Knipscheer presenteert veelbelovende boeken
door Otti Thomas
Amsterdam — Architectuur en literatuur vertonen veel overeenkomsten, zei de Curaçaose architect Ronny Lobo gisteren bij de presentatie van Bouwen op Drijfzand, zijn debuutroman. Lobo was één van de vijf auteurs van wie nieuwe publicaties werden gepresenteerd door uitgeverij In de Knipscheer. De bijeenkomst in Podium Mozaïek in Amsterdam werd bezocht door 300 personen.
“Begrippen als tijd, ruimte, gebeurtenis, vorm, ritme, verhoudingen en kleur worden in vrijwel alle kunstzinnige uitingen gebruikt. De maker probeert met zo min mogelijk middelen zo veel mogelijk zeggen. Bij architectuur zijn dat bouwmaterialen, bij muziek de noten en bij literatuur de woorden”, aldus Lobo. Er waren ook verschillen, zei hij. Lobo studeerde zes jaar architectuur, maar schrijven moest hij al doende leren, ook al had hij als architect weinig moeite om ruimtes beeldend te beschrijven. Hij werd voortdurend gecorrigeerd door de redacteuren van de uitgeverij en deskundigen als Frank Martinus Arion, wijlen Erich Zielinski en Ini Statia, die hem zelfs adviseerden helemaal opnieuw te beginnen. Een ander verschil: “Niemand vroeg mij om een roman te schrijven. In de architectuur maak je een ontwerp op verzoek, of soms een bevel, van een opdrachtgever.”
Lobo’s ervaringen met opdrachtgevers, aannemers en leveranciers waren de aanleiding voor Bouwen op Drijfzand: de confrontatie met een echtpaar van een dominante man en een vrouw die wel bescheiden leek, maar ondertussen alle beslissingen nam. Een echtpaar dat met ruzie uit elkaar ging voor de eerste steen was gelegd. Of het overlijden van een opdrachtgever voor de overhandiging van de sleutel. “Op een goede dag vond ik het tijd om deze verhalen op te schrijven”, aldus Lobo. Het resultaat is een roman over een architect die vooral rekening probeert te houden met de natuur, terwijl zijn opdrachtgevers zich vooral druk maken om hun uitzicht. De hoofdpersoon Kenzo wordt vervolgens ook nog verliefd op de vrouw van een klant. “Dat het een liefdesroman is geworden is vooral de schuld van de personages. Denk dus niet dat ik zo’n enerverend leven heb als architect”, zei hij.
Caleidoscoop
Naast Bouwen op Drijfzand presenteerde In de Knipscheer ook de nieuwe boeken van de uit Aruba afkomstige Giselle Ecury en Jacques Thönissen en van Curaçaoënaar-Bonairiaan Jopi Hart. Net als Lobo werden ze kort geïnterviewd door Peter de Rijk, hoofdredacteur van de uitgeverij. Ecury schreef De Rode Appel, waarin een man en een vrouw op zoek gaan naar verdrongen gebeurtenissen uit hun jeugd. Een jeugd die zich afspeelde in de jaren zestig en zeventig, de periode van een nieuwe seksuele moraal, die ook een keerzijde heeft en waar ook niet iedereen zomaar aan mee kon doen.
Van Jacques Thönissen verscheen het boek Onder de Watapana, een bundel verhalen over Aruba die hij de afgelopen tien jaar schreef. “Het is een caleidoscoop waarin alle aspecten van het eiland aan bod komen”, aldus De Rijk. Thönissen vertelde dat het allemaal fantasieverhalen, maar geïnspireerd op echte gebeurtenissen uit de afgelopen tien jaar. “Soms zijn mensen er wel van overtuigd dat ik schrijf over mensen die ze echt kennen, maar het is allemaal uit mijn duim gezogen. De situaties zijn echter wel herkenbaar voor mensen die op Aruba wonen.”
Van Jopi Hart werd tot slot zijn boek Verkiezingsdans gepresenteerd, de Nederlandstalige versie van zijn boek Election Dance uit 2006, maar wel geheel herschreven omdat Hart niet van vertalen houdt, zo zei hij. Het boek over corruptie, misdaad en de persoonlijke verhalen achter drugssmokkel is nog altijd bijzonder actueel. “Hoofdpersoon Matthew is geen held, maar een verschrikkelijk figuur. Maar Matthew heeft wel een visie. En die visie mis ik bij onze beleidsbepalers. Een visie waar we naar toe gaan.”
De vijfde auteur van wie een boek gepresenteerd werd, was niet aanwezig bij de bijeenkomst. Uitgeverijdirecteur Frank Knipscheer had duidelijk moeite om zijn emoties de baas te blijven toen hij sprak over Els Langenfeld, die op 9 juni overleed. “Els Langenfeld had de moed om een heikel onderwerp te kiezen. Ze slaagde erin om mannen en vrouwen van vlees en bloed neer te zetten”, zei hij. Als hommage aan Els Langenfeld werd de presentatie vernoemd naar haar laatste boek, Porto Marie, over het leven op de plantage Porto Marie in de tijd van de slavernij.
[uit Amigoe, maandag 9 september 2013; fouten gecorrigeerd]