blog | werkgroep caraïbische letteren

Kenneth Zandvliet – Galibi

Onderweg terug ….

De korjaal baant zich een strakke weg door het kalme water

Vanaf het witte strand, waar de ochtendzon een flirt maakt met mijn bronzende lichaam, trommelen bevriende indianen nog een laatste afscheidsgroet

Papegaaien lijken een ritueel boomspelletje te spelen
Terwijl een zilte zwoele wind mijn lippen teder zoent

Ik begin mij stilletjes af te vragen hoever volmaakt geluk echt reiken kan
Ik bloei, gloei en ervaar zowaar een ritme in het zacht klotsende water van de Marowijnerivier
Alles balanceert hier in een bijna mystiek evenwicht

Even schrik ik lichtelijk op om het beeld van de vroege morgen, toen de lederschildpadden geen betonnen kolossen bleken te zijn
Maar de klanken van de bootsman, die zijn lied zingt over boto’s en skwala’s verzachten direct mijn ontzagwekkende angst

Verderop krult een luiaard ineen en klampt zich stevig vast aan de takken van de machtige kankantri, terwijl hij al blind is van slaap

Gelijkend dolfijnen gaan kolibries de sprint aan met onze boot
Vederlicht worden zij door de wind gedreven
Het opkomende zonlicht weerkaatst een duizelingwekkende schittering van hun onuitspreekbare kleuren
Maar als de gids bijna indolent uit lighouding opstaat en zich languit begint te strekken, zwaaien zij plotseling, als door een kompas gedirigeerd, sierlijk en elegant zijwaarts af, waarna de gids luidkeels roept: “Albina, wi doro!”

 

Galibi. Foto © Michiel van Kempen

.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter