Anansiboek
De emoties steken even de kop op. Want ik ben vanaf november 2008 als redacteur nauw betrokken bij het samenstellen van een speciale editie van zijn Grote Anansiboek. De verhalen zijn allemaal door hem geschreven. Op zijn 100ste verjaardag op 12 mei 2010 zou het hem feestelijk worden aangeboden door zijn kinderen en kleinkinderen, om de verjaardag van hun ‘papsie’ (zo wordt hij door hen genoemd) op een bijzondere manier te vieren. Met een speciaal voorwoord van de Surinaamse president Ronald Venetiaan en de Nederlandse premier Jan-Peter Balkenende. Ik heb me heel even verdrietig gevoeld na het nieuws. Maar dat was snel over. Want Johan Ferrier heeft een rijk en goed leven gehad. Hij is nu gaan rusten, zoals Surinamers dat zeggen. Het is absoluut een welverdiende rust na meer dan 80 jaar van harde en noeste arbeid.
Moksikwatra
Johan Henri Eliza Ferrier, zoals hij voluit heet, is een echte ‘moksiwatra’, van gemengd bloed. In zijn afkomst kun je de meeste bevolkingsgroepen die Suriname telt, terugvinden. Dit zal hem later in de Surinaamse politiek goed van pas komen. Zijn ene overgrootmoeder komt in 1873 als contractarbeider uit India met het schip Lalla Rookh in Suriname aan. Zijn andere overgrootmoeder heeft de afschaffing van de slavernij in 1863 nog meegemaakt en vertelt de jonge Johan hier veel over. Van Ma Tante, zoals zij in de familie werd genoemd, hoort hij ook de Anansitories. Verhalen over de schrandere spin Anansi, die met de slaven uit West-Afrika zijn meegereisd naar het Caraïbisch gebied. Ma Tante heeft grote invloed op Johan: hij ontwikkelt zich tot een meester-verteller van de Anansiverhalen. Decennia lang hangen Surinaamse kinderen aan zijn lippen om hem te horen vertellen.
Zijn staat van dienst is indrukwekkend. Op zijn 17de begint hij te werken als onderwijzer. Dat doet hij door de jaren heen op verschillende opleidingen. Hij wordt vakbondsleider en is één van de initiatiefnemers van de Unie Suriname. Als politieke partijen eindelijk worden toegestaan in de kolonie Suriname, is hij een van de medeoprichters van de Nationale Partij Suriname (NPS). Ook dient hij het land als onderwijsdirecteur en vernieuwer, als lid van de Koloniale Staten, minister, minister-president, mijnbouwdirecteur, gouverneur en ten slotte als president.
Boven de partijen
Nog voor het ontstaan van het poldermodel in Nederland creëert Ferrier een eigen poldermodel in Suriname. Van onbesproken gedrag, gerespecteerd en boven partijen staand kan Ferrier in gecompliceerde politieke verhoudingen bruggen slaan tussen de verschillende etnische groepen in Suriname, en verlaat daarmee de koloniale weg van verdeel- en heerspolitiek. Zo lukt het hem in 1969 de toenmalig premier Johan Adolf ‘Jopie’ Pengel ertoe te bewegen om af te treden, en kan hij etnische onlusten in de loop naar de onafhankelijkheid van 1975 bezweren. In 1980 ziet hij de staatsgreep van de militairen onder leiding van Desi Bouterse als een misstap en probeert hij als president van de Republiek Suriname ‘die jongens’ op het pad van respect voor rechtsstaat en democratie te houden. Als dit hem niet lukt en de militairen de grondwet in augustus 1980 buiten werking stellen, vindt Ferrier het tijd om te gaan. Hij kan de denkbeelden en handelswijze van de militairen niet langer verdragen. Hij verhuist met zijn vrouw naar Nederland, maar behoudt voor de rest van zijn leven zijn Surinaamse paspoort en nationaliteit.
Onderwijzer met een missie
Johan Ferrier heeft de functies die hij bekleedde niet als vanzelfsprekend beschouwd, hij vond het een eer zijn ‘land en volk’ te mogen dienen en heeft dit met grote toewijding gedaan. Hij leefde niet in een ivoren toren, integendeel wist hij altijd wat er onder de bevolking speelde. Hoewel hij veel politieke functies heeft bekleed, is hij zijn hele leven in hart en nieren ‘onderwijzer met een missie’ gebleven: hij wilde door middel van educatie en opvoeding zijn volk verheffen, mede als reactie op het feit dat de kolonisator educatie niet nodig had gevonden voor de gewone Surinamer. Het klinkt wat plechtstatig, maar dit was wat Ferrier voor ogen had: de ontwikkeling van zijn land en volk. Het maakte hem tot de staatsman die hij uiteindelijk is geworden. Het maakte ook dat hij altijd balanceerde tussen hoop en zorg als het Suriname betrof. Op momenten dat het moest koos hij zijn woorden zorgvuldig om ‘zijn’ mensen toe te spreken en een hart onder de riem te steken. Zijn speeches waren meestal opvoedkundig van aard, maar nooit belerend van toon, wel altijd enthousiasmerend.
Product koloniale maatschappij?
Volgens critici was Ferrier een product van de koloniale maatschappij en van de lichtkleurige elite die meedeed met de kolonisator. Dit is een kwalificatie die mij te kort door de bocht is en geen recht doet aan zijn inspanningen. Opgegroeid tijdens de koloniale periode zag hij de tekortkomingen, de mogelijkheden en onmogelijkheden van de koloniale maatschappij. Daarom behoorde hij tot een van de initiatiefnemers van het platform Unie Suriname die de leuze ‘Baas in eigen huis’ bezigde. De Unie wilde vergaande autonomie voor Suriname. Ferrier was geen tegenstander van onafhankelijkheid, maar zag dit als een geleidelijk proces, als van een kind, die een ontwikkeling moet doormaken van baby naar volwassenheid. Zo zag hij ook het groeiproces van Suriname. Hij vond dat het land in 1975 nog niet rijp was voor de onafhankelijkheid. Maar toen Den Uyl dreigde de onafhankelijkheid op te leggen, sloeg Johan Ferrier om. Aan de waardigheid van de Surinamer moest men niet komen. Als landskind moest hij in de functie van gouverneur balanceren tussen de belangen van Suriname en die van de Koninkrijksregering en de Koningin in Nederland. Dit was niet makkelijk. Toch ontstond er een warme en persoonlijke band met de vroegere Koningin Juliana en haar dochter Beatrix. Ferrier was in zijn tijd echt een ‘koninkrijksburger’, op zijn gemak in zowel Suriname als Nederland.
Misschien is zijn tekortkoming dat hij te veel gentleman en diplomaat was en geen straatvechter, zoals velen in de politiek. Ik heb Ferrier nooit met modder zien gooien en nooit een onvertogen woord horen zeggen over een andere politicus. Door zijn houding had hij geen politieke vijanden, hooguit tegenstanders. Dit maakte hem voor sommigen tot een kleurloos figuur, maar diegenen die hem hebben gekend, weten wel beter.
Anansitories beginnen altijd met Er tin tin, sigri tin tin. Anansi ben de! Anansi de! Anansi sa tan! Lang, héél lang geleden… was Anansi er! Anansi is er! Anansi zal eeuwig blijven bestaan. Ik eindig met: Johan Ferrier de! Johan Ferrier sa tan! Johan Ferrier is er! Johan Ferrier zal eeuwig blijven bestaan!
[Overgenomen van de site van Wereldjournalisten]