blog | werkgroep caraïbische letteren

Juryrapport van de Donner schrijfwedstrijd 2020

De uitslag van de Donner schrijfwedstrijd van 2020 is bekendgemaakt op 9 december. Deze happening vond plaats in ‘Buitensociëteit het Park’ onder passende coronamaatregelen. In de introductie vertelde notaris Carlo Jadnanansing over het Don Walter Fonds, dat is ingesteld uit een legaat van Don Walter Donner, die het heeft bedoeld voor het uitschrijven van een schrijfwedstrijd. Hiermee wil hij het fictief schrijven en lezen van Surinamers stimuleren. Zelf heeft hij een aantal romans gepubliceerd en wil anderen daar ook de gelegenheid toe geven. Het proces van de publicatie van literatuur wordt dan overgenomen, en de eersteprijswinnaar verdient de uitgave van zijn of haar werk. Twee jaar geleden ging de eerste prijs naar Willem Goedschalks Jonah.

Boekenverkoop is gestagneerd door de financiële situatie in Suriname, een boek is simpelweg te duur geworden. En corona heeft daar nog een schepje bovenop gedaan. Maar, omdat we meer thuis zijn, geef dat ons ook meer gelegenheid om te lezen. Er moeten dus manieren worden gezocht om de teksten beschikbaar te maken, misschien via de digitale weg. Het is niet zo dat we minder lezen. We lezen anders. Meer op de computer of de telefoon. En jonge mensen hebben allemaal een telefoon. De spreiding van toestellen in Suriname is goed te noemen. Om het lezen te stimuleren zou de overheid na moeten denken over de internettarieven, en het afschaffen van zware importtarieven voor elektronica. Het Ministerie van Onderwijs kan zich beijveren om het proces van het beschikbaar stellen van curriculummateriaal te ondersteunen. En de schrijvers: die moeten mooie verhalen schrijven. Zoals veel van deze inzendingen dat zijn.   


Het juryrapport

Na een bericht te hebben gelanceerd over de voorwaarden voor de wedstrijd, zijn er langzamerhand inzendingen binnengedruppeld, en zoals dat altijd gaat, kwamen er nog een aantal binnen vlak voor de deadline van september.

Inmiddels had het bestuur van het Don Walther Fonds, bestaande uit: Derick [Deryck – red. CU] KFerrier lid, Rappa secretaris, Sylva Koemar 2e secretaris, Jeffrey Quartier penningmeester en Carlo Jadnanansing auteur, recensent en voorzitter, een jury geselecteerd. Dit zijn deze keer: Sandra Smit, veellezer, psychologe, schrijfster van recensies en docent Nederlands en Jane Smith, (neen, geen familie) directeur van de Universiteitsbibliotheek, en vanuit die functieboeken handelaarster (letterlijk en figuurlijk). En ondergetekende. De verhalen werden ons anoniem aangeleverd, de jury wist dus pas op het laatste moment wie de schrijvers zijn, na dat de uitslag was bepaald,

Er waren veel inzendingen, 24 in totaal, tegenover 12 de vorige keer. Dit is een positieve trend. En was het corona, de besmettelijke ziekte die ons aan huis gekluisterd hield, en ons wellicht meer ruimte en tijd gaf tot reflectie, en vervolgens om te schrijven? Dat zullen we de volgende keer zien. Van de 24 waren er 20 vrouwen en 4 mannen. Wat de leeftijdscategorieën betreft, zien we: tussen 20-30 jaar: 11 inzendingen, waarvan de jongste 20 jaar is. Tussen 30-40 en 40-50 elk 5 inzendingen, en boven de 50, 3 namelijk 66, 69 en 78 jaar. Laten we hopen dat veel meer mensen zich geroepen voelen om hun gedachten op papier te zetten, want dat hebben we hard nodig. De oogst aan verhalen heeft veel moois opgeleverd dat gepubliceerd kan worden. Geld is hierin een belemmerende factor, en daarom is het ‘Publishing on demand’ zo belangrijk. Nadat het boek klaar is voor de drukker, wordt er een begroting gemaakt die sluitend is. Nadat alle uitgaven erbij zijn geteld, zoals presentexemplaren, kantoormateriaal en wat niet meer zij, kom je op de kostprijs van een boek. Als er geen winstoogmerk is, kan die zo laag mogelijk worden gehouden. En zo kweken we een ‘revolving fund’, een fonds waarin de opbrengsten van een boek gaan naar de productie van een volgende uitgave.

Waarom is dit belangrijk? Het biedt scholen bijvoorbeeld de mogelijkheid om boeken aan te schaffen die door de leerlingen gelezen kunnen worden. En vooral deze generatie moet lezen leuk vinden, voor hun ontwikkeling en schoolcarrière. In de collectie van 24 zijn er enkele boeken die bijzonder geschikt zijn voor jongere kinderen, zelfs flinke lezers vanaf de vierde klas glo. Dit zijn Gowtu Boy, over een 6-jarige jongen die naar een nieuwe buurt verhuist en Ava’s Halloween avontuur. Uit onderzoek is gebleken dat vrouwelijke studenten graag over de liefde lezen, en die verhalen zijn er in overvloed, vaak verkeerde liefdes weliswaar. Met de nodige ellendige gevolgen. Deze verhalen zijn gemakkelijk onderhavig aan een clichématige insteek en voor de hand liggende verhaalelementen, waardoor de literaire kracht ervan wegvalt. Dat is jammer. Voorspelbaarheid is vaak de killer van een mooi verhaal. Als thema zien we dus veel inzendingen over de liefde, maar ook filosofische onderwerpen, oorlog, sterke vrouwen, of processen van ziek zijn. Taboedoorbrekend zijn er heel sterke stukken over seksueel misbruik. Veel literair werk had te maken met wat we in de literatuur ‘Coming of age’ noemen. Een jongeman of vrouw, die een reis doormaakt -reëel of imaginair – ook wel queeste genoemd, en door de problemen onderweg volwassen wordt. Dit type verhaal is uitermate geschikt voor de adolescente lezer, en deze verhalen zouden juist veel meer gepubliceerd moeten worden, in boekvorm, of op het internet zodat ze een heel breed publiek kunnen bereiken. Om tot de winnaars te komen, heeft de jury afzonderlijk elk eerst een top 5 samengesteld. Uit die verhalen werden toen de beste 3 gekozen. En dan maken we nu de winnaars bekend. 

De doktersstudent

Lucien Chin A F oeng

Dit verhaal, dat de derde prijs heeft gewonnen, is een familiesaga die aanvangt in Albina en waarin de toon al direct gezet wordt door de schets van een familie, die daar handeldrijft. Henk gaat naar de Paulusschool in de stad, en in de vakanties is hij in het grensplaatsje. De familie vindt zijn oorsprong in China, en heeft een culturele pendant in de marrons langs de Marowijne. Al snel komt naast hem ook de Indiaanse Sylvie Bettencourt in beeld. Mooie details uit het leven van toen, en van de omgeving. Ze worden verliefd, en het thema is hun historie die verder wordt uitgebouwd. Henk is 19, en Sylvie bijna 15 als zij zwanger raakt. En dat bepaalt de verdere levenskoers. Er wordt moreel gereflecteerd op de samenleving, bijvoorbeeld waar de moeder apart begraven moet worden van de overleden tweeling omdat ze niet zijn gedoopt. Dit verhaal zou in kwaliteit winnen met meer dialogen, in het begin en aan het einde. Daar zien we een enorme versnelling in verteltijd, gaan de jaren wel erg snel, en buitelen de kinderen en kleinkinderen over elkaar heen. Dit is een echt gebeurde verhandeling, en twee juryleden herkenden de familie dan ook, wat werd bevestigd op de laatste pagina waar de naam is genoemd. Henk is geen dokter geworden, maar zijn kleinzoon Patrick wel. De auteur, die 3000 Srd heeft gewonnen is: Lucien Chin A Foeng.   

Berichten uit het verleden

Netty Simons/Annel de Noré

Een verhaal van geheel andere statuur is Berichten uit het verleden van Antoinette Eleonore Simons. Voordat het verhaal begint, staan de thema’s besproken. Ik moet eerlijk zeggen dat ik bij eerste lezing de introductie had overgeslagen. Hierdoor las ik dit verhaal met stijgende ergernis. Hoe kan een vrouw zo onstabiel zijn, zich steeds zo om de tuin laten leiden en in openlijke vallen lopen. Waarom biedt ze geen weerstand?  Waarom gaat ze terug naar een plek waar vervelende dingen zijn gebeurd, waardoor je zowat achtervolgingswaanzin ontwikkelt en overal spoken ziet. Ik zou me nooit zo laten ringeloren, dus identificatie van mijn kant met dit verhaal was minimaal. Ik kon me er niet in terugvinden. Deze vragen krijgen echter een andere betekenis en vinden een stukje duiding als je het voorstuk leest, waarin de thema’s worden uiteengezet. Dan richt je je op andere zaken en vallen de waaromvragen weg, en ontwikkelt de lezer het perspectief van de therapeut. Dan kunnen in retrospectief bepaalde zaken vanuit een andere focalisator worden verklaard en neemt de hoofdpersoon de rol aan van een psychiatrische patiënt. Als we de gebeurtenissen vooral zien in het licht van een aanstaande behandeling, wordt het een therapie, en een behandeling met medicijnen (pillen die ze niet wil slikken). De schrijfster van dit verhaal is bij ons meer bekend onder het pseudoniem Annel de Noré. Zij wint hiermee 5000 SRD.               

Een jager verdween

Het winnende verhaal voor dit jaar is Een jager verdween van Stanley Betterson die hiermee 10.000 SRD heeft gewonnen. De titel doet een spannende jongensroman vermoeden, maar is dat niet. Hoofdpersonage is de 22-jarige Jane Dijksteel, een jonge vrouw die rechten studeert aan de Anton de Kom Universiteit en op het punt staat met haar bachelor thesis te beginnen. Daarmee is de plaats bepaald, hoewel er in het boek, behalve Paramaribo ook uitstapjes worden gemaakt naar Moengo en St. Laurent en dat is verwerkt in veel couleur locale, plaatselijke detaillering. Dit is niet zomaar. Jane besluit om met haar twee vriendinnen Janine en Lea, voor een weekend naar de Franse kant te gaan. Zij brengen samen hun vrije tijd door, zoals jonge mensen doen. De roman is opgedeeld in 21 hoofdstukken, van verschillende lengte. Het verhaal is chronologisch verteld, met af en toe in de dialogen een terugblik naar het verleden, functionele flashbacks om relaties te duiden.

Stanley Betterson

De rode draad door het verhaal heen is de zoektocht van Jane naar haar vader, die uit haar leven verdween toen zij drie jaar oud was. Deze zoektocht uit zich in een fysieke reis, ze volgt hem naar plaatsen waar hij is geweest, om daar naar sporen van hem te zoeken. Er wordt gezegd dat hij als jager in het bos verdwenen is. Naarmate de roman vordert, komen daar – meer lugubere – aanvullingen bij. Is hij omgekomen bij een jachtongeluk, is hij vergiftigd? Is hij vermoord? Ook is het een emotionele en spirituele reis, Jane mist wat in haar leven en daar gaat ze naar op zoek om zichzelf compleet te maken. Het psychologische element van de roman ligt in het feit dat Jane groeit als mens, als karakter. Ze is geen impulsief meisje, maar wel nieuwsgierig. En dat brengt haar in penibele situaties, die op zeer gevaarlijke toestanden uitlopen en zelfs aan iemand die haar nabij is, het leven kost. De spanning loopt hoog op, en in Moengo komt er een bende in beeld, die tijdens de Binnenlandse Oorlog wiet heeft gesmokkeld, goud opkocht en geld verduisterde. En zoals dat met bendes gaat, heb je altijd de grote boys, met dikke horloges en vette kleding. En de loopjongens, die uiteindelijk er niet zo rijk van geworden zijn als hun zetbazen. Het mannen, – een machoding – zoals jagen; vrienden die in vele personages opduiken in het verhaal, misschien wel te veel, want de lezer moet erg goed onthouden wie wie is, en wat diens rol is in het geheel (Jozua, een Jules, Ramon, Charles, Armand, Jack, etc.). Na al die jaren wordt duidelijk dat Jane’s vader, Cyriel, geld van de bende achterover heeft gedrukt en ergens heeft verborgen. Met de zoektocht van Jane naar haar vader, zet ze zichzelf ook in het zoeklicht van de mannen, die eens zijn vrienden waren.  

De auteur heeft in deze roman motieven verwerkt, die nauw samenhangen met Suriname. Een daarvan is de hechtheid van familierelaties. Jane is erg close met haar moeder en haar tante Mea, diens ongetrouwde zus. Ook missen we de liefde voor de natuur niet, een element dat gewoon bij Suriname hoort, en we zien het tijdens de uitstapjes en het beroep van de vader; de jager in het bos. Natuurlijk kunnen we in een echte Surinaamse roman niet zonder buitenechtelijke relaties. De vader zou jager zijn, maar niet alleen op wild in het bos, ook op vrouwen. Gedurende het verhaal blijkt dat Cyriel diverse verhoudingen heeft gehad en hier en daar kinderen heeft achtergelaten, zoals Jane zelf, aan de Ramgoelan in Paramaribo. Er is Wilma met een zoon met een beperking in Moengo. En ook Greta en zus Georgina in St Laurent, met de zoon die als twee druppels water lijkt op de overleden broer van Janes moeder.

De auteur heeft goed nagedacht over deze roman, en dat is ook waarom het de eerste prijs verdient. Het heeft inhoud, interessante karakters, een prettige vertelstijl, functionele dialogen, en, wat het meest in het oog springt: Sranan fasi. Er worden allerlei motieven aangeboord, die ook uitgewerkt worden later in het verhaal. Dat is knap. Want dat is een vakmanschapsdingetje waar de meeste auteurs hier niet aan toekomen. Die beginnen te schrijven en zien wel waar ze uitkomen. Het lijkt of deze auteur stickertjes heeft gemaakt en verhaallijnen uitgezet. Oké. Die vader: dat is een raadsel. De hoofdvraag van de roman? Langzamerhand, gedoseerd, waar hoort dit, waar komt dat, ontvouwt zich zijn leven in de fabel. En wordt ervoor gezorgd dat alle verhaallijnen worden uitgewerkt.

Met wat redactionele ingrepen kan dit boek nog sterker worden. Zo zouden er explicieter leidmotieven kunnen worden ingebracht. Dit zijn elementen die terugkeren, en een bepaalde stemming of gebeurtenis begeleiden. Dit kunnen voorwerpen zijn, of een kleur. Al op de eerste pagina klaagt Jane over een koortslip. Hitte, koorts, kunnen dat uitingen van spanning zijn? Gedoseerd over de roman kunnen leidmotieven iets aankondigen: gevaar?

Laarzen zijn op een gegeven moment belangrijk in het verhaal. Maar Jane loopt ook op slippers. Voetbedekking is een teken van iets, van beklemming of ontspanning. Als we weten dat slaven in de koloniale tijd geen schoenen mochten dragen, krijgen deze voorwerpen daarbij nog een extra geladen connotatie in Suriname. De schoen stond voor vrijheid. Er is zelfs een advertentie uit begin 1900 waarin staat dat je schoenen moet kopen, zodat je je vrij en compleet kunt voelen. Zo zouden schoenen voorwerpen kunnen worden die Jane Dijksteel begeleiden op haar zoektocht naar vrijheid, onafhankelijkheid, volwassenheid. Met het verhaal wordt ook een stuk geschiedenis van Suriname getoond. Een jager verdween is een moderne roman die in het heden speelt, maar wel teruggaat naar de periode van de Binnenlandse Oorlog.

Al met al heeft de jury, Sandra Smit, Jane Smith en ondergetekende, gekozen voor deze roman, Een jager verdween, met als belangrijkste argument deze keer, dat het boek ongetwijfeld een groot publiek zal aanspreken. Omdat het een goed, spannend verhaal is, waarin vele lezers een identificatiepunt zullen vinden. Al is het in Jane, als jonge vrouw opgegroeid zonder vader, in de moeder of tante Mea van Jane, al is het in de uitlopende Cyriel, of zelfs een moorddadige misdadiger. Er is voor elk wat wils, en daarmee hoopt de Donner Stichting dan ook dat dit boek veel gelezen zal worden in Suriname. En daarbuiten natuurlijk ook een groot publiek zal bereiken. De auteur van Een jager verdween is Stanley Betterson’, die in 2014 Haar drie werelden heeft uitgebracht. Afsluitend zouden we hem nog een extra compliment willen maken, voor de kunstige, vernuftige vorm waarop hij heeft weten te verbergen dat dit verhaal door een man is geschreven. Compliment, dat u zich zo in een jonge vrouw, in Jane, heeft kunnen inleven. Gefeliciteerd.                      

[Hilde Neus, literatuurdocent]

       

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter