijd trots door de stad als hij samen met haar aan het wandelen was tijdens hun, zoals ze dat noemden, werkoverleg. Ze spraken over feestjes, de komende feestdagen, nieuwe dingen die ze wilden kopen en over hoe ze elkaar misschien wel wat vaker konden zien. Kompa Nanzi gooide al zijn charmes in de strijd om bij Mohebida in een goed blaadje te komen, hij hoopte dat hij haar als zijn by-side kon gaan zien.

Nog drie maanden gingen voorbij. Het eiland stond er slechter voor, de criminaliteit nam toe, de ontevredenheid van de mensen ook. Mensen hadden honger, waren bang en wisten niet tot wanneer corona de beperking van hun dagelijks leven zou bepalen. De koning had de druk op de farmaceut Curandero verhoogd en ze hadden toegezegd dat voor de kerst gestart kon worden met het inenten van de kwetsbaarste mensen op het eiland.

De koning droeg het ministerie van Gezondheid op om een programma op te zetten waardoor de kwetsbare groepen van Parasseau ook direct ingeënt konden worden en zo de druk op het ziekenhuis te verlagen en ook de maatschappelijke beperkingen op te heffen. De opdracht kwam via de minister, via de assistent van de minister, via de PA van de assistent van de minister en tenslotte via de stagiair van de PA van de assistent van de minister, op het bureau van Mohebida.

Dat gaf, zoals te verwachten, direct de nodige stress. Dat betekent een groot en uitgebreid project opzetten, veel mensen mobiliseren, communicatie organiseren, medische voorschriften en medische materialen. En dat precies in de decembermaand! De maand waarin ze normaal altijd toewerkte naar het kerstdiner thuis met de familie, dat alleen al kost veel tijd. Dat ging niet te combineren zijn.

Mohebida dacht na over haar gesprekken met Kompa Nanzi. Hij had haar verteld van alle veranderingen die hij bij de belastingdienst had doorgevoerd, hoe hij daar echt de cultuur had veranderd, hoe hij daar zelf had gezorgd voor tevreden klanten. Ze wist dat hij ook een stap wilde maken. Dit zou een mooie oplossing voor haar kunnen zijn, dan ging Kompa Nanzi dit programma opzetten en kon zij zich toch nog richten op het kerstfeest thuis.

Engelstalige uitgave van Nanzi-vertellingen door Nilda Geerdink-Jesurun Pinto uit 1972. Met illustraties van José Capricorne

Mohebida pakte de telefoon en belde Kompa Nanzi. Ze legde hem een beetje uit wat er stond te gebeuren en vroeg hem of hij, met al zijn ervaringen bij de belastingdienst, dit project op wilde pakken. Ze had een mooi contract voor hem klaarliggen en hij ging er zeker twee keer meer mee verdienen dan bij de belastingdienst.

Kompa Nanzi hoorde de laatste woorden en had al ja gezegd voordat Mohebida was uitgesproken. Twee keer meer verdienen! Werken op een ministerie! Hij had vandaag de jackpot gewonnen. En daar hoefde hij alleen een project voor te doen. Dat wandelen met deze mooie vrouw had hem echt veel opgeleverd.

Kompa Nanzi verhuisde van de belastingdienst naar een mooi kantoor in het Fort waar de belangrijkste ministeries zitten. Maar al op de eerste dag werd hem duidelijk dat dit niet het baantje was waar hij eigenlijk voor kwam. Zijn agenda was vol vol, zijn mailbox stroomde over, veel mensen stonden te wachten om hem te spreken en vanavond was er al een interview op Tele Parasseau, de nationale televisiezender. Wat had hij gedaan? Waar was hij aan begonnen?

Hij belde snel zijn vriend Kompa Kriki en vroeg hem te komen. Hij moest dit met iemand bespreken, hij had ondertussen een plan gemaakt maar daar had hij zeker hulp bij nodig. Hij belde ook Cha Tiger want hij ging kracht nodig hebben voor zijn plannen.  Cha Tiger heeft met zijn bedrijven in het vervoer en constructie een belangrijke rol in de plannen.

Kompa Kriki stapte het kantoor van Nanzi binnen en was onder de indruk. Wat een ruimte, wat een luxe, wat een mensen voor de deur. Die Nanzi was écht belangrijk. Stiekem had Kriki Nanzi de laatste maanden een blaaskaak gevonden, zo’n ambtenaar met een goed verhaal en weinig daden maar dit leek toch ergens anders op. Kriki was nu helemaal benieuwd waarom hij snel snel een taxibusje in moest om hier te komen.

Ondertussen was Nanzi benaderd door zo’n beetje alle belangrijke mensen op het eiland. Vanuit de overheid, het bedrijfsleven, zelfs vanuit de koninklijke familie was al gebeld. Eigenlijk kwam het allemaal op hetzelfde neer. Iedereen wilde graag als eerste gevaccineerd worden tegen corona. Allemaal hadden ze een goed verhaal waarom zij echt als eerste gevaccineerd moesten worden.

Zoals die minister die omstandig uitlegde dat hij niet ziek kon worden want anders zou de economie van het eiland, die toch al niet 1 van de beste was, nog verder onderuitgaan. Dat zou ook nog wel eens ontslagen in het ambtenarenapparaat kunnen betekenen. En dus misschien wel Nanzi raken. Of zoals die eigenaar van een groot aantal groothandels op het eiland die zichzelf en zijn familie ingeënt wilde hebben omdat ze binnenkort allemaal moesten vliegen naar de USA, Brazilië en Europa. Niet voor henzelf, nee om zaken te doen voor de mensen op het eiland, ten gunste van de mensen van het eiland dus. Daardoor konden gezinnen blijven eten en drinken en gezond blijven.

Het werd Nanzi duidelijk dat de opdracht om de kwetsbaarste groepen als eerste te vaccineren zonder al te veel problemen ook best wat anders uitgelegd kon worden. Want tsja, ambtenaren en gezinnen zijn ook best kwetsbaar.

Hij zei tegen Kompa Kriki: “Awel, ga zitten, wat me nu gebeurt is werkelijk waar ongelooflijk. Ik denk dat ik een plan heb maar ik wil wel dat jij met me meedenkt en me behoedt voor grote fouten. Ok?” Kompa Kriki knikte. Nanzi ging verder: “In ruil geef ik je een baan, een dik salaris en je eigen kantoor naast dat van mij. Kriki, amigo, jij hebt de skills om te communiceren, om mensen mee te nemen en om zaken geregeld te krijgen. Je wordt het hoofd van ons nationale vaccinatieprogramma.” Kompa Kriki keek verbaasd maar trots op. Kon hij dat echt allemaal? Zag Nanzi dat echt in hem?

Al snel had Kompa Kriki zijn eigen kantoor en al het werk van Nanzi lag nu op zijn bordje. Kriki maakte lange dagen met het opzetten van alle noodzakelijkheden om het project te kunnen starten. Hij had slimme mensen om zich heen verzameld, de uitvoerders van Chi Tiger weten te binden en hij had de pers dagelijks op zijn kantoor en die schreef over de voortvarendheid die ongekend was voor het eiland.

Vanuit zijn eigen kantoor zag Kompa Nanzi het allemaal gebeuren en hij keek verbaasd naar die Kriki die echt de poten onder zijn krekellijf vandaan werkte. Maar Nanzi kon dit goed gebruiken in zijn dagelijks overleg met de minister en hij had zelfs de koning al gesproken. Hij ontving de complimenten over zijn aanpak en het team dat hij had neergezet.

Zowel de minister als de Koning vroegen Nanzi ook om een kleine gunst. Of ze misschien ook niet toevallig een klein beetje vooraan in het programma ingedeeld konden worden. En natuurlijk ook hun gezinnen en misschien ook wel wat familie.

Kompa Nanzi overlegde ook dagelijks met Kompa Kriki en Chi Tiger. In hun bijeenkomsten, die voor Nanzi al snel te lang duurden, vroeg Nanzi eigenlijk alleen maar: “Liggen we op planning? Kunnen we voor de kerst starten?” Zodra Kriki begon uit te leggen wat er allemaal gaande was, kapte Nanzi hem af en wilde alleen maar antwoord op de gestelde vragen. Chi Tiger had al zijn activiteiten ondertussen gericht op het project. Hij had al twee keer bij Nanzi aangegeven dat extra geld nodig was. Nanzi zegde dat grif toe zolang Chi Tiger maar zorgde dat daarmee het doel gehaald werd.

Nanzi had ondertussen nog een taak en dat was zorgen dat er een lijst kwam wie wanneer gevaccineerd moest worden. Het streven van de koning om de ouderen, de zieken, de zwakkeren en de gehandicapten als eerste te behandelen was ondertussen iets aangepast. Op basis van alle verzoekjes en de daarbij behorende aandacht, cadeautjes, etentjes en andere manieren om Nanzi te paaien was de lijst ietwat anders geworden. 

Op 21 december zou gestart gaan worden met vaccineren. En iedereen zou twee vaccinaties krijgen in een periode van ongeveer drie weken. Met de capaciteit die Kriki mogelijk had gemaakt konden er zo’n 500 mensen per dag worden geholpen. Natuurlijk werd er op Parasseau in het weekend niet gewerkt dus was de capaciteit 2500 mensen per week. Kriki had al wel aangegeven dat dat tot 800 per dag kon worden opgerekt voor een periode van zes weken.

De lijst die Kompa Nanzi ondertussen had gemaakt bestond uit 9000 namen van hoogwaardigheidsbekleders, hun familie, hun medewerkers en mensen aan wie zij op hun beurt weer wat schuldig waren. Nanzi had zich ondertussen zo verrijkt aan alles dat hij zich allang niet meer druk maakte over wie wanneer. De lijst gaf hij aan Kriki en hij zei: “Kriki swa, deze lijst heb ik op basis van nationaal en maatschappelijk belang gemaakt, dus start met deze lijst in je programma”. Toen Kriki de lijst bekeek en de namen op de lijst zag, protesteerde hij: “Maar Nanzi, we hebben alles klaar staan voor de mensen die het écht nodig hebben, die risico lopen, dat zijn niet deze mensen op deze lijst. Op deze manier kunnen we pas na het carnaval starten met de echt kwetsbare groepen.”.

Kompa Nanzi keek zijn vriend aan en schudde zijn hoofd. “Awel, Kriki, amigo, luister goed. Dat jij en je team niet in staat zijn geweest, ondanks al mijn steun en onstopbare energie die ik heb gegeven, om meer capaciteit vrij te maken, moet je niet mij nu gaan verwijten. Ik denk dat het voor ons eiland al fantastisch is als we ook de kwestbaren kunnen vaccineren, dus wie maakt zich druk om een paar weken of maanden. No worries, swa.”

Maar Nanzi snapte dat hij een probleem had; deze lijst was misschien iets te opzichtig. Hij moest zorgen voor een goede afleiding waardoor niemand hem hierop zou aankijken. Een plan ontstond in zijn hoofd en hij lachte om zijn eigen slimheid.

De volgende dag gaf Kompa Nanzi een grote persconferentie waar naast de lokale pers ook van alle omliggende eilanden persmensen aanwezig waren. Geen ander eiland was in staat geweest in dit tempo tot een goed programma te komen dus iedereen wilde leren van Parasseau omook zo snel mogelijk de stroom met toeristen weer op gang te kunnen brengen.

Vlak voor de persconferentie riep Nanzi Kompa Kriki bij zich en keek hem ernstig aan. Hij zei: “Kriki, amigo grandi, ik heb vandaag een zwaar hart. Ik heb je hard zien werken en echt je best zien doen. Ik heb je dit project gegund omdat ik ervan overtuigd was dat je dit kon. Daarom doet het mij pijn dat ik je moet ontslaan.”

“WAAATTT???” Kriki was even helemaal verbouwereerd. Hem ontslaan? Hij die dit project tot een succes had gemaakt? Juist nu het klaar was? Hoorde hij dat nou goed?

“Ja”, ging Nanzi verder, “Als jij je beter van je taak gekweten had dan waren we in staat geweest om de capaciteit die nodig is om onze kwetsbare groepen tijdig te vaccineren, beschikbaar te maken. Maar helaas is dat niet gelukt ondanks de onbeperkte middelen die je had. Het is dan ook met een zwaar hart dat ik je laat gaan. Succes mijn vriend.” Nanzi draaide zich om en liep weg. Kriki protesteerde nog wat achter zijn rug maar met iedere stap voelde Nanzi de onzekerheid over deze stap omslaan in trots. Hij had goed gehandeld en laten zien wat echt leiderschap was, dat was ook de durf om in te grijpen. Mensen zouden dit waarderen. De juiste mensen.

2 comments to “Kompa Nanzi pakt corona aan”

  • Wauw! Stil van.

  • [Verwijderd, alleen reacties met voor- en achternaam worden geplaatst – red. CU.]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter