blog | werkgroep caraïbische letteren

Kingbotho (André Mosis) – Mijn vaste woonplaats

Loop voorbij dat deel van mijn land,
waar eb en vloed in oneindige beweging
altijd zorgdragen voor het overbrengen van al
wat drijvend is, van de overstromingsvlakten naar de oceaan.

Voorbij dat deel van mijn land,
waar het maaiveld van de klei-afzettingen
onder de waterspiegel ligt.
Sta op een der schollen en rust.

Ga erdoorheen, de dagamabossen in het deklandschap,
waar de pegassen[1] zich ophopen
in de geulen over uitgestrekte arealen.
Sta in het gebleekte broszand van de savana en tuur.

Loop verder, voorbij de plateau’s en de heuveltoppen
van de residuaire gronden, waar ferriet en kwartsgrind
het palet domineren tussen het verweerde graniet
in de dalen, op de hellingen.

De paadjes onder de bossen van de granietgronden
lemig en vruchtbaar,
leiden naar de dorpen
midden in de rivieren.

Daar woon ik.
Een dorp te midden der stroomversnellingen.
De hutten zijn beschilderd met kleuren die spreken:
Harmonische wereld.

Gasten die mijn voetsporen hebben betreden
om mij te bezoeken ontvang ik als mijn vrienden.
Zij die over mijn voetsporen heen willen vliegen
zal ik ontvangen als mijn aartsvijanden.

Ik ben waar ik thuis hoor.


[Van de site van Kingbotho, gedicht gedat. jan. 1988, www.kingbotho.com]


[1] Grondsoort bestaande uit plantenresten en bladeren, a.h.w. tussen humus en veen


Leven aan een Surinaamse rivier

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter