blog | werkgroep caraïbische letteren

Johanna’s 80ste jaardag

Bij de 100ste geboortedag van Johanna Elsenhout

Het is even slikken als ik Eddy’s stuk over Johanna lees. Is het alweer 20 jaar geleden dat ik als kersverse regisseur de voorstelling rond haar 80ste jaardag mocht begeleiden? Dan waar gaat de tijd dan?

Het was een kleurrijk spektakel daar in Thalia, met Robert Wijdenbosch als aanelkaarprater en een hele reeks van optredens. Gedichten van Tante Jo gezongen, gedanst, en gewoon voorgedragen. Door Celestine Raalte, Soerdjan Parohi, Kifoko, en, het allerallermooist: “Yere mi sten” op muziek gezet door Romeo Kotzebue. Daar kan geen zoutloos Suripopmelodietje tegenop.

Voor de NVB mij vroeg om de regie te doen had ik eigenlijk nog nooit een gedicht van Johanna echt gelezen. Te moeilijk. Als brave Hindoestaanse kwam ik bovendien niet uit een milieu waar het Sranantongo geregeld werd gebezigd, behalve als mijn ooms vrolijk werden met behulp van Johnny Walker’s Black Label. En wat ik van hun Black Label Sranantongo oppikte hielp niet om deze gedichten te doorgronden. Dagenlang hing ik dus aan de telefoon met Eddy om steeds om opheldering te vragen over al die moeilijke woorden.

Het heeft me veel hoofdbrekens gekost deze voorstelling, en mijn angst werd groter door de verhalen: Johanna was erg krakeri, onberekenbaar, als iets haar niet bevalt scheldt ze de boel plat of gooit ze met spullen. Stel dat ze vond dat ik haar gedichten geweld aandeed, zou ze mij dan geweld aandoen? Had ik niet gewoon tegen Siegmien en Eddy moeten zeggen: leuk, maar zoek iemand anders die geen glad haar heeft?

Mijn angst bereikte een hoogtepunt toen halverwege de avond er plots een zakdoek, en toen een prop papier op het podium werd geslingerd. Ik stond op het punt in tranen uit te barsten (zie je wel, ik deug niet als regisseur, liever ga ik trouwen met een rijstboer uit Nickerie) toen de zakdoek en de prop gezelschap kregen van een witte damesschoen. Het was de schoen van Johanna. “Ze vindt het verschrikkelijk”, huilde ik nu echt in de armen van een van de NVB vrouwen, maar die vertelde dat als ze het echt verschrikkelijk had gevonden we al stijfgescholden zouden zijn. Zie het als tekens van goedkeuring werd me gezegd.

Na afloop bracht Siegmien Johanna naar me toe op het podium, want ze wilde zelf zien wie haar zo een kado had gegeven. “Luku, dis’ na Sharda” zei Siegmien. Waarop Johanna me zeer argwanend aankeek om me vervolgens een van de mooiste complimenten te geven uit mijn hele theatercarriere; “So wan pikin koeliemeid!”

Nu, na 20 jaar moet ik Siegmien Staphorst, de NVB en Eddy van der Hilst bedanken dat ze ons Johanna kado hebben gegeven.

[Wie heeft er foto’s van deze avond? Graag opsturen naar Werkgroepcarlet@gmail.com – met dank, WCL]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter