blog | werkgroep caraïbische letteren

Kinderen van zwarte bevrijders: Een verzwegen geschiedenis

door Jerry Dewnarain

‘De man die in november mijn hand vasthoudt, is geen Surinamer. Dat dacht ik toen hij het restaurant binnenkwam waar ik de boeken signeer. Zijn naam is Huub Schepers en hij zegt: “Mijn vader was een zwarte soldaat (uit Amerika). Ik ben zo blij met uw boek. Ik heb zo lang naar informatie gezocht over de achtergrond van mijn biologische vader.” (p. 6)

Familie Damen. Foto Alex Brothers.

Oorlog in Nederland
1944. Het is oorlog in Europa: de Tweede Wereldoorlog. Een van de grote geallieerde mogendheden, namelijk de Verenigde Staten, stationeert grote groepen soldaten in Nederland onder wie zwarte Amerikanen. Deze Amerikaanse soldaten strijken onder andere neer in de Zuid-Nederlandse provincie Limburg, en al gauw komen zij in contact met de plaatselijke bewoners. Dit contact wordt intiem, nadat operatie Market Garden is mislukt. (Operatie Market Garden was een geallieerd offensief in september 1944, aan het einde van de Tweede Wereldoorlog). Het is de grootste operatie op Nederlands grondgebied tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het was voor de geallieerden en Nederland grotendeels een mislukking doordat een laatste brug bij Arnhem niet kon worden ingenomen. Mede hierdoor werd het westen van Nederland niet bevrijd en kreeg te maken met de hongerwinter. Bron: hier

De zwarte Amerikaanse soldaten werden echter gediscrimineerd door hun blanke Amerikaanse collega’s. Zo werd hen verboden om naar feestjes van blanken te gaan. Ook bij een bezoek aan een café werden zij verjaagd door hun blanke collega’s. De Rest & Recreation Centers (R&R’s) waren ‘for whites only’. Paradoxaal genoeg hielpen de zwarte Amerikanen ook nog mee met de inrichting van die R&R Centres (p. 78). De zwarte soldaten hadden dus eigenlijk weinig vertier. Zij kwamen letterlijk nergens in, behalve in sommige buurten. Welke? Het waren vaak de arme volkswijken in de mijnstreken. Dus hier gebeurde het. Wat? In deze wijken werden er kinderen geboren met een donkere huidskleur. Over het algemeen werden alle soldaten in Limburg als bevrijders in de armen gesloten, ongeacht hun huidskleur. Voor zwarte soldaten was dit hartelijke welkom een volkomen verrassing, stelt Kirkels in haar boek Kinderen van zwarte bevrijders. Een verzwegen geschiedenis. Met de bevolking ontstonden hartelijke vriendschappen en relaties, ondanks de strikte voorwaarden waaraan zij zich van de legerleiding moesten houden. In de VS waren die verhoudingen ondenkbaar.

Kinderen met een kleurtje
Mieke Kirkels interviewde twaalf ‘kinderen met een kleurtje’ over de problemen die zij ondervonden. In haar boek komt naar voren dat deze kinderen in het witte naoorlogse Limburg werden nagewezen met de term ‘Amerikaantjes’. Zij vertellen hoe ze zich in hun jeugd handhaafden als uitzondering; hoe het anders-zijn hen heeft getekend; hoe het was op te groeien in het compleet witte en overwegend katholieke zuiden van Nederland. Het doel van het boek is volgens de schrijver, het vastleggen van een uitzonderlijk verzwegen deel van de Nederlandse bevrijdingsstrijd. Als bronnen heeft zij personen geïnterviewd (‘de zwarte bevrijdingskinderen’), een aantal geschreven bronnen en het internet (zie bronnenlijst op p. 190-192). In het begin vond men het exotisch, die kinderen met een kleurtje. Maar later liepen deze mensen toch tegen problemen aan, volgens de schrijver. ‘Als de moeder al getrouwd was met een blanke Nederlander, zorgde de geboorte van een gekleurde baby voor spanningen. Niet zelden kwamen deze kinderen in pleeggezinnen of internaten terecht.’ Maar ook kinderen van ongetrouwde vrouwen hadden het moeilijk in hun latere leven. Kirkels: ‘Ze werden ontvangen met de nodige scepsis. Veel Limburgers zagen hen aanvankelijk als “missiekindjes”. Dat was positief bedoeld, maar er zat wel iets paternalistisch in. Mensen hadden nog nooit gekleurde mensen gezien, behalve in missieblaadjes van de katholieke kerk.’

‘There is no greater agony than bearing an untold story inside you’ – Maya Angelou
De bevrijdingskinderen in dit boek hebben een donkere huidskleur en kroeshaar. Op een uitzondering na zijn het ‘onechte’ kinderen, wat wil zeggen dat ze buiten een wettig huwelijk zijn geboren. Hun biologische vaders worden in hun land aangeduid als African Americans of blacks. Rond de herdenkingen van vijftig en zestig jaar bevrijding komen enkele kinderen van zwarte bevrijders in het Nederlandse nieuws. Ze zijn op zoek naar hun biologische vader. Huub Schepers is de eerste die het zwijgen doorbreekt dat zijn leven beheerst. ‘Huub wordt geboren wanneer de man van zijn moeder in een detentiekamp in Valkenburg zit. Daar hoort en ziet hij dat zijn vrouw zwanger is. Hij beseft maar al te goed dat het kind niet van hem kan zijn, omdat hij lang van huis is geweest. Het jongetje waarvan zijn vrouw in november 1945 bevalt, is van een zwarte Amerikaanse soldaat. Hij eist van zijn vrouw dat ‘dat jong’ moet verdwijnen, voordat hij thuis keert. ‘En als je dat niet regelt,’ zo dreigt hij, ‘verzuip ik hem in een emmer’. Schepers krijgt strafvermindering als hij Huub toch als zijn wettelijke zoon wil erkennen. Wanneer hij vervroegd naar huis terugkeert, is Huub al weg. In hoeverre de familie van moederskant weet had van de uithuisplaatsing van kleine Huub is niet bekend.’ (p. 151)

Discriminatie
De twaalf verhalen in dit boek laten duidelijk zien dat de kinderen van de zwarte Amerikaanse bevrijders discriminatie en paternalisme hebben ervaren in het naoorlogse Limburg. Paradoxaal is het feit dat de zwarte Amerikaanse bevrijders met open armen werden ontvangen in de oorlog, terwijl het leven van de kinderen die zij verwekten anders verliep. Het was destijds een schande om ongehuwd moeder te zijn. De meeste bevrijdingskinderen werden wel liefdevol opgenomen in de familiekring, maar de Zuid-Limburgse samenleving plakte de kinderen het etiket ‘niet van hier’ en ‘onecht’ op. De vraag of de bevrijdingskinderen in hun jeugdjaren racisme hebben ervaren, is aan de hand van de twaalf testimonia in dit boek deels te beantwoorden. Of er in Limburg dan sprake is van structureel racisme, blijft volgens Mieke Kirkels, buiten beschouwing. Zij volstaat met een korte situatieschets. ‘Hoewel de praktijk in de koloniën anders is, komen zwart en wit in Nederland eeuwenlang nauwelijks met elkaar. Dat verandert gaandeweg als na de oorlog mensen uit Nederlands-Indië naar Nederland komen. Zij vestigen zich voornamelijk in de grote steden. Als later, in de jaren zeventig, meer Surinamers en Antillianen naar Nederland komen, verandert het straatbeeld in de grote steden in de Randstad, maar in Limburg is dat niet het geval. Daar wonen dan naast de Molukse Limburgers naar schatting zeventig kinderen van zwarte bevrijders en slechts zo hier en daar Surinamers en Antillianen.’ (p. 12/13)

Suriname
Kirkels’ boek had even goed over de oorlogstijd in Suriname kunnen gaan. Ook hier waren Amerikaanse soldaten gelegerd. Nederland en Suriname hebben een gedeelde geschiedenis: lopen hier ook nakomelingen van (zwarte) Amerikaanse soldaten rond? Een vergelijkend onderzoek is zeker de moeite waard. Een ander raakvlak is dat net als op verschillende plaatsen waar Amerikaanse soldaten waren gestationeerd in Nederland, de hoeren goede zaken deden. ‘In een straat in een dorp in Maastricht doet ook hoerenmadam D. goede zaken in de bevrijdingstijd. Ze heeft dan zwarte soldaten als klant. … In de omgeving wordt later een aantal zwarte kinderen geboren’ (p. 88). In Suriname kennen wij een bekend geval namelijk het leven van de prostituee Wilhelmina Rijburg alias Maxi Linder. Over haar leven heeft wijlen Clark Accord een roman geschreven. Volgens deze roman heeft Maxi Linder geen kinderen gekregen, maar er waren tientallen hoeren die de Amerikanen hun diensten bewezen. Hoeveel zwarte Amerikaanse soldaten in Suriname gestationeerd waren, moet natuurlijk ook worden onderzocht.

Kinderen van zwarte bevrijders. Een verzwegen geschiedenis is opgedragen aan Huub Schepers (12 november 1945 – 14 januari 2016). In dit boek wordt een lang verzwegen geschiedenis blootgelegd die inzicht geeft in de bevrijdingstijd van Nederland, maar het vertelt ook over hoe het blanke deel van Limburg uit de oorlog omging met huidskleur. Het is een verhaal van zwarte Amerikaanse soldaten, jonge Limburgse vrouwen en hun kinderen dat een leemte vult in de geschiedschrijving van de bevrijding van Nederland. Maar het is voor ons ook een eyeopener hoe men in oorlogstijd omging met het fenomeen interraciale relaties.

Mieke Kirkels, Kinderen van zwarte bevrijders. Een verzwegen geschiedenis. Uitgeverij Vantilt, Nijmegen & Mieke Kirkels, Cadier en Keer, 2017. ISBN 978 94 6004 3215.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter