blog | werkgroep caraïbische letteren

Kindermoord – Leren van geschiedenis 101 

door Hilde Neus

In het leven van sommige mensen komen tragische gebeurtenissen voor. Zo horen we van moeders die hun kinderen doodmaken, en iets ergers dan het ombrengen van je eigen vlees en bloed kunnen we ons nauwelijks voorstellen. Toni Morisson schreef hier een zeer ingrijpende roman over: Beloved, ook verfilmd met Ophrah Winfrey als de moeder en Thandie Newton als het dode kind dat haar komt spoken. Dit verhaal was gebaseerd op een krantenbericht in Amerika, waarin de omstandigheden van deze kindermoord – gerelateerd aan slavernij – waren toegelicht.

Gelukkig komt kindermoord niet vaak voor in Suriname. In het verleden is het afbreken van een zwangerschap wel beschreven door Merian (1700), ze geeft aan dat Indiaansen en slavinnen een plant gebruikten om een abortus op te wekken. Gevallen van kindermoord ben ik in de Surinaamse archieven nog niet tegengekomen. Wel vond ik een geval van kindermoord aan de Afrikaanse kust.

Plattegrond van het Hoofdkasteel St. George D’Elima, met rechtsonder (F) de Katteplaats, en rechtsmidden de brug over de rivier naar St. Jago

Anna van Axim

Op 5 januari 1748 werd het vonnis uitgesproken door de Raad Fiscaal tegen Anna van Axim, wegens kindermoord. Zij was afkomstig uit Axim, een plaats iets hoger op de kust van El Mina (in het huidige Ghana). Op vrijdag 1 december 1747 was ze in het Hollandse dorp bij Sacconde om vijf uur ’s morgens opgestaan en had haar ‘blanke kind’, een meisje van vier jaar, op haar rug gebonden met diverse panen (pangi’s) en doeken. Het mulattenmeisje was het kind van de overleden vaandrig Boermeester.

Ondanks het bidden en kermen van ‘haar moeders zusters dochtertje’ (een nichtje dus) heeft ze zich aan de kant van de factorij bij Pacorarrij met haar kind vanaf de kliffen in zee geworpen. Dat deed ze om gelijktijdig met haar dochtertje te verdrinken. Anna paste op het nichtje tijdens haar verblijf in Sacconde, en het meisje was haar naar de zee gevolgd tegen wil en dank. Dit kind sprong haar na, iets waar Anna volgens de fiscaal van verzekerd had kunnen zijn. Hij schrijft: ‘… door welke spektakel zij oorzaak heeft gegeven aan gem. moeders zusters kind om uit wanhoop illico (meteen) insgelijks in zee te springen, die hetzelfde ook gedaan heeft en aanstonds door het water is vermoord insgelijks haar eigen kind op haar rug.’

Dobberende pangi’s    

Anna overleefde de sprong omdat zij bleef dobberen op het water, en wel een ‘kloeke’ zes uren lang, omdat er lucht in de panen was gekomen en ze als zwemvest fungeerden. Vervolgens heeft men haar bij Sacconde, zes uren van het fort, in zee zien drijven en is ze met haar dode kind met hulp van een Cansa [betekenis? – red. CU] eruit gevist. Na een half uur heeft men ook haar nichtje dat boven kwam drijven uit het water gehaald.

Anna werd beschuldigd van poging tot moord van haar eigen persoon; het hommosidium voluntarium. Dat van haar nichtje: het Hommosidium culposum. En van haar eigen kind: het crime paricidium. In een land van ‘goede justitie’ kon dit niet worden getolereerd, en de directeur-generaal en de raden over de Noord- en Zuidkust van Afrika legden haar de hoogste straf op, gelet op de criminele conclusie van de eisers die werd geformuleerd na onderzoek en verhoor van Anna, waarin zij ‘haar vrije iteratieve confessie heeft gedaan’ en volmondig bekende. Volgens de wetgeving van de Staten-Generaal van de Verenigde Nederlanden én de regels van de West-Indische Compagnie werd zij ter dood veroordeeld.

Het vonnis

Anna werd omgebracht op de plaats waar men gewoon is criminele justitie uit te voeren. Ze werd aan een paal gebonden en levend met ‘de vuren geblaakt dat de dood erop volgt’. Het dode lichaam werd vervolgens op een rad geplaatst en ‘ter spektakel van anderen’ op de galgenberg tentoongesteld. Al de bezittingen van Anna werden geconfisqueerd ten behoeve van de West-Indische compagnie, na aftrek van de kosten die met het proces gepaard gingen. Zo werd het vonnis betekent ter vergadering van de directeur-generaal en de raad (het Hof) in het hoofdkasteel van St. George D’Elmina, op 5 januari 1748. Een dag later, op zaterdag 6 januari werd het vonnis om 11 uur geëxecuteerd op de ‘Catteplaats’ van het kasteel.

De uitvoering van een dergelijk vonnis op kindermoord was absoluut bedoeld om andere vrouwen ervan af te schrikken. Mocht je dergelijke plannen hebben, en je had – zoals Anna – het ongeluk om het te overleven, werd je niet alleen gestraft voor de moord op je kind, maar ook die op jezelf. Het moge duidelijk zijn dat een vrouw het toen wel uit haar hoofd liet. Wat dat betreft zijn de straffen nu heel wat minder ernstig.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter