blog | werkgroep caraïbische letteren

James Ramlall en cultuur: always on the go

door Hillary de Bruin

Acht uur ’s morgens, een werkdag in 2014. Telefoon, een opgewekte, licht opdrachtgevende stem: ‘Hillary, goedemorgen, goedemorgen, James hier. Hillary! Kan je Kleintje vragen, ik heb schoolkinderen uit Frans-Guyana, ze gaan morgen terug, kunnen jullie ze een rondleiding geven op Cultuurstudies?’ Kleintje is Dorothy, coördinator sectie Educatie. ‘Natuurlijk James, wanneer?’ ‘Straks om 10.00 uur. Ik stuur ze met bussen en een begeleider. Die gaat voor ze vertalen.’ ‘O!!… is goed, James, we zijn er.’ Hoe kan je zo iets weigeren?

Bhai met Alida Neslo

Bhai met links Alida Neslo

James Ramlall is net 80 geworden, al 17 jaar met pensioen, maar ‘still on the go!’ Zijn vormingswerk en culturele uitwisseling gaan nog steeds door. Dit tekent hem meteen: een man die zich met zijn hele wezen geeft aan kunst en cultuur in ons land en dat koppelt aan vormingswerk. Vanaf de jaren ’70 zet hij zich in voor het werk bij NAKS, en het driemanschap James Ramlall, Henk Tjon en Wilgo Baarn is een onuitwisbaar begrip. Hij was in 1972 voor een jaar onderdirecteur CCS. Hier leerde hij Nola Hatterman kennen en samen hebben zij kansen en faciliteiten geschapen voor vele kunstenaars. Hij is de bedenker van het Nola Hatterman Instituut. De afgestudeerden kunnen desgewenst doorstromen naar de AHKCO, het Edna Manley College Jamaica of de Rietfeld Academie Nederland.

De jonge James Ramlall

In 1972 mocht hij vanuit het CCS gaan werken op de afdeling Culturele Zaken van het Minov, waar hij met André Loor en anderen de eerste zaadjes heeft geplant voor het ministerie van Cultuur, Jeugd en Sport. Binnen dit ministerie, later het Onderdirectoraat Cultuur, heeft Ramlall het vormingswerk voortgezet via de afdeling Culturele en Creatieve Vorming, gekoppeld aan het Nola Hatterman Instituut, met als afdelingshoofd zijn makker Wilgo Baarn. Hier konden vooral kinderen van minder draagkrachtige ouders leren tekenen. In de vakantie werden zij, en veel andere schoolkinderen, uit gebracht met wel 20 bussen naar vele plaatsen in ons land. Hoe werd dit alles betaald? James zijn sterkste kant is dat hij erin slaagt altijd geld te vinden voor het culturele werk. Hij heeft in de jaren ’80 de nu bekende kunstenaars Rinaldo Klas, George Ramjiawansingh, en hun collega’s vanuit de afdeling Culturele en Creatieve Vorming naar het Edna Manley College in Jamaica gestuurd voor hun beeldende vorming.

Bhai

Bhai, 1985

Hij werkte op de afdeling Culturele Betrekkingen als onderdirecteur. Elfriede Alexander-Vanenburg was toentertijd directeur Cultuur. John Pawiroredjo, later ook directeur, was hoofd Voorlichting. Alexander kenmerkt die periode als een fantastische tijd waarin afdelingshoofden en medewerkers als een hecht team werkten aan de bevordering van cultuur. Met de nodige onenigheden, maar van daaruit kwam er altijd iets waardevols tot stand. Zoals het eerste cultuurbeleid uit de jaren ’80, dat op aangeven van de UNESCO ontstond, na maandenlange, diepgaande discussies met het deskundige cultuurveld. In die tijd werd ook de basis gelegd om aandacht te besteden aan ons materieel erfgoed, met name het gebouwd erfgoed en de historische plekken, eveneens op aangeven van de UNESCO. Door hard werken werd onze historische binnenstad op de Werelderfgoedlijst geplaatst en werd het beheersinstituut Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname opgezet. Dit alles in nauw overleg met onze architecten en ter zake deskundigen. Via de goede vriendschapsbanden met Nederland lukte het ook om financiering te vinden voor de renovatie van de officierswoningen te Fort Zeelandia, en met trots werken daar drie instanties van het Directoraat Cultuur.

Acuza site171_20061209171836_Herenstraat_10_Ministerie_van_Cultuur

Het gebouw van A lgemene Culturele Zaken, Heerenstraat 10, Paramaribo, waar James Ramlall onderdirecteur was

Volgens Alexander was James niet altijd de makkelijkste om mee samen te werken, maar als je de tijd nam om naar hem te luisteren, dan ging je nadenken. Van 1996 tot en met 1998 volgde hij haar op als waarnemend directeur Cultuur.
Pawiroredjo noemt Ramlall de kampioen in het opbouwen en behouden van buitenlandse culturele relaties. Niet alleen met de Noordzee, maar vooral met het Caraïbisch Gebied en het noorden van Zuid-Amerika, met name de Guyana’s, Brazilië en Venezuela. Die bijdrage staat vandaag nog steeds overeind en over en weer vindt nog culturele uitwisseling plaats. Beide ex-directeuren zijn het er unaniem over eens dat zijn belangrijkste verdienste zijn bijdrage is aan de eenheid van de verschillende cultuurgroepen in ons land. Hij heeft nooit de groepen apart gepresenteerd, maar bracht hen samen op één podium, om aan Suriname en de wereld te tonen hoe wij in eenheid met elkaar leven. Hij heeft ook nooit een specifieke groep voorgetrokken. Deze wijze van presenteren kwam diep vanuit zijn ziel. Zijn grote bewondering voor tante Thelma Christiaan en haar inheemse groep Juku Jumy Maro steekt hij niet onder stoelen of banken. James vindt dat haar zangstem ‘klinkt als een bronzen klok’. Op verzoek van de inheemse gemeenschap van Santa Rosa-Trinidad, heeft hij haar met haar groep naar Trinidad gebracht om de haast uitgestorven inheemse cultuur aldaar nieuw leven in te blazen. Tante Thelma gaat nog steeds jaarlijks naar Trinidad om onderricht te geven in de inheemse cultuur, nu op eigen kracht.
En natuurlijk: Carifesta. James Ramlall was erbij vanaf het begin in Guyana (1972). De grote doorbraak voor ons land kwam in 1981 tijdens Carifesta in Barbados waar ons land met het theaterstuk ‘Rebirth’ van Henk Tjon schitterde. Samen met Henk, Wilgo en anderen was James de creator van vele theaterproducties.

 

Caribbean-Centre

Caribbean centre in Lelydorp met James Ramlall in wit hemd en met baard

James Ramlall werkt niet meer bij het directoraat Cultuur, but he is still on the go! Zijn Stichting Caribbean Centre voor vormingswerk is nog steeds actief. In het Centrum aan de Indira Gandhiweg kunnen scholen en instanties terecht voor vormingsweekenden/-dagen. Via dit Centrum zet hij de culturele uitwisseling voort, hij reist nog zelf af naar de Guyana’s en Trinidad met onze jongeren om ze kennis te laten maken met andere culturen, en hij ontvangt nog steeds scholieren en studenten uit die landen. Een kunst- en cultuurman in hart en nieren, een voorbeeld voor velen!

1 comment to “James Ramlall en cultuur: always on the go”

  • james, hartelijke gelukwensen met je 80ste verjaardag. ik herinner mij onze inspirerende gesprekken in havelte en onze reis naar deense volkshogescholen. simon vuyk, nu in deventer woonachtig

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter