blog | werkgroep caraïbische letteren

Jadnanansing in de slag met Evers & Van Maele

Evers & Van Maele

door Rolf van der Marck

De gepensioneerd notaris en rechtskundige Carlo Jadnanansing is ongetwijfeld een veelzijdig scribent, want behalve rechtskundige verhandelingen in vaktijdschriften, dikwijls ook in de krant maar dan in begrijpelijke taal, zien wij – sinds hij er de tijd voor heeft – ook veel muziekrecensies van hem in de krant. Nu heeft hij vriend en vijand verrast met twee volle pagina’s boekrecensie van het boek Bouterse aan de macht van de journalisten Evers & Van Maele in Dagblad Suriname, echter hinderlijk verdeeld over twee dagen (23 en 24 november), zodat je ergens aan begint waarvan je niet weet hoe het afloopt. Zou dat opzettelijk zijn omdat hij ook nog niet wist hoe het zou aflopen?

Dat vond ik al irritant, evenals de veel te lange en ingewikkelde kop, die luidt: “Reflecties naar aanleiding van: ‘Bouterse aan de macht’ | Pleidooi (contrecoeur) voor ons staatshoofd? (deel 1).” Wat ik me afvroeg voor ik eraan begon, bleek achteraf juist, Jadnanansing komt er evenals de auteurs van Bouterse aan de macht niet uit, vandaar waarschijnlijk dat hij het ‘reflecties’ noemt. Jadnanasing volgt als het ware met instemming de benadering van Evers & Van Maele in hun boek, een soort golfbeweging van nauwelijks verholen bewondering voor de ‘good guy’, zo hier en daar onderbroken door de ‘bad guy’, de drugsveroordeelde en van meervoudige moord verdachte couppleger, waar ze uiteraard niet omheen kunnen.

Aan het slot verschuilt Jadnansing zich echter achter de auteurs van het boek waar hij zegt: “Het lijkt erop dat de auteurs aan het einde van hun verhaal gekomen zijnde, beseffen dat de redelijk positieve toon ervan met betrekking tot ons staatshoofd weleens in hun nadeel zou kunnen uitvallen. (…) Vandaar dat de slotzin in mineur geschreven moest worden, teneinde de verkoopbaarheid van het boek niet negatief te beïnvloeden.” Met andere woorden, ook het slot van het boek had in feite redelijk positief van toon moeten zijn. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat Jadnanansing daarin volledig meegaat. Hoe dan ook, we komen niet te weten of het een pleidooi is of een pleidooi?.

Carlo Jadnanansing

Het verwijt van Jadnanasing dat Evers & Van Maele veel te wijdlopig zijn, treft ook hemzelf, twee volle pagina’s DB is wel heel veel van het goede. Met een kritische instelling en een rode pen in de aanslag had hij hooguit driekwart pagina overgehouden, ruimschoots voldoende om zijn boodschap over te brengen. Nu heeft hij ongetwijfeld potiëntiele lezers voortijdig doen afhaken.

Jadnanansing besluit met twee door de auteurs genoemde gevleugelde Surinaamse zegswijzen te citeren, waarvan ik deze wil aanhalen: “Het ondenkbare is in Suriname denkbaar”. Waarom realiseren Evers & Van Maele zich dat al op pagina 28 (volgens Jadnanansing) van hun boek, zonder daar consequenties uit te trekken? Want dat Bouterse president werd, was ondenkbaar. Waarom hebben zij niet gereflecteerd op dat ondenkbare gegeven?  En, hoe het ondenkbare weer denkbaar te maken? Ook vanwege de verkoopcijfers?

1 comment to “Jadnanansing in de slag met Evers & Van Maele”

  • Mooi en deskundig stukje kritiek. Misschien was het geen pleidooi maar “plei dong”. Dus zich kleiner voordoen dan men in werkelijkheid is met de bedoeling een groter lezerspubliek te bereiken. Ik heb na het lezen van het artikel het boek meteen aangeschaft omdat het mij duidelijk werd dat het een geschiedenisboek is geworden m.b.t. de recente geschiedenis van Suriname.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter