blog | werkgroep caraïbische letteren

Ismene Krishnadath is gewoon kwaadaardig

door Rolf van der Marck
 
met dank aan Michiel van Kempen dat die Surinaamse schrijvers zo goed verkopen!
 
In mijn post Ismene Krishnadath uit de bocht gevlogen heb ik het al gehad over de lezing die Krishnadath heeft gehouden bij het 35-jarig bestaan van Schrijversgroep ’77, waarin ze aan het slot die wonderbaarlijke ‘tournure’ maakte door haar lezing over de bijdrage die Surinaamse schrijvers hebben geleverd aan de nationalistische ontwikkeling van ons land af te sluiten met een onmogelijke vergelijking om zodoende tot een politiek statement te komen. Het is over die onmogelijke vergelijking dat ik het nu wil hebben.
 “Kritiek van Nederlandse critici werkt versterkend op de populariteit van schrijvers en personen in Suriname” is het eerste deel van haar vergelijking. Dat “en personen” is hier niet op z’n plaats, want ze heeft het over Surinaamse schrijvers, maar daar kom ik dadelijk op terug. Als voorbeeld haalde ze hierbij aan het boek Hoe duur was de suiker? van Cynthia McLeod, dat destijds “sterk bekritiseerd is door de Nederlandse Michiel van Kempen”. Met andere woorden, dankzij de sterke kritiek van Van Kempen gaat dat boek als warme bollen over de toonbank.
Dit is een versimpeling en verdraaïing van zaken die je van een academisch gevormd persoon als Krishnadath, daarbij zelf schrijver, niet zou verwachten. Van Kempen heeft als literatuurwetenschapper Hoe duur was de suiker? beoordeeld aan de hand van geldende literaire begrippen en maatstaven, met als conclusie dat het niet tot de Surinaamse literatuur gerekend kan worden. Daarmee is echter niet gezegd dat het boek geen waarde zou hebben of waardeloos zou zijn, alhoewel Krishnadath suggereert als zou dat Van Kempen’s oordeel zijn.
In feite is het gewoon kwaadaardig van Krishnadath, omdat zij als academicus en schrijver heel goed het onderscheid kent en zelf ook kan maken tussen literatuur en lectuur, maar zij weigert dit te accepteren omdat het even niet in haar kraam te pas komt. Maar dat is het zeker niet alleen, hier speelt duidelijk ook haar gekwetste trots mee dat een representant van de voormalige kolonisator het lef heeft om negatieve literaire kritiek te leveren op een veel bejubelde en verkochte Surinaamse auteur. De derde factor is dat zij het nodig heeft voor het “verrassende” tweede deel van haar vergelijking.
Het tweede deel van haar vergelijking, en daarvoor moesten “personen” worden toegevoegd aan de “schrijvers”, is enerzijds die tussen de literaire kritiek op Surinaamse schrijvers die verkoopstimulerend zou werken en anderzijds de negatieve kritiek vanuit Nederland op de persoon Bouterse, die “niet gelust wordt door de Nederlandse regering”, waaraan hij zijn presidentsverkiezing te danken zou hebben. Behalve dat het vals is, is het natuurljk ook appels met peren vergelijken. Maar, zoals eerder gezegd, Krishnadath heeft de lage strijdmethoden van de NDP tot de hare gemaakt!
Dit gezegd zijnde moet ik om misverstanden te voorkomen terugkeren naar Hoe duur was de suiker?, anders zou men nog kunnen denken -en Krishnadath zou de eerste zijn om dat te roepen- dat ik dat boek niet de moeite waard vind. Het tegendeel is waar, dit -zoals ik hierboven al zei- veel bejubelde en verkochte boek is een bestseller van de bovenste plank en het heeft een bereik waar veel literatoren jaloers op zijn. De vormende werking die het boek sinds het in 1987 op de markt kwam heeft gehad en nog heeft op de Surinaamse jeugd mag niet worden onderschat. Daarmee heeft McLeod een grote bijdrage geleverd aan het dekolonialiserend- of bevrijdingsnationalisme dat onderwerp was van Krishnadath’s lezing, ondanks de negatieve literaire kritiek van Van Kempen. Het boek heeft z’n grote eigen verdiensten, maar andere dan literaire. Neks no fout!
Dat Ismene Krishnadath bewust dit onderscheid niet heeft willen maken is inderdaad gewoon kwaadaardig, maar ja, anders had ze haar idool Bouterse er niet bij kunnen betrekken, hetgeen ze kennelijk tot haar opdracht rekende. Helaas is Krishnadath’s kleine achterban van seniore burgers niet meer voldoende ‘compos mentis’ om bezwaar te kunnen aantekenen tegen dergelijke onzinnige handelwijzen van hun voorzitter.
 
 

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter