Kaba ta kuminsá
door Bernadette Heiligers
Journalistieke gewoonten veranderen met de tijd. Nog geen 100 jaar geleden publiceerden enkele media volledige literaire werken in het Papiaments. Gedichten, korte verhalen of feuilletons verschenen integraal in kranten zoals Amigoe en La Prensa of in weekbladen zoals La Union en La Cruz. Wie kan zich dat nog voorstellen? Tegenwoordig vieren nieuws, actualiteit en opinie de absolute boventoon. En dat mag, hoewel aandacht voor de literatuur in brede zin ook wenselijk is.

Enkele maanden geleden verscheen een dichtbundel in het Papiaments getiteld Kaba ta kuminsá. Daarmee traden negen jonge dichters naar voren met een nieuw geluid. De bundel is uitgegeven door Nifdelli Martis en geredigeerd door Nifa Ansano en Juan-Carlos Goilo. Crisèn Schorea ontfermde zich over taalcorrecties, Jeroen Heuvel voorzag ieder gedicht van een Nederlandse vertaling, en Alejandra Cijntje zorgde voor de opmaak en illustraties.
Ieder aspect van dit boek laat zien dat het zorgvuldig is geproduceerd. De gedichten zijn in 2022 tot stand gekomen tijdens een workshop Punt’i Lenga, onder artistieke leiding van gevestigde auteurs. Men kan de nieuwe bundel goed vinden of niet. Maar zowel de vormgeving, de inhoud, als het tempo van de gedichten, ogen en voelen nieuw.
Nieuw vergeleken met de poëzie van de pioniers aan het begin van de 20ste eeuw, zoals Joseph Sickman Corsen, Willem Hoyer en Emilio Davelaar. Ook in vergelijking met de groten die hen opvolgden maar die er inmiddels ook niet meer zijn, zoals Guillermo Rosario, Luis Daal, Pierre Lauffer, Elis Juliana en Nydia Ecury. En vergeleken met het werk van de dichters die gelukkig wel onder ons zijn, zoals Lucille Berry-Haseth, Maria Diwan, Philip Rademaker en Gilbert Basilio.
De rivier stroomt verder. De bundel toont dat de jonge dichters de literatuur en het Papiaments serieus nemen. Het is te hopen dat de media er aandacht aan besteden. Want journalistieke accenten kunnen met de tijd verschuiven, maar de waarde van literatuur blijft onveranderd.