blog | werkgroep caraïbische letteren

Kinderen vieren de Feesten van San Sebastian in de Botanische Tuin (2 en slot)

door May Peters

May Peters trad dit jaar in de Botanische Tuin van San Juan  op  tijdens de Fiestas in het weekend van 20 en 21 januari 2013. Een paradijselijke omgeving waar een evenement voor kinderen wordt georganiseerd. (deel 2)

Het zal toch niet, dat..?. Hup, alweer een gedachte. Weg ermee, corrigeer ik me. Maar ja, die emoties zijn als de Oceaan hier om de hoek. ‘Je kunt het niet 12 uur van te voren afzeggen, Paquita, als we dit al zeven maanden geleden hebben vastgelegd. Betaal me dan de helft alvast. En de andere helft als je de subsidie binnenkrijgt.’ Teleurstelling in een vriendschap, paniek, bedrog vult mijn hart. Eeeeen corrigeer…

‘Ik stel uiteindelijk voor dat we ons aan het contract houden, waarop staat dat we tussen 1 en 6 spelen.’ Zucht. ‘Ik bel even Amilia op want die gaat over de programmering,’ antwoord Paquita bezorgd. Half 11, de tijd dat ik normaal ga slapen. Een vriendin gaat je nu toch niet belazeren? Dat kan niet…Ze belt tegen kwart over 11. ‘Om een uur daar.’ ‘Is goed. Ik kan. Geen probleem.’ Maar ik weet niet wat die jongens doen, zeg ik als ik heb opgehangen. TEGEN DE MUUR! Aaaaaarrrrggggh!! En trek aan mijn haren! Stuur Pablo, Javier en Luis een tekstbericht. ‘Bevestig alsjeblieft.’ Ben je gek!

Nadat ik met een Dreammeditatie van David Ji deze dag van me af wil schudden, ben ik nog twee uur wakker. En ontspan! Alles is goed, zoals het nu is. De volgende ochtend, half acht. Een kop van mijn goddelijke Yaucona-koffie. Meteen die jongens weer schrijven. ‘Ik bel jullie om negen uur.’ Een tekstbericht van niks. Bellen moet ik! Ik ben in Puerto Rico! Mediteren, post doornemen en contact opnemen met mijn Goede Fee in Nederland: ‘Neem contact met me op!’ Ik bel Paquita. Geen antwoord en stuur dan een tekstbericht: ‘Neem je dan de helft van de gage mee vandaag? Bevestig mijn bericht even.’

Ondertussen begin ik met mijn ochtendprogramma op mijn trombone. Die bezorgheid kan er mooi uitgeblazen worden zo. Wauw, René heeft die schuif echt goed gemaakt. Geweldig! Ik denk ineens aan de woorden van mijn Goede Fee ‘Zorg dat je niet afhankelijk bent van een ander.’ Oké! Dan ga ik dadelijk weer naar de bank en pin de rest van het geld ook, zodat ik die jongens betaal. Telefoon. ‘¡Pablooooooooo!’ ‘May, wij moeten om 11 uur dadelijk in San Juan spelen, maar we zullen ons uiterste best doen om om 1 uur in de Botanische Tuin te zijn.’ Bij dat ‘uiterste best’ kun je in Puerto Rico rustig het bijvoeglijk naamwoord weghalen. Want niemand gaat hier tot het uiterste, alleen zo’n gek als ik. ‘Aaaaaay, Pablo. Je weet toch ook dat jullie nooit op tijd daar kunnen zijn. a) beginnen jullie niet om 11 uur. En b) voordat je de gasten letterlijk bij elkaar hebt getrommeld om te vertrekken… En c) voordat jullie dan in de auto zitten en door kunnen rijden… Krijgen jullie betaald?’

Er schiet even door me heen om dat optreden van hen te betalen uit eigen zak. ‘Ja, niet zoveel. Wat stel jij voor?’ Pablo heeft een diplomatisch talent! ‘Dat je dat optreden niet doet en naar de Botanische Tuin komt. Ik wil niet dat Paquita een reden heeft om ons niet uit te betalen, omdat wij ons niet aan het contract zouden houden, qua tijd.’ ‘Tja,’ zegt Pablo heel rustig. Zijn hoge vibratiegolven bereiken me al. ‘Weet je wat we doen? Ik bel je als we beginnen. En echt, we hoeven maar een uurtje. Ik beloof je dat ik iedereen zo snel mogelijk mobiliseer.’ ‘Prima’. V E R T R O U W E N.

Hup, nog een tiennootsoefening op de hoge D. Wham! Luchtsnelheid! Pas op de begrafenis van mijn vader, met Kerst elf jaar geleden, ontdekte ik dat trombone spelen een helende werking heeft op je lijf. Diep inademen en diep uitademen. Tijdens mijn flexibilities, telefoon. ‘Pablooooooooo!’ ‘Ja, May, ze hebben gisteravond iemand doodgeschoten. En nu is de optocht verlaat.’ Alles is perfect, zou mijn Goede Fee zeggen. ‘Okéééé’ Mijn hersenen stuiteren. De vibraties die mijn brein produceert zijn gelijk aan die van de flexibilities die ik studeer over twee octaven. ‘We zijn er om de tijd die ze met ons afgesproken heeft gisteren. Weet je, het is ook eigenlijk hun probleem, om dat op het laatste moment te veranderen.’ Terwijl ik Paquita’s stress absorbeer, vergeet ik mijn eigen stress, die er totaal niet hoeft te zijn. Dat maakt Pablo me wel weer duidelijk. ‘Je hebt gelijk, Pablo,’ zucht ik: ‘Dan bel ik Paquita.’ Geweldig.

Als ik opgehangen heb, juich ik naar het plafond: ‘Bedankt voor zijn rustige vriend!’ Nog maar even snel die flexibilities erdoor jagen, goed voor mijn lucht. Paquita moet dat wel weten. Dus als ik mijn koffie op heb, bel ik haar. ‘Is goed. Kom maar iets eerder. We moeten praten.’ Bam, alweer een Maaskei in mijn hart. Nog vergeten te vragen of ze dat voorschot meeneemt! Snel de pedaalnoten, ontspan die lippen en die kaken. Heel veel lucht heb je nodig voor lage noten! …Myra! Ik wil niet dat het vuur door deze stress mijn lippen uitkomt. Maar mijn aloëvera is op!

Dus ik bel mijn goede vriendin Myra op. ‘Als je het leuk vindt, neem je pandareta mee en speel mee.’ ‘Wat leuk, May, maar ik zit zonder auto nu, he. Ik zal eens kijken of ik een vriend kan charteren…’ ‘Zou je me dan die aloë vera willen meenemen?’ ‘Als het me allemaal lukt,’ antwoordt Myra. ‘Te gek!’ En verder met die yoga ademhaling. Eeeeindelijk skypt mijn Goede Fee! Die mij, zoals het een echte Goede Fee betaamt vriendelijk, glimlachend, vol liefde en op een zachte toon zegt: ‘Met dat geld daar heb jij nog iets uit te zoeken. Dit komt niet voor niks op je pad… Paquita probeert dat gewoon. Er zijn heel veel mensen die gewoon proberen hoe ver ze met je kunnen gaan. Maar je kunt nu heel rustig zeggen, zonder enige emotie, dat is belangrijk, dat je geen emotie toont, want anders hebben mensen grip op je. Nu zeg je heel kalm: ‘Luister Paquita ik had dat graag voor je gedaan, maar dat kan nu niet anders. Punt. ‘

‘Heeeee?’ zeg ik totaal verbaasd: ‘Echt?’ ‘Er is altijd geld. Er is altijd overvloed. Denk niet in gebrek.’ Oké… goed en flits daar is ze weer weg. Hoe ik toch geholpen word! Ik loop naar de bank, langs Llorén Torens, de achterstandswijk. Terwijl ik naar een programma luister over ‘abundance’, overvloed, loop ik over braakliggend terrein vol onkruid,stenen en troep tussen scharrelende krielkippen en een wegschietende leguaan. In de grootste chaos wemelt het van de mogelijkheden.

De Wet van Aantrekking werkt vaak niet omdat het niet in het onbewuste zit.’ Ja… Thuis maak ik de envelopjes klaar. Omdat het hier zo vochtig is, plakten ze bij de eerste dag na aankoop al meteen aan elkaar. Dus ik snij ze voorzichtig open met mijn koksmes. Ik voel het gewicht van het mes nog eens in mijn hand. Wat je daar allemaal mee kan doen… met zo’n mes… Tel het geld vier keer na, want ik raak steeds de tel kwijt en stop het dan in de open envelopjes. Om drie uur kom ik aan, in een stralende zon bij de Botanische Tuin. De wachter wijst me nu naar en andere plek waar ik gisteren stond. Maar gewoon die mensen achterna lopen? En verrek, ik hoor de muziek al. En wat een volk! Veel meer dan gisteren! Mijn ogen zoeken over een duizend koppen razendsnel Paquita. Ik hoor me zeggen dat ze voor mij op de loop is.
Neeeee, dat is mijn eigen gedachte en gevoel! Want als ik haar vijf minuten later zie, kan ik me gelukkig ontladen, hoe vervelend ik dat allemaal vind. ‘Nee, geen probleem. May. Is goed.’ Ja, nu weet ik nog niks. Of beter gezegd ik weet het wel, maar zit nog steeds met mijn gevoelens van totale twijfel. Vijfentwintig jaar tussen de ratten en de haaien van de latinscene hebben mijn gevoel van vertrouwen in het lot aangetast. Niks ervan! Paquita zegt dat het goed is, dus dan is het goed. Amalia. De volgende die ik dat even moet zeggen! Wat een mensenmassa!
Zie Annie nog, Paquita’s zus en mijn kapster die als een gek in de weer is met broodjes en worstjes. Ze hoort me niet. Bij het podium vind ik Amalia. ‘De jongens komen om vier uur. Ze hadden nog een optreden aangenomen. Ja, je had dat gisteren met hun afgeproken.’ Weer veel teveel woorden en gebaren…Was ik bij de gecancelde radiouitzending nog een lotgenote, nu voelde ik haar lijnrecht tegenover me. Ze klemt haar tanden op elkaar. ‘Ik wist niet dat jullie geboekt stonden van 1 tot 6,’ zegt ze kortaf. Is niet erg en laat los. ‘We spelen tussen de programma’s door. Het wordt vast leuk!’ hoor ik me nog zeggen…

Het zondagmiddagprogramma is ook heel erg leuk. Ik heb grote schik in al dat jonge talent. Een Suzuki vioolklasje, de bombagroep van de Cepeda’s uit Santurce met hun fantastische voorstelling, de Areito’s. Ik loop met mijn camera tussen het publiek. En zie een meisje van nog geen twee, die toch echt vastbesloten is om met het ventje naast haar te gaan dansen. Ze slaat haar armen om hem heen. Hij kijkt wat benauwd. Dat voelt ze, dus pakt ze zijn handjes. En beweegt haar heupen. Ik kom niet meer bij, en de mensen om me heen ook niet. ‘En bedank hem nu maar dat je met hem mocht dansen,’ zegt zijn moeder vanuit een strandstoel. Ze kijkt hem diep in de ogen, zo van ‘contact.’

Als de jongens de groene heuvel op lopen wachten we nog dik een half uur. Pablo neemt me even apart. ‘May, weet je, ik ben niet meer de leider van Son de Pandero. Omdat ik het zo druk heb met mijn werk, regelen de jongens dat nu onderling.’ Ik glimlach en zeg: ‘Ik heb Javier vanochtend ook meteen gebeld en hem gezegd ervoor te zorgen er om 1 uur te zijn. En weet je wat ie zei? ‘Ik volg Pablo wel, dat is de leider.’

Ik met een brede grijns, en Pablo hoofdschuddend met zijn lippen op elkaar. ‘Pablo, je weet toch, dat Puerto Ricanen niks liever doen dan de verantwoording van zich afschuiven! Het spook van de kolonisatie! Maar ik ben zo blijijijij dat jullie er zijn!’ en ik omhels hem: ‘Jij beschikt trouwens over uitzonderlijke diplomatische kwaliteiten! Ze kunnen jou zo naar een Afrikaans land sturen om een stammenconflict op te lossen. Dat deed je echt geweldig vanochtend! Het zijn gewoon mijn eigen gevoelens uit het verleden, die zo’n situatie dan dreigen te bederven.’ ‘Luister May, als Paquita je nou die tweede helft niet betaalt, je hoeft mijn deel niet te betalen. Dat wil ik niet!’ ‘Aaah, dat is erg lief, Pablo. Maar ze zei dat het goed was. Ik ben vandaag en gisteren naar de bank geweest en ik betaal jullie vandaag allemaal.’
De Cepeda’s zijn bezig met hun slotnummer. En Amalia wenkt ons dat we meteen na hun voor de bühne kunnen spelen en dan op haar teken het feestterrein op kunnen lopen. Ik groet de bombadansers. Hoor mijn naam en Son de Pandero door de microfoon. En begin met ‘A tí na má, te quiero a tí na má’. Jou alleen, ik hou van jou alleen, om mee te dansen om plezier mee te hebben. Half omkijkend, verschijnt daar inene Myra in het wit tussen de luidsprekers met een pandereta in de hand en zingend achter Pablo, en een vriend die ook pandereta speelt. Met achter hem een luidskeel zingende Paquita die de Puerto Ricaanse guïro speelt! Dan heeft ze toch verstand van live muziek! Vanuit het publiek sluit ook een klein ventje met een quinto aan (de kleinste maat pandereta). En meppen op dat ding! Ik kom niet meer bij! Meteen die honderden mensen ook meezingen!
Alles is vergeten van ‘het afgelopen etmaal. Hier gaat het om, dit is het moment. In het nu! Als een magneet trek ik kinderen aan! Een meisje van een jaar of zes staat glunderend naast me met zo’n blik van ‘Ik vind jou leuk. Ik ga met jou mee!’ We hebben zo’n succes, dat als Amalia me gebaart om door te lopen naar de eetkraampjes tweehonderd meter verderop, we nauwelijks door kunnen lopen. Ik voel me een soort rattenvanger van Hamelen. Kinderen achter en voor ons, links en rechts naast me. De mensen in de rijen bij de eetkraampjes stralen allemaal.
Puerto Ricanen laten zich zo gemakkelijk in rijen zetten. Dus we hebben plotsklaps een publiek van vijftig man op rij! Mijn vriendinnetje staat ook al weer naast me en geeft me glunderend een high five. ‘Hola, mi amor,’ zeg ik. Myra een en al smile. Alsof ze bij de band hoort! Onze zanger Luis, heeft zijn megafoon bij zich. En die zet daarmee nog eens de tent op de kop. Gebaart naar me, mambo. Oké, en ik verzin een instrumentaal tussenstukje. En weer coro, wat alle wachtenden meezingen. Aplausooooo. Het zweet gutst van mijn hoofd. Het meisje naast me houdt de trombone vast, stralend. Zo van, dan ben je ook een beetje trombonist als je die vasthoudt. Haar moeder tikt haar vermanend op de arm. Ik kijk naar de vrouw. ‘Dat mag hoor!’

Een ander meisje, dat echt de helft van mijn instrument is, heeft me al een tijdje totaal geobsedeerd staan te bekijken. Komt dichter bij in haar roze jurkje. Pakt mijn trombone, gefocust op het mondstuk en een blik van ‘daar deed jij iets mee, he?’ En roeeeef vliegensvlug zet ze haar lipjens erop. Ik moet zoooo lachen! En houd de trombone even voor haar mond, zodat ze dan op zijn minst even kan blazen. Maar haar moeder belet dat. ‘Laat haar toch even.’ Nee. Ik zucht. Nee, dan de vader die pandereta speelde met zijn zoon, dat is een ander voorbeeld. ‘Mi amor, hoe oud ben jij?’ ‘Drie.’ ‘Oh, en wat speel jij goeoeoeoed!’ En hij gaat nog eens even precies zo staan als die quinteros, wanneer ze een solo spelen. De rug lichtelijk gebogen, de quinto zo vastgehouden met de handpalm naar binnengericht. En meppen, jongen, met opeengeklemde lippen!

Ik lig dubbel. Zo’ne poet! Nou, ja, er staan zo’n dertig mensen om ons heen te fotograferen en te filmen. Een meisje van een jaar of negen staat ook al gefascineerd naar me te kijken. En schrikt als plotsklaps mijn schuif eruit vliegt op het asfalt. Ik ook trouwens! René heeft die veel te goed gerepareerd! De schade valt mee, zo op het eerste oog. Hij schuift nog. En verder met ‘Mañana por la mañana’, een andere plenaklassieker die ik in 1994 voor het eerst met Plena Libre speelde op de Universiteit in Ponce. Ik werd toen overvallen door hetzelfde gevoel van verrassing, blijschap, delen, verbazing als nu. Hoe Puerto Ricanen op hun plena reageren, is net zoals honden en kinderen. Dan vallen remmingen weg en wordt square line gedanst en keihard koortje gezongen.

Amalia komt ons halen om voor het andere programma te spelen, maar de artiesten staan al op het podium. ‘Is niet erg,’ zegt ze lachend. Son de Pandero sluit de Fiestas de San Sebastián in de Jardín Botánico op het podium. En alweer een legio kinderen naast ons. Een kleine antilope met zo’n prachtige bos krullen van een jaar of acht die plena danst en zo ongelofelijk goed. Ze ís gewoon een danseres! Haar fragiele bouw, de soepele bewegingen in haar schouders, handen, heupen, de passen die ze maakt! Ik ben verbaasd. En dankbaar nemen we het applaus in ontvangst. ‘Myra, wat een ontzettende verassing dat je gekomen bent!’ ‘Ik heb de sávila voor je bij me,’ zegt ze. ‘Oh, echt? Geweldig.’ Ik neem afscheid van de jongens: ‘¡Muchísimas graciassss!’ en loop naar een gelukkige maar nog even chaotische Paquita achter een kraampje, die het fooien potje aan het tellen is. ‘Paquita, zal ik je dan morgen bellen om de betaling te regelen?’ ‘Ja, is goed.’ ‘Bedankt, he! Ik bel je deze week.’ Jahaaaaaa.
Myra neemt me even apart en zegt zachtjes: ‘Je hoeft me niet te betalen voor dit optreden. Maar je zou me een groot plezier doen met $10 of $ 20. Ik zit op zwart zaad en dan geef ik mijn vriend wat voor de benzine.’ Een gevoel van dankbaarheid hangt al een half uur over me heen. Denkend aan de Wet van Geven. ‘Och, weet je Myra, zo’n rot klein tubetje koortslip creme kost $ 20,- en het helpt niet. Dus natuurlijk! ‘En zonder enige twijfel haal ik een $20,- biljet tevoorschijn en geef het haar. ‘Je weet niet wat voor een plezier je me hier mee doet,’ en ze omhelst me.
Bij de auto overhandigt ze me de grootste stengel aloë vera die ik ooit gezien heb. ‘Hier, gewoon even wassen en invriezen.’ ‘Te gek!’ ‘Waar staat je auto?’ ‘Eeeeh, daar ergens.’ En ik zou daar nog een dik half uur rondlopen, heuvel op, heuvel af, terwijl de schemer razendsnel inzet. Wanneer was het de laatste keer dat je je auto kwijt was? Je onderbewustzijn slaat dat op, je bewustzijn niet, hoor ik een radio citaat. Heilige, Anthonius beste vrind. Kom ik bij een bewaker. ‘Misschien moeten we even een bewaker bellen dat hij met u rondrijdt.’ Dat is ook niet de eerste keer. Vorige week nog op de Kerstborrel (ja, 17 januari) van de meidensalsaband op die waanzinnige plek, een park aan de inham van Cataño en Oud San Juan. Myra kwam toen ook al niet meer bij, toen ze mij triomfantelijk in de pick-up van een bewaker zag aankomen, die mij vierhonderd meter lopen wilde besparen. Ach, ik heb allang ontdekt dat ik het leven van bewakers kleur geef door gewoon ‘ja’ te zeggen, als ze vragen: ‘zal ik u even brengen?’

Maar nu wil ik even contact hebben met het onderbewustzijn. Ja, vind je het gek? De staat van zijn waarin ik was toen ik hier aankwam! Een bocht om en weer diezelfde bewakers: ‘Bent u een trap afgelopen?’ … ‘Uuuurrrrgg, ja! ‘ ‘Ah, dan moet u die kant oplopen de achterkant van dat gebouw.’ En ja hoor! Vermoeid stap ik in en verlaat de parkeerplaats. Telefoon. Paquita. ‘Maaaaay, waar ben je?’ ‘Eh, ik ben hier op een parkeerplaats weet ik veel waar!’ ‘Ja, kom de helft van dat geld nu even halen. Wat we hadden afgesproken.’ Een huivering schiet over mijn ruggegraad. Hier zijn hogere krachten aan het werk… Mijn benen trillen. Daarom moest ik een half uur rondlopen! ‘Bij jou boven op het terrein?’ ‘Ja, wat dacht jij dan?’ ‘Oké, ik kom eraan.’ Ook dat zal nog twintig minuten duren, want bewakers zien er overal hetzelfde uit. En ze sturen me overal naartoe. Maar nadat mijn kapster Annie me nog even heeft begroet als een artiest: ‘Wat zie jij er goed uiuiuiit!’, overhandigt Paquita me en envelop en kust me. ‘Heeeel erg bedankt, May! En we drinken deze week even een glas. Bel me.’ Hoofdschuddend, glimlachend, verbaasd over dit knap staaltje ‘synchronicity’ en met een lampje zoek ik mijn weg over de boomwortels naar de auto.

De dag erna toch maar mijn maatje René gebeld. ‘Ja, kom maar langs. Ik heb nog wel een kurkje.’ René en zijn werknemer zien, net zoals bewakers veel te weinig vrouwen op hun werkterrein, dus ik krijg weer een partij testoron binnen via de cosmos. ‘Je weet dat jij een speciale klant bent.’ ‘Heb je een cd speler hier? dan laat ik je even Dí corazón horen van mijn cd. Dat heb ik met drie trombones opgenomen. Zo gek om dat terug te horen! Dan hoor ik echt drie persoonlijkheden, drie gezichten.’

  ‘Ja drie gezichten!’ zegt de andere reparateur lachend. Slaat zijn hand eerst op zijn linker- dan op zijn rechterborst en dan zijn gezicht.’Ja, zo kan ie wel weer! Ik merk het al. Hier is een tekort aan vrouw in de werkplaats! zeg ik met groot gebaar. ‘Hier moeten vrouwen in bikini werken,’ zegt René zich verkneukelend, terwijl hij een nieuw kurkje op mijn ventiel zet: ‘Zo! Klaaaaar!’ ‘René, wil je … ehm, misschien ook even naar mijn schuif kijken… Ehm?’ Je zei alleen het kurkje?’ ‘Ja, maar je had mijn schuif zo goed gemaakt, dat hij gisteren uit mijn handen schoot met die kinderen… Ik schaam me dood om dat te vertellen.’ Twee paar ogen prikken grinnekend door mijn gekwetste ego. ‘Ooooh, wij leven hier van de schaamte van anderen!’ En alle drie schateren we het uit. ‘Hoeveel ben ik je verschuldigd?’ ‘Aaaah, vijf dollar.”Hier, in godsnaam $ 10,- ,van vrijdag erbij…’ De wet van het Geven.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter