blog | werkgroep caraïbische letteren

Is het voor een wassie?

door Nellie Bakboord

Op de tweede dag van het jonge nieuwe jaar zit ik aan mijn lange donkerbruine eettafel met daarop diverse heerlijke schaaltjes. Schaaltjes gevuld met onverpakte restjes, nog uit het verse oude jaar. Kaasjes, toastjes en, zoals gebruikelijk, half leeg gedronken flessen wijn. Een tafel kortom, om heerlijk aan te zitten nadenken over wat komt en over wat gaat. Overpeinzen. Beschouwen. Diep nadenken. Twee januari 2013. Een glas borgu doen we dit keer niet. Volgens John moest ik allang ook aan de Appleton. December 2011 liet ik me, voorzichtig nippend, terwijl hij met zijn pretoogjes verwachtingsvol bleef kijken, glimlachend overtuigen. Nu staat standaard bij mijn voorraadje naast de borgu een 750 ml dikke fles Aplleton Estate. Extra. Zacht van smaak en verlangend naar meer. “John mi gudu, vanaf mijn donkerbruine eettafel, ‘thanks a lot”. Een betere tip in 2011 had ik niet kunnen krijgen. John, altijd boordevol humor, is de oudste broer van Shirley. Heel Suriname kent hem. Terwijl ik na een slokje verder knabbel op een toastje, laat ik mijn voetjes rusten op een daarvoor bestemd voetenbankje. Een direct merkbaar aangenaam gevoel in mijn rug. Een niet onbelangrijke houding bij het overpeinzen en tegelijk een blik werpen in 2013. Door mijn kop schieten opvallend veel positieve gebeurtenissen. Je zou dan denken dat een sweet watra tegen het eind van zo een jaar niet echt meer nodig is. Een sweet watra voor nog meer geluk en meer welzijn?
Heel eventjes verschijnt een gebeurtenis langs mijn hersenen. Rakelings. Wildwest-taferelen. Op mijn netvlies. Toen cowboys aan landjepik deden. Typerend uit wildwestperiodes. Anno 2012 eigenlijk ondenkbaar in Paramaribo. Cowboys, op paarden gezeten, stofwolken achter zich latend. Gewapend met revolvers. In Suriname wonen misschien geen cowboys maar je zal hen die zich als zodanig opstellen de kost geven. Met plezier geef ik Nina op 31 december de kost. Vijf schepjes poedermelk in 150 cc  gekookt water. Goed schudden. Dat zei haar vader, met een vette knipoog tegen een ervaren grootmoeder vlak voordat hij, pontificaal gekleed, op weg ging naar een owruyari party. Nina liet geen traan. Deed beide handjes rondom de fles en dronk. Teug voor teug. Mooiere jaarwisselingen zijn sprookjes. Nina’s tevreden gezichtsuitdrukking liet zien dat ze, als bewijs hiervan, met haar opoe wilde boksen. Nina en ik zitten nu al op één lijn. ‘Op één lijn zitten’ brengt me terug naar mijn lieve moeder. Wij zaten ook op één lijn en hadden dezelfde interesses. Een vrouw die als een kind zo blij altijd van geluk straalde.  Oudjaar kocht ik voor haar bij de bloemist mooie vuurrode geurige rozen. Geurige rozen en een brandende kaars. Een mooie traditie. Twee januari 2013. Ik zie nog het beteuterd, ietwat verontschuldigend gezicht van de lange blonde verkoopster in de bloemisterij toen ik haar vraag niet direct beantwoordde. “Is het voor een wassie?”, vroeg ze doorgewinterd met onvervalst Amsterdams accent.
Aaybaya@gmail.com

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter