blog | werkgroep caraïbische letteren

Ken Mangroelal – Leguanen

Wat heb ik die achterna gezeten. Met buks en katapult hun vredige leven compleet verstoord. In Caribbean Rhapsody komen ze tweemaal voor. En bij mijn eerste terugkeer naar Aruba bezocht ik de eerste de beste mondi en riep luidkeels uit:

“Yuananan
Mi tey atrobe
Ma no spanta
Ma bolbe
Sin scopet.”

“Leguanen
Ik ben er weer
Maar schrik niet
Ik ben terug
Zonder mijn buks.”

Foto © Ken Mangroelal

 

Bevreesd voor mijn stem waren ze niet. Tijdens de jacht op hen hebben zij die nooit gehoord. Wel voor mijn gestalte en feilloze blik die hen ondanks hun schutkleur als een pijl van Apollo in een boom of cactus trof.

En zelfs de leguanen in de aardsparadijselijke tuin van het Radisson Hotel stuiven voor me weg en laten zich niet bedonderen als ik als een vredige Adam door de tuin banjer met mijn whisky en de namen van de planten en dieren met respekt memoriseer.

De zwangere vrouwen moeten het nu zonder onze krachtige leguanensoep stellen en ook de foetus die middels de moeder de overlevingsdrang van dit dier meekreeg die alle kosmische rampen heeft overleefd.

Ze laten mij vrijuit gaan, hoewel zij met hun staarten zwiepen en mij daarmee striemend naar het Inferno van Dante wensen opgejaagd. Maar die straf is volgens hen altmodisch en uit de gratie geraakt.

Vrees niet leguanen ik gedenk jullie als boetedoening.

[overgenomen van Facebook]

on 21.07.2019 at 23:07
Tags: /

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter