Judith de Kom overleden
door Michiel van Kempen
Judith de Kom, enige dochter van Anton de Kom (1898-1945), is overleden op zondag 13 oktober 2024. Zij werd 93 jaar.

Judith Jacoba de Kom werd geboren op 16 maart 1931 in ’s-Gravenhage als vierde kind na drie broers van Anton de Kom en Petronella (Nel) Borsboom. Haar hele leven stond in het teken van haar vader. Haar jeugdjaren, toen Anton de Kom nog leefde, was er het communistisch activisme van haar vader, de armoede, de wetenschap dat zij een zwarte vader en een witte moeder had, de racistische bejegening door sommige Nederlanders, de oorlogsangsten in Den Haag (zelfs al had zij geen weet van de illegale verzetsdaden van haar vader toen de Duitsers Nederland binnen waren gevallen). Op 7 augustus 1944 zag zij haar vader voor het laatst. Hij ging ’s ochtends de deur uit, maar keerde nooit meer terug, opgepakt, verraden vanwege zijn verzetswerk.
Na de oorlog waren er de vijftien lange jaren dat het gezin niet wist wat er met hun vader die door de Duitsers naar Neuengamme was gebracht, gebeurd was. Pas in 1960 werden zijn stoffelijke resten geïdentificeerd, zij waren gevonden in een massagraf bij concentratiekamp Sandbostel. De exacte overlijdensdatum van Anton de Kom is nooit vastgesteld. Over de oorlogstijd zei Judith onlangs tegen Coen Verbraak in de Volkskrant: ‘Ik heb door de oorlog ontzettende angsten ontwikkeld. Ik ben eigenlijk nog voor alles bang. Misschien ook omdat mijn oudere broers altijd over mij waakten. Ik ging nooit ergens alleen naartoe. Jaren later zei een dokter tegen mij: jouw probleem is dat je te beschermd bent opgevoed.’

Vanaf 1968 begon Judith de Kom uit het werk van haar vader voor te dragen, zowel fragmenten uit zijn beroemde boek Wij slaven van Suriname (1934), als zijn verzen, die in 1969 werden samengebracht in het bundeltje Strijden ga ik. Zij deed dat bij tal van gelegenheden aan beide zijden van de oceaan. Zij stelde diverse literaire programma’s samen, trad op als voordrachtskunstenaar en stemacteur in hoorspelen, theater en op de radio en doceerde verbale expressie. Ze bekleedde bestuursposities bij verschillende Surinaams Nederlandse sociaal-culturele stichtingen, publiceerde o.a. in De Gids en schreef een voorwoord bij de tweede druk van Wij Slaven van Suriname (1971). Zij vertaalde in 1979 het kinderboek Madol Doova (Spookeiland) van Martin Wickramasinghe uit Sri Lanka.
Vooral de laatste vijf jaren kreeg Anton de Kom de erkenning die hem zolang onthouden was geweest. Voor Judith betekende dit tal van interviews en een hele reeks gelegenheden die de erkenning van De Kom markeerden: de oorlogsherdenkingen op het Nationaal Ereveld in Loenen op de Veluwe waar de resten van De Kom rusten, de Suriname-monoloog in De Nieuwe Kerk in 2019, het toekennen in 2020 van een plaats aan De Kom in de geschiedeniscanon van Nederland, de plaatsing van een Stolperstein voor het Haagse woonhuis van De Kom op 22 juni 2022, de opening op 24 maart 2022 van een expositie over De Kom in het Nederlands Openluchtmuseum, de onthulling van een gedenksteen in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, de aanbieding in juni 2023 door minister Wopke Hoekstra namens het kabinet Rutte IV van een brief waarin excuses werden aangeboden voor het leed dat schrijver en verzetsheld Anton de Kom heeft ondervonden door toedoen van Nederland, de verschijning van haar te boek gestelde herinneringen nog maar zo kort geleden, op 16 september 2024 in Den Haag.

In dat pas verschenen boek, verscheen Ik omhels je onafgebroken, legde Judith de Kom haar herinneringen neer in de vorm van brieven aan haar ouders, aan andere familieleden en vrienden en aan haar voorouders – opgetekend door Ida Does, die eerder twee documentaires over Anton de Kom maakte. Een brief aan De Koms kameraad Nico Wijnen besluit Judith de Kom met: ‘Hij spreekt en zal blijven spreken. Dank je wel, dank je wel, dromer van een betere wereld.’
Judith de Kom, droomster van een betere wereld, is niet meer. Haar leven, vol angsten en zorgen, maar ook vol intense trots, was lang. Zij mag nu in vrede gaan rusten.

Rest in peace oude dame. Ze heeft eindelijk haar vleugels gekregen.