Ken Doorson verkent de diaspora met expo Mothership
Beeldend kunstenaar Ken Doorson presenteert aan de vooravond van 37 jaar Srefidensi de expositie Mothership: een artistieke verkenning van onze identiteit. Deze solo-expositie wordt van 21 tot en met 24 november in Fort Zeelandia in Paramaribo gehouden. Doorson zegt dat hij de expo in Fort Zeelandia houdt omdat “het een bijzondere plek gaat, waar voor mij gevoel het verleden en heden samenkomen”.
De levensgrote portretten van Doorson brengen je in verwarring: de zwaarmoedige uitdrukking op de gezichten contrasteert sterk met de uitbundige kleuren waarmee die zijn weergegeven. Doorson schildert in zichzelf gekeerde mensen – de ogen gesloten, een uitdrukking van pijn, woede, vertwijfeling of verdriet op hun gezicht.
Zijn Mothership voert de kunstenaar – en de toeschouwer – naar het verleden. Het doorkruist de geschiedenis van de kunstenaar, diens familie en hun land Suriname, maar begeeft zich ook ver daarbuiten; het universele thema, diaspora, laat zich niet beperken tot grenzen in plaats of tijd. ‘Mothership’ is de virtuele inspiratiebron die je meeneemt”, zegt de kunstenaar.
Inspiratie
Inspiratie vindt Doorson in gesprekken, verhalen, beelden, de natuur en literatuur. Historische beschrijvingen van mensen geven niet alleen inzicht in voorbije tijden, maar helpen ook om hen neer te zetten als personen van vlees en bloed. Een intrigerend drieluik van de verzetshelden Kodjo, Mentor en Present is een duidelijk resultaat van deze aanpak.
“Het gaat om heel beladen onderwerpen. Dit is een manier om deze emoties abstract te benaderen”, verduidelijkt de kunstenaar zijn niet-alledaagse portretten. “Op deze manier probeer ik dramatiek te creëren.”
Boni, een schilderij van de legendarische vrijheidsstrijder, is in 2009 aangekocht door het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee). Dit doek is deel van een tweeluik, waarvan het andere deel te zien is in hotel Cottica du Maroni aan de Van Sommelsdijckstraat.
Keramiek
Doorson vertelt zijn verhaal niet alleen met schilderijen. In Fort Zeelandia staan ook tientallen ongepolijste, ruwe koppen van klei. Van de meeste gezichten is de neus, kin, mond, een oor of oog opgeblazen tot onevenwichtige proporties. De pastoor van dit bonte gezelschap parochianen is door Doorson geschilderd. Keramiek en schilderij vormen samen de installatie “Mea Culpa”, die draait om de vraag welke rol het geloof heeft gespeeld in de slavernij en de handhaving daarvan.
“Dit is werk met een ziel; het gaat spreken!” zegt de maker, die van 1994 tot 2006 buiten Suriname woonde, studeerde en werkte. Na zijn remigratie is Doorson zich ook gaan toeleggen op boetseren. Hij werkt met Surinaamse klei en bakt de koppen in de oven van Soeki Irodikromo.
Opening
Last Song, een gedicht van de kunstenaar, wordt bij de opening vertolkt door theatermaker Erwin Tolin Alexander. Dichter/zanger Djinti opent de avond op muzikale wijze.
In Fort Zeelandia vertoont Doorson de documentaire Katibo Ye Ye van regisseur Frank Zichem. Hierin zien we hoe de Surinaamse Nederlander Clarence Breeveld in Suriname en Ghana op zoek gaat naar sporen van de slavernij. Deze documentaire sluit qua onderwerp, invalshoek en betrokkenheid goed aan bij de thematiek van de expositie Mothership.