blog | werkgroep caraïbische letteren

Kees ‘t Hart recenseert Herrenberg, Herrenberg reageert

In De Groene Amsterdammer van 14 september 2023 recenseert Kees ‘t Hart de tweede roman van J.Z. Herrenberg, Opperhalfrond, het tweede eel van de cyclus Door het oog van de cycloon. De auteur neemt die recensie over op zijn Facebook-pagina met zijn eigen toelichting en na de recensie barst het commentaar van anderen los (hieronder, afgesloten op 14 september om 9.00 uur).

Is hij er ook zo eentje?

door Kees ’t Hart

Het nieuwe boek van J.Z. Herrenberg probeert zich op alle mogelijke manieren aan een recensie te onttrekken. Samenvatten lukt niet, vergeet het maar, dan doe je het geen recht omdat je je eigen woorden gebruikt, het boek slaat erop dood. Eruit citeren? Zou kunnen maar dan krijgen lezers de indruk houvast te hebben, terwijl je dat alleen krijgt als je het hele boek citeert. De makkelijke weg was en is dit boek te beschrijven als een nieuwe loot aan de stam van de ‘experimentele’ literatuur. Dan ben je er snel vanaf.

Bij Herrenbergs vorige boek, Nederhalfrond (2018), lieten wij, beroepslezers, ons hierover niet onbetuigd (ja, ik ook). Voordat we het wisten zaten we al aan driehonderd recensiewoorden en hadden we de lezer doodgegooid met de bekende namen. Arno Schmidt, James Joyce (Finnegans Wake niet vergeten) Uwe Johnson, bij ons Jacq Vogelaar en Sybren Polet. De recensieclichés vlogen over tafel: ‘gedurfd’, ‘andere literatuur’, ‘denkende literatuur’, ‘ontregelen’, ‘antiliteratuur’, ‘baanbrekend’, etcetera.

Recensenten lazen vroeger een paar van de boeken van deze altijd dezelfde maar nooit gelezen standaardhelden, de meeste lezers lazen ze niet en bleven verweesd achter. Moeten we nu echt aan Herrenberg beginnen? Is hij er ook zo eentje? En ondertussen liep hij zowel handenwringend als handenwrijvend in zijn met boeken, papieren, leggers en mappen volgestouwde werkkamer rond. Ze begrijpen er niks van, wat denken ze wel, ik schrijf geen andere literatuur, ik schrijf literatuur. Meer niet. En dat doe ik al mijn hele leven. Het is in ieder geval nooit goed.

Overigens zit ik nu al op ruim 250 woorden en ik heb nog niks over dit wonderlijke, burleske, bewonderenswaardige, belachelijke, pathetische en verpletterende boek gezegd. Waarin mensen met elkaar oeverloos praten, zonder dat duidelijk is waarover ze het hebben en wie aan het woord is, terwijl de gesprekken soms 130 pagina’s lang door- en doorgaan. Waarin verschillende Nederlanden dwars door elkaar lopen, waarin de premier van Nederland een vrouw is. Waar banaliteiten en verheven citaten dwars door elkaar lopen. Waarin tientallen figuren onafgebroken praten en rondpraten. Waarin het Residentieorkest en het Nederlands Danstheater Le Sacre du Printemps in het nieuwe Haagse theater opvoeren, waarin je heel soms iemand meent te herkennen (dan al weer weg). Waarin het leven van een baksteen wordt naverteld. Waarin vooral Delft en Den Haag een belangrijke rol spelen, waarin verschillende Jezusfiguren ronddwalen, waarin Buronen (?) en Nodelonen (?) met elkaar in debat (?) gaan. Waarin iedere ontroering is weggerationaliseerd, waarin satire altijd rondhangt en verlangen soms stil aan de deur klopt.

Kernloos, ruimteloos en ankerloos georeer

Je kunt dit boek makkelijk tot de grond toe afbranden omdat het te pathetisch is, te bedacht, te veel, te dol, te satirisch, te weinig, te van alles, te literatuur. Maar dan speel je de schrijver te veel in de kaart: hij wil ten koste van alles niet begrepen worden en geen complimenten krijgen. Om literatuur gaat het, stupid! Een lofzang heeft dus ook geen zin, ieder loflied slaat dood. Onbespreekbare Literatuur, Herrenberg schrijft het en hij doet het uit volle overtuiging en ongegeneerd.

In de kern is dit kernloze werk (het woord ‘roman’ ontbreekt op kaft en in binnenwerk) een autobiografisch boek, dat is het raarste van alles. Tussen het ruimteloze en ankerloze georeer door, gepraat-in-zinnen is een betere omschrijving, duiken af en toe autobiografische stukken op. Herrenberg bemoeit zich er soms onder zijn eigen naam mee. Daar hield ik me graag aan vast zoals een drenkeling aan een reddingsboei. De schrijver Jezetha van Zanareth beweegt zich door de contreien van Delft en Den Haag en laat zich met hoofdletters aanspreken. Er zijn ook fragmenten rond John Otto Derlage, een andere afsplitsing van Herrenberg, over wiens getroebleerde verleden je tussen de regels door wel iets zou kunnen reconstrueren. Maar iedere uitleggende verheldering ontbreekt.

De schrijver verwerkte stukken (brokjes) over zijn grondeloze liefde voor literatuur en de route die hij naar dit bravoure werkstuk aflegde. Maar hij slaagt er steeds moeiteloos in de precieze feiten en gebeurtenissen zo snel mogelijk aan het oog te onttrekken. Angst voor medelijden, begrip en weerklank, geen documentatie en zelfbeklag, daar gaat het niet om.

Pathetiek schuwt Herrenberg niet, woordspelingen en -spelletjes ook niet (‘Fuckingham Palace’), citaten uit de wereldcultuur drommen af en toe samen. Politieke wijsheden uit het handboek van de geëngageerde schrijver ontbreken, dat is hem te min. Zijn zinnen zijn altijd precies, puntig en correct. Ze dobberen weliswaar in eenzaamheid rond te midden van andere zinnen en andere contexten, maar ze zijn altijd puntgaaf, nooit breedsprakig, moeizaam of slordig. Vaak vrolijk en transparant.

Genoeg informatie. Haal het er allemaal zelf maar uit. Zoek je eigen citaten bij elkaar en schrijf ze in een schrift. Ga het maar lezen als je durft, gek zijn we allemaal toch al en dit boek kan er nog wel bij. Nee, eruit citeren heeft geen zin, geloof me maar, snappen ook niet, er valt niets te snappen, behalve dan dat het maar door- en doorgaat. Net als literatuur. Reconstrueren, interpreteren, het slaat allemaal dood, uitleg ten strengste verboden. Deel 3 volgt.

J.Z. Herrenberg

Herrenberg laat dit aan de recensie voorafgaan op zijn Facebook-pagina:

J.Z. Herrenberg in gesprek met Michiel van Kempen bij de uitreiking van de Erepenning van de UvA aan de laatste, 16 juni 2023. Foto © Katja Diroen

De ‘recensie’ in De Groene Amsterdammer van de hand van Kees ‘t Hart is verschenen. En eigenlijk ben ik er helemaal niet ontevreden over. Ik blijf erbij dat zorgvuldig lezen veel nodeloze wanhoop kan voorkomen. Ik ben veel minder onbegrijpelijk dan Kees denkt. Alleen: ik combineer, synthetiseer en dat met grote snelheid in ongebruikelijk proza en met een nieuwe structurering. Kees ‘t Hart beschrijft mij als een soort ongevoelige wreedaard die tegen elk begrip in zou schrijven. Neen. Ik wijk alleen af van het vaak slappe gebruikelijke om kleur, vaart en leven op de pagina te winnen. En eigenlijk ziet de geplaagde recensent dat ook wel, maar hij kan het resultaat (nog) niet (om)vatten. Dat mag. De tijd brengt alles aan het licht.

Het probleem is niet dat ik onbegrijpelijk zou zijn, maar dat men het is verleerd als een Sherlock Holmes te lezen. Ik kauw niet voor.

De commentaren

Tom BrinkmannAls je, zoals Kees ‘t Hart, altijd vergelijkbare boeken beoordeelt, vorm je onbedoeld en, aan zijn eigen reactie op jouw boek te zien, ws ook ongemerkt beperkingen in je hoofd.Dat is het begin van de dood van de menselijke creativiteit en dan kun je een boek dat afwijkt van het gemiddelde idd niet begrijpen, laat staan een inhoudelijk recht doende recensie schrijven.Broeder, wat mij betreft heb je alleen al door het verhaal van ‘t Hart, de Gouden Griffel verdiend. Of de Libris of de AKO literatuurprijs.Kies jij maar.Je verdient ze allemaal.Al zal Kees nooit begrijpen waarom……3

  • Petra Van ReenenNiet bij iedereen gaat het licht aan. Hij kent de man achter en in het boek niet .Maar interessant hoe hij het omvat .2
    • Leuk
    • Beantwoorden
    • 13 u
  • Dick StammesNou, ik kan me geen betere recensie voorstellen dan deze. Hulde!4
    • Leuk
    • Beantwoorden
    • 13 u
  • Olivier JohannesIndien resencenten geen betaalde reclameschrijvers zijn, weerklinkt in hun kritieken vaak de frustratie dat ze maar stuurlui aan wal zijn en blijven. Cmiiw.3
    • Leuk
    • Beantwoorden
    • 13 u
  • Harmen VerbruggeKrijg hier dan toch wel zin in!2
    • Leuk
    • Beantwoorden
    • 13 u
  • Rudolph ClaghekeyeToch een knappe recensie; ik ga het boek zeker lezen
    • Leuk
    • Beantwoorden
    • 13 u
  • Marc ReugebrinkJongens jongens toch… Dit is een positieve recensie. Het helpt om het werk van Kees ‚t Hart er zelf eens bij te pakken en te zien waar hij al zijn hele letterleven mee bezig is. Lees ‚De neus van Pinokkio‘, met eindeloos geouwehoer over een Franse denker die zijn eigen vrouw ombracht, en je begrijpt dat zinnen als: ‘Je kunt dit boek makkelijk tot de grond toe afbranden (…) Om literatuur gaat het, stupid!‘ niet negatief bedoeld zijn. Inkapseling, ook inkapseling in wat ‘de literatuur’ heet te zijn, is ‘t Hart een gruwel. Zijn eigen oeuvre leest als een zoektocht naar ‘historieloze woorden’, en is een pleidooi voor en verlangen naar het recht op eigen gekte. Voor wie het interesseert: lees mijn essay ‘De wanhoop van de touwtjesknoper‘ (in ‘De inwijkeling’, Meulenhoff 2002. Dat gaat uiteraard over wat nu zijn vroege werk moet heten, maar lees dat essay eens, en lees dan Kees‘ recensie nog eens voordat de recensent op basis van gebrekkige kennis en onvermogen om een afwijkende (lezers)poëtica te herkennen, in de ban wordt gedaan.6
    • Leuk
    • Beantwoorden
    • 12 u
    • Bewerkt
    • Nico van der SijdeMarc Reugebrink Inderdaad, ja: we kunnen ‘t Hart moeilijk verdenken van verzet tegen niet al te traditionele literatuur. En ‘t Hart houdt juist wel van gekte, wat volgens mij ook in deze recensie alleen al door de stijl ervan wel te merken is. Naar dat essay in “De inwijkeling” ga ik trouwens eens op zoek.4
      • Leuk
      • Beantwoorden
      • 12 u
    • Johan HerrenbergMarc Reugebrink Eens, Marc. Al vind ik dat hij het onbegrijpelijke overdrijft, ik ben toch opgetogen over de bespreking.4
      • Leuk
      • Beantwoorden
      • 11 u
    • Nico van der SijdeJohan Herrenberg Ah! Thataboy!
      • Leuk
      • Beantwoorden
      • 11 u
    • Samuel VriezenMarc Reugebrink ik vind het leuk dat Kees zijn enthousiasme voor het boek wil delen. Maar het is wel jammer dat hij dingen zegt die gewoon niet kloppen. Wat Johan schrijft is niet kernloos of ruimteloos en is geschreven om begrepen te worden. Maar goed dat is dan maar het verschil tussen een recensie en een kritiek. Wie weet krijgen er mensen zin om Herrenberg te gaan lezen! Ik zeker, al kwam ik er nog niet aan toe om dit deel te openen, het ligt te wachten op dat er voldoende rust in mijn hoofd voor is. En eerst het eerste deel nog eens herlezen misschien.3
      • Leuk
      • Beantwoorden
      • 9 u
      • Bewerkt
    • Johan HerrenbergSamuel Vriezen Herlees Boek Nul in Nederhalfrond + het voorafgaande Majesteit! en – you’re more or less good to go! (in goed Nederlands)2
      • Leuk
      • Beantwoorden
      • 8 u
    • Nico van der SijdeJohan Herrenberg Inderdaad ja, zelf had ik ook eerst “Majesteit” en “Boek Nul” weer herlezen (wat trouwens geen straf was), en dat geeft een mooie basis voor het lezen van “Opperhalfrond”. Bovendien worden die stukken uit “Nederhalfrond” met terugwerkende kracht verrijkt als je daarna “Opperhalfrond” gaat lezen.
      • Leuk
      • Beantwoorden
      • 1 u
    • Johan HerrenbergNico van der Sijde Exact.
      • Leuk
      • Beantwoorden
      • 1 u
  • Marc ReugebrinkPS. Mijn herinnering bedriegt me: in ‘De inwijkeling’ heet het essay: De geschiedschrijver van het geluk – een bewerkte versie van ‘De wanhoop van de touwtjesknoper’, dat oorspronkelijk in De Gids stond.
    • Leuk
    • Beantwoorden
    • 12 u
    • Bewerkt
  • Nico van der SijdeDit is zonder meer een goed geschreven recensie, en ook een positieve, die sommige lezers wel zal wegjagen maar anderen juist zal aanlokken. En zulke aandacht in De Groene is alleen maar toe te juichen. Kortom: gefeliciteerd, Johan! En niet te somber doen over deze recensie, mensen! Niettemin wordt inderdaad het onbegrijpelijke- en het bewust niet begrepen willen worden- door ‘t Hart naar mijn smaak (en naar die van Johan dus) wel overdreven: “Opperhalfrond” is – net als “Nederhalfrond”- wel begrijpelijk en wil wel degelijk begrepen worden, maar niet op de gebruikelijke manieren. Hermetisch op zinsniveau is het in elk geval niet: het is bewust geen “Finnegans Wake”, ook geen “Ulysses”. Ja, er zit een Joyce- pastiche in het boek, maar dat is juist een verwijzing naar het verhaal “De doden”. En ja, je moet als lezer je best doen, dat wel, maar “uitleg ten strengste verboden” vind ik echt overdreven: er wordt niks voorgekauwd of voor de volle 100% verklaard, maar dat is nog wat anders dan streven naar onuitlegbaarheid.
    • Leuk
    • Beantwoorden
    • 12 u
    • Bewerkt
    • Johan HerrenbergNico van der Sijde Klopt. En zonder je een veer in zeker deel te willen steken – het verhaal in beide boeken heb je er goed uit weten te halen.2
      • Leuk
      • Beantwoorden
      • 11 u
    • Nico van der SijdeAh! Dank! Overigens, ter verdediging van ‘t Hart: misschien was “het verhaal er goed uit weten te halen” precies NIET wat ‘t Hart wilde doen. Misschien zelfs uit waardering voor de vreemdheid van je boek (die hij dus overdreef, maar wellicht uit enthousiasme): mogelijk wilde hij recht doen aan je boek door er zo onconventioneel en hyperbolisch over te schrijven.
      • Leuk
      • Beantwoorden
      • 11 u
    • Johan HerrenbergNico van der Sijde Kan. Ik zie hier wel beeldvorming, zelfs mythevorming. Ben ik geen voorstander van als het niet klopt. Ik ben geen schrijver die niet begrepen wil worden.
      • Leuk
      • Beantwoorden
      • 10 u
    • Nico van der SijdeJohan Herrenberg Nee, oke, DAT snap ik. Maar die onterechte mythevorming ligt in mijn beleving niet per se aan ‘t Harts hyperbolische stijl en vorm, maar aan een paar al te boude uitspraken die hij doet, zoals “uitleg ten strengste verboden”. Of misschien toch aan het feit dat hij helemaal niet op het verhaal ingaat, want DAT wekt weer de indruk dat “Opperhalfrond” kernloze chaos is zonder enige lijn of boodschap (zo van: “je redt je maar, lezer”), en DIE indruk had toch vermeden kunnen worden door ‘iets’ over het verhaal of een paar kernmotieven te zeggen. Met andere woorden: misschien heeft ‘t Hart, die volgens mij bewust overdreef, onbewust toch te veel overdreven. Maar goed, ik zie hier en op LinkedIn ook een paar mensen die juist extra nieuwsgierig naar het boek worden, en de recensie is positief bedoeld. Dus hoop ik toch dat bij jou vrolijkheid en trots overwegen, al begrijp ik je bezwaren ook heel goed.
      • Leuk
      • Beantwoorden
      • 1 u
      • Bewerkt
    • Nico van der SijdeJohan Herrenberg En bovendien, hij zet jou – alhoewel met enige zelfspot- toch neer als een soort nieuwe Joyce, die weer eens een “Finnegans Wake” geproduceerd heeft. Dat had hij op zijn minst kunnen nuanceren!
      • Leuk
      • Beantwoorden
      • 1 u

    Schrijf een antwoord…
  • Tjeerd DeelstraGewauwel
    • Leuk
    • Beantwoorden
    • 12 u
    • Johan HerrenbergTjeerd Deelstra Hij draaft soms door, maar coherent vind ik het wel, ook al denk ik dat sommige van zijn bevindingen niet zouden ‘hoeven’.
      • Leuk
      • Beantwoorden
      • 11 u
  • Nel GoudriaanAls je de recensie in De Groene met de afbeeldingen ziet, is het een mooie reclame voor je boek. 🙂En toch een geweldig compliment dat je zinnen altijd “puntgaaf, nooit breedsprakig, moeizaam of slordig” zijn. ““Vaak vrolijk of transparant”. Dat wil je toch ais schrijver.5
    • Leuk
    • Beantwoorden
    • 11 u
    • Nico van der SijdeNel Goudriaan Precies! Bovendien, Johan, je noemt ‘t Hart een “geplaagde” recensent en zegt in een latere comment dat hij “worstelt”. Maar is dat wel zo? Ik heb eerder de indruk dat hij een bewust tegendraadse stijl kiest, zoals hij wel vaker doet, en dat hij daarmee in dit geval ook nog eens recht beoogt te doen aan een best tegendraads boek. En dat veel van zijn termen – zoals “kernloos georeer” wel negatief lijken, maar eigenlijk lof betekenen voor de ongewoonheid van “Opperhalfrond”. Ik ben met je eens dat hij de ongewoonheid ervan misschien overdrijft, maar zou dat niet ook te maken kunnen hebben met enthousiasme voor de ongewoonheid?3
      • Leuk
      • Beantwoorden
      • 11 u
  • Arthur PrinsIk lees J.Z Herrenberg vanaf mijn 18e en niks is leuker dan dat… Johan schrijft totaal niet onbegrijpelijk… alle samenhang en begrip is in de tekst geschreven… alleen je moet het wel zoeken en vinden… maar dat maakt door het oog gaan van deze Cycloon zo avontuurlijk en bevredigend… Johans boek is een voorbeeld dat hard werken meer dan loont… maar dat geldt ook voor de poëzie van Kees Ouwens of Hans Faverey of voor Proust… Boeken zoals die van Johan zijn vrienden en metgezellen voor het leven…
    • Leuk
    • Beantwoorden
    • 10 u
  • Arthur Prinstip voor bij het lezen… benader de boeken van Johan niet als een negentiende of twintigste eeuwse roman, maar als een 21e eeuwse tv serie zoals The Soprano’s of Babylon Berlin…2
    • Leuk
    • Beantwoorden
    • 9 u
  • Arthur PrinsOf… zoals Twin Peaks…
    • Leuk
    • Beantwoorden
    • 9 u
  • Nina Targan MouraviIk krijg haast zin om jullie besprekingen van deze bespreking te bespreken.2
    • Leuk
    • Beantwoorden
    • 9 u
  • Theo Van Der WeideKnáp Johan, een van je talenten geprojecteerd te zien!
    • Leuk
    • Beantwoorden
    • 2 u

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter