blog | werkgroep caraïbische letteren

Jij is wij

door Brede Kristensen

159 jaar geleden werd in ons Koninkrijk de slavernij officieel afgeschaft en sindsdien soms herdacht. Te weinig, want voorbijgaan aan de meest triest-beladen bladzijden uit de geschiedenis is bedenkelijk. Uitwissen is onmogelijk. Met ons vaak haperende geheugen is het verleden altijd in het heden aanwezig. Meestal mistig.

Waartoe dient herdenken? Om te leren van de geschiedenis?…. Om anderen een lesje te leren…..? De geschiedenisles leert dat we maar weinig ervan leren. Waarom? Omdat we meesters der verdraaiing zijn. Met soepel gemak worden historische feiten verdraaid, genegeerd, ontkend, geframed, over- en ondergeaccentueerd. Waartoe? Om ons zelfbeeld op te vijzelen, onze eigenwaarde te verhogen, onze misère te verklaren.

Gevelsteen ‘De tijd vliegt’ [Beemster] / foto Aart G. Broek

Sommigen ontlenen hun eigenwaarde aan hun ‘glorieuze’ of ‘heldhaftige’ geschiedenis. Al hadden ze part noch deel eraan, ze zijn trots en voelen zich verheven boven ‘anderen’, die het met minder moeten doen. Dit is een ‘oneigenlijke’ beleving van geschiedenis. Overigens wekt dit bij die ‘anderen’ snel gevoelens van rivaliteit, afgunst en zelfmedelijden op. Aangezien hiervoor geen enkele reden is, zijn ook hun reacties ‘oneigenlijk’, niet-authentiek.
Psycholoog Carl Gustav Jung merkte op dat we alleen de duisternis van anderen begrijpen als we onze eigen duisternis onder ogen zien. Zonder zelfkennis is de verleiding groot onszelf boven anderen te verheffen of onszelf als benadeelde te zien en de ander als kwaadaardige veroorzaker van ons nadeel. Wanneer we over de slavernijgeschiedenis nadenken, zouden we de opmerking van Jung serieus moeten nemen. Dat bevordert ‘eigenlijkheid’.

LUCHTJE
Aan de verwachting dat Nederland excuses aanbiedt aan de huidige inwoners van Antillen en Suriname hangt een luchtje. Een eis voor excuses is terecht indien gericht aan concrete daders. Maar de huidige Nederlandse bevolking is lang na afschaffing van slavernij geboren. Wat willen wij, Antillianen, met die excuses? Willen we onszelf soms verheffen boven kwalijke Hollanders? Willen we onszelf als slachtoffer definieren om onszelf vrij te pleiten voor onze lastige sociaal-economische en culturele omstandigheden? Willen we onze veranwoordelijkheid afschuiven? Willen we als benadeelde of slachtoffer een beroep op het geweten van vermeende daders doen en hen verplichten tot herstelbetaling? Wat moet eigenlijk hersteld worden? Zo’n wens duidt niet slechts op oneigenlijkheid, maar ook op rancune. Rancune is een zwaar giftige sociaal-psychische substantie.

Monument op de Dam, Amsterdam / foto Aart G. Broek

Ooit was ik betrokken bij een discussie over de vraag of Duitsers moesten worden uitgenodigd voor de herdenking in Nederland van slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Bijna iedereen tegen. Ik vond de argumentatie huichelachtig. Inmiddels weten we dat 80% van de Hollanders tijdens de oorlog schipperde. Liever geen Joden in huis. Liever geen verzet. Ogen dicht voor Duits wangedrag. Geflirt met Duitse bezetters. Zijn Nederlanders een haar beter dan Duitsers? Als Nederland onderdeel van nationaal-socialistisch Duitsland was geweest, zouden Nederlanders collectief hebben geprotesteerd? Ik denk van niet. Nederlanders zijn met hetzelfde sop overgoten als Duitsers, Antillianen, Curacaoënaars en de rest van de mensheid. De Holocaust zegt niet alleen iets over Duitsers. Die zegt ons iets over de mensheid. Anders gezegd: herdenken en leren doe je samen.

MORELE MOED
Met slavernij idem dito. Wie ertegen fulmineert moet zich afvragen of hij of zij toentertijd het morele bewustzijn en de morele moed zou hebben gehad ertegen te protesteren. Tegen het ronselen van eigen mensen, tegen scheepstransporten, tegen verkooppraktijken en winstmakerij, tegen werk en leefomstandigheden, tegen koeioneren en slachten van mensen. 

replica VOC-schip Amsterdam – foto collectie Aart G. Broek

Staan we erbij stil dat maar weinig mensen protesteren tegen hedendaagse slavernij, of tegen mis-handeling en uitbuiting van immigranten? Ook mensen! Kijk hoe we op Curaçao de Venezolaanse vluchtelingen behandelen.
Wat zei Édouard Glissant (1928 –2011) uit Martinique? Zonder twijfel de belangrijkste Caribische filosoof.  Hij zei:  Zolang wij denken in termen van ‘ik ben de ander niet’, of ‘nan no ta nos’, zijn we bezig onszelf boven anderen te verheffen, wat in wezen neerkomt op onszelf verlagen tot oneigenlijk denken. De een ziet kans zich met geld, roem of macht te verheffen, de ander meent als benadeelde het recht op morele superioriteit te hebben, of op genoegdoening of zelfs wraakneming. Glissant stelde: ‘ik ben de ander’. ‘Jij is wij’. Als we ons dat realiseren, staan we open voor de les van onze gezamenlijke geschiedenis.

Oorspronkelijk in Amigoe (Curaçao), 22 augustus 2022.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter