blog | werkgroep caraïbische letteren

J.Z. Herrenberg – Dom poppendorp

Johan Herrenberg is a.s. zaterdag, 9 november, een van de zestien gasten tijdens de Caraïbische Letterendag in de Openbare Bibliotheek Amsterdam, aanvang 19.00 uur. Hieronder een fragment uit zijn roman Nederhalfrond.

Buiten: een puzzel, verschuivend, op ware grootte. Daar, 1:1, onbewolkt, had je – Nederland!!!

Laagland – horizon – lucht!

Weidenvakwerk, slootjes als potloodstrepen; het stipje van een veulen (?), rennend van de lente; een kerk in een dorpskern, stomp als een heliport; twee windturbines, verlaten, als zwaaiende mannen; een trein, optrekkend… Net een wurm. Een lange gele wurm met zwarte rug. En op loeizware skates, tonnen wegende skates! Spoorde voor straf van station naar station… Veroordeeld tot veertig jaar rails, onvoorwaardelijk. Wilde niet aan een vishaak het kanaal in, die arme stoute wurm! Wilde niet levend naar de haaien…

Karin grijnsde, gloeiend, snoof gelach door haar neus, zelfs een opgetogen plofje ontglipte haar keel. Ja, haar sprookjesgaven waren weer aardig actief! Het vulkaantje was weer klaarwakker! Bart smulde daar altijd zo lekker van, dan stapelde ze ideetje op ideetje, de bizarste dingen bedacht ze voor die knul. Hij hád het vaak niet meer!

Ze gluurde opzij: Nandra pakte haar binnenpretje niet op. Geen nieuwsgierigheid… Ach, zij had geen romans nodig! Die had ze gewoon al in zichzelf!

Superieur keek Karin weer naar buiten: hoogspanningsmasten, hun draden doorgezakt over een eindeloze, slakkerige avondspits gespannen; reeksen flats op het westen, flitsend; de zandbak van een bouwplaats, met rafelige weideranden…

En met de dubbele verliefdenblik die in staat is alle dingen hevig fris en anders te doen schijnen, zag ze de nieuwe ervaringen van deze laatste week heerlijk hun amerikana over al dat oude vertrouwde heen wazen, zat ze weer worstjes te eten op Washington Square, hoorde ze dat rare zwerversduo met gangsterhoeden om beurten hun gedicht bulderen over de Brooklyn Bridge waarop ze zelf stonden, woei de wind haar om de kop op de Staten Island Ferry, zag ze daar, als de broze, zilveren benen van de hemel die twee verticale steden, de Twin Towers, blinken. En voor één momentje leek haar zo geregelde Hollandse leventje zich te transformeren, scheen het warm, spannend en vrij – uit een dichte kring mensen drijft muziek –, toen ontnuchtering, meedogenloze ontnuchtering tsjak! weer haar dunste ijsmes tsjak! in alle thuis!-opwinding stak.

O God! besefte ze. Nederland daar beneden. Wat vreeeeselijk, eigenlijk!

Dom poppendorp.

[Uit: Nederhalfrond, p. 228-229 ]

on 06.11.2019 at 13:09
Tags:

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter