blog | werkgroep caraïbische letteren

Jit Narain – Khetihar / Landbouwer

1

khetihar akel jáne hai pirá
sauker se der tak nas dhil kare i
kharrus hai khet

hiyán i matti carháwe
huwán ghás-bhus ukháre
amin apan lacchan ná chore mánge

khetihar ke apan mar-mitái sámne áwe
háth men katlis lele soce
ki suru kahán se kari
phirse ham

alleen de landbouwer kent de pijnen
van vroeg tot laat peest hij rond
het land is weerbarstig

hier aardt hij planten aan
daar trekt hij ongewas uit
de grond wil zijn aard behouden

de landbouwer schouwt het ploeteren
met de houwer in de hand denkt hij
waar te beginnen weer

 

Nickerie. Foto © Michiel van Kempen

2

jaise khetihar jamin se
oisane man sarir se

bandhal hai apne men dunu
ek ture ekwá banáwe
dunu barábar mar mite hai

sarirwá bal dewe
manwá bicár
ek ekwá se jiye hai

ke keke cuhe
jáne u
jeke pirá hai

zoals de landbouwer met de grond
zo ook de geest met het lichaam

gebonden zijn ze aan elkaar
een breekt, een andere maakt
beide sloven zich uit

het lichaam geeft kracht
de geest de gedachten
de een leeft van de ander

wie wie uitbuit
weet wie de pijn voelt

 

[Uit: Jit Narain, Rahan/Bestaan. 2017.
In Nederland is de bundel te bestellen bij Geert Koefoed, Valkstraat 36, 3514 TK Utrecht. Tel. 030-2720752.]

 

Klik hier voor een recensie op deze blogspot.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter