blog | werkgroep caraïbische letteren

Joden in de Cariben

door Harrold Sijlbing

 

Joden in de Cariben, dit rijk geïllustreerde en aangrijpende 240 pagina’s tellend boekwerk, werd uitgegeven onder redactie van Julie-Marthe Cohen, door het Joods Historisch Museum en de Walburg Pers, ter gelegenheid van de gelijknamige (eerste) overzichtstentoonstelling met als ondertitel ‘Vier eeuwen geschiedenis in Suriname en Curaçao’.

Microsoft Word - 21-2 'Joden in de Cariben' - Harrold Sijlbing.d

‘Cariben’ is een juiste keuze, want ook het voormalige Nederlands-Brazilie en Nieuw-Amsterdam in Noord-Amerika, en de intense verstrengelingen met vele andere plekken in het Caribisch Gebied komen aan de orde. De focus ligt echter op Suriname en Curaçao.

De verschillen tussen de twee kolonies rondom de ontwikkelingen van hun joodse gemeenschappen zijn evident: Curaçao is een handels- en Suriname een plantage-economie. Het is vooral indrukwekkend en trotsverhogend te zien dat een aanzienlijk deel van de zowat 170 afbeeldingen, waaronder de iconische prenten van Benoit, Hottinger/Kaldenbach en Voorduin van Jodensavanne, het boek siert. Onder de illustraties zijn er ook portretten en historische foto’s. Een daarvan is de mooie familiefoto van het joods-creoolse echtpaar Isaac Fernandes en Klasina Vroom met hun acht kinderen die de voorkaft decoreert. Een opmerkelijke illustratie is die van vijf blikjes Fernandes frisdrank die alleen in Nederland te koop zijn. Voorts zijn er afbeeldingen van gebouwen, synagoge-interieuren, historische artefacten, kaarten en ‘ketoebot’ (meervoud van ketoeba), notariële huwelijkscontracten. Exemplarisch voor de 18de eeuw en van bijzondere waarde is de ketoeba van Ishaque Soares Baretto en Rachel Drago. De oom van de bruid, Samuel Cohen Nassy, de medeoprichter van Jodensavanne en de eerste joodse notaris in Suriname, schenkt een bruidschat die onder meer bestaat uit twaalf bekwame negerslaven van 220 gulden per stuk en twaalf koebeesten elk 120 gulden.

Jodensavanne

Jodensavanne

Negen gerenommeerde wetenschappers droegen bij aan dit magistrale boekwerk waarin de artikelen van Aviva Ben-Ur, Jonathan Schorsch, Natalie Zemon Davis en Wieke Vink het boeiende, maar gecompliceerde bestaan van voornamelijk Surinaamse joden beschouwen. Correct bezien, is het boek een presentatie van een goed geïntegreerd verhaal over de joodse gemeenschappen die zich vestigden in het Caribisch Gebied, waarin de lankmoedige stad Amsterdam en de religie-tolerante WIC centraal staan. Amsterdam staat terecht met deze tentoonstelling in de schijnwerpers. Niet vreemd, want de stad is gedurende eeuwen het belangrijkste centrum geweest van joodse vluchtelingen. Amsterdam wordt veelal gezien als de kern van waaruit de Atlantische joodse diaspora van de 17de en 18de eeuw zich heeft gemanifesteerd.

Synagoge Curacao

Ingang synagoge Curaçao

 


De historische ‘Beracha VeSalom synagoge’ (1685) van Jodensavanne was geïnspireerd door de Amsterdamse Portugese synagoge, die enkele jaren daarvoor werd geïnaugureerd. Diverse auteurs wijzen er ook op dat Nederland (de Republiek) de status van belangrijke maritieme mogendheid verkreeg dankzij de significante rol van de joden. Het is overigens zinvol om hier op te merken dat – in tegenstelling tot wat velen denken – lang niet alle joden die Amsterdam of andere Europese steden verlieten naar de Nieuwe Wereld vermogend waren. Amsterdam werd overspoeld met joodse vluchtelingen en had maar beperkte mogelijkheden om ze te faciliteren. Heel veel arme sloebers en avonturiers die zich aangetrokken voelden door de mooie verhalen over de vele vrijheden, verkozen (of werden met zachte drang geduwd) richting de Cariben. Het is de samenstellers goed gelukt om de samenhang van culturele, economische en maatschappelijke achtergronden te etaleren die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van deze Caribische joodse samenlevingen.

wisselbrief vrijkoping slaven curacao

Wisselbrief voor de vrijkoping van slaven op Curaçao

Het thema slavernij werd geïntegreerd in het hele verhaal. De joodse ontwikkeling in het Caribisch Gebied kan immers niet losgekoppeld worden van de slavernij. Joden deden daar even hard aan mee als alle anderen. Diverse historici beweren dat het de grote vraag naar goedkope werkkrachten op de suikerplantages is geweest die de slavenhandel aanwakkerde. Suiker of ieder ander koloniaal product of goed, is niet los te zien van slavernij en de tot slaaf gemaakte Afrikanen en de inheemsen. Het waren overigens altijd de toen heersende omstandigheden die ontwikkelingen binnen de joodse gemeenschappen vorm en kleur gaven. Bekend zijn onder andere ook de verschillen in relaties tussen de joodse gemeenschappen en marrons: in Suriname hadden de sefardiem een eigen burgerwacht te Jodensavanne om vooral de marrons te bestrijden, en in Jamaica waren de joden bondgenoten en leveranciers van de marrons in hun strijd om vrijheid. Jonathan Schorsch, wijst in zijn artikel, ‘Joden en slavernij in de Nederlandse koloniale wereld’, op een aantal markante zaken. Hij geeft evenals Wieke Vink in haar artikel, ‘Tussen kleur en halacha: de geschiedenis van een joodse gemeenschap in koloniaal Suriname’, aan dat de halachische regels (halacha: joodse wet) die de omgang met slaven regelde in de meeste gevallen niet werden nageleefd door de joodse gemeenschappen in de Atlantische wereld. Er waren uitsluitingsregels voor niet-blanke joden, die niet waren gestoeld op de joodse wet. Men had een probleem met niet-blanken in de joodse gemeenschap. Volgens de traditionele halacha, moesten slaven niet alleen worden besneden, maar ook worden ondergedompeld in een ritueel bad, opdat zij, indien gewenst, zich tot het jodendom konden bekeren. Deze procedure verdween in het koloniale slavernijtijdperk.

YAKUMO   DIGITAL CAMERA

Steen op de Joodse begraafplaats van Curaçao. Foto © Michiel van Kempen

Aviva Ben-Ur – samen met Rachel Frankel ook de auteur van ‘Remnant Stones’ – geeft met ‘Een joods dorp in een slavenmaatschappij: Jodensavanne in de Nederlandse kolonie Suriname’ aan, een onbetwiste kenner te zijn van de Surinaamse joodse geschiedenis. Ze benadrukt opnieuw dat Jodensavanne enig in zijn soort is geweest. Niet alleen vanwege de vele, meest verregaande privileges voor de joden, maar meer vanwege de autonomie in dit enige joodse dorp van de 17de en 18de eeuw, dit tegen de achtergrond van een slavenmaatschappij. Vermeldenswaard is, dat thema’s uit de twintigste-eeuwse geschiedenis, zoals de joodse identiteit in Suriname, ook aan bod komen middels acht portretten van personen die tijdens het onderzoek geïnterviewd werden. Het is te hopen dat de tentoonstelling naar Suriname komt. Het zal zonder twijfel bijdragen aan de kennis van ons land.
Julie-Marthe Cohen (redactie): Joden in de Cariben. Amsterdam/ Zutphen: Joods Historisch Museum/Walburg Pers, 2015. ISBN 978.90.5730.386.9

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter