Kemara (ps. van Vincent Karijowidjojo, geb. 1956) – Nalika budhal tandur/Op weg naar de sawa
Nalikane ing bang wetan sunar surya rantak‑rantak
lan tumetesing ebun amiwiti sinangling ing pepatra,
kadya sinebaran gulma inten lan kencana, kinencar,
sarwi Batara Bayu ndhalang srana mega‑mega,
mayang lampahan mega gagal mendhung nunggal
sarta kelir antariksa lazuardi,
aku kelingan…
kluruke jago, sesautan ngambali crita asih,
kairing wiramaning kodhok ngorek
lan manuk‑manuk ngoceh,
sinartan bethet klawan perkutut dhedhe,
aku krasa…
lunyune galengan‑galengan blethok,
suket‑suket lukar panganggo siram jamas ebun resep,
samparan anyep,
yekti kaelinganku tan bisa klalen wektu kuwi,
nalika sliramu lumaku,
nrabas rerumputan sarta sampingan bathik lawas klebus ebun,
teles klebes sarwi blethok kraket ing tlapakan,
budhal angrapungi tandur sawah pategalan,
sliramu wektu kuwi angasta tanganku
ngidung sarkara pocung,
lela‑lela ledhung, lela‑lela ledhung…
[Javaans]
Op weg naar de sawa
Als ik in de ochtend, terwijl aan de horizon
de stralen van de ochtendzon doorbreken
en het licht de dauwdruppels laat schitteren
als honderdmiljoen gestrooide diamanten en glinsterend goud,
en ook de God van de Wind gelijk een poppenspeler
een wajangspel opvoert met de blauwe hemel als scherm
waarbij witte wolken van de donkere verliezen,
dan herinner ik het weer…
de kraaiende haan die telkens weer zijn liefdesroep herhaalt
harmonieus begeleid door de kikkers, kwakend,
en zingende vogels
die samen met de parkieten en de houtduif
kwetterend en roekend zonnebaden,
dan voel ik het weer…
gladde en modderige paadjes
en het gras, naakt, nat en buigend door de dauw,
en koude voeten,
dan vergeet ik mijn herinnering aan toen niet meer,
toen jij, rustig lopend,
met bemodderde voeten en je oude sarong kletsnat van dauw
op weg was om rijst te planten op het veld,
mijn hand vasthield en een lied zong
in versmaat pocung,
lela‑lela ledhung, lela‑lela ledhung…
[Vertaling van de dichter. Verschenen in: Michiel van Kempen (red.), Spiegel van de Surinaamse poëzie. Amsterdam: Meulenhoff, 1995, pp. 676-677.]