blog | werkgroep caraïbische letteren

Is dit discriminatie?

door Toon Kasdorp

Rabin Gangadin een Surinaams dichter en prozaschrijver. Ik citeer uit Wikipedia:

Gangadins poëzie is direct, grillig, zonder herkenbaar Surinaamse elementen: zijn debuutbundel Desaveu (1980) werd met enkele kleine wijzigingen herdrukt als Een zeldzame kamer (1982). Verder verschenen: Tussen letter en geest (1984), Striptease zonder muziek (1987). ln zijn proza haalt hij fel uit naar zijn Landgenoten (1986). Gangadin ontziet niets en niemand – ook zichzelf niet – en heeft de neiging zich te overschreeuwen. Ernstig afbreuk aan zijn werk deed de constatering dat hij op evident plagiaat betrapt werd: uit zowel het werk van Jeroen Brouwers als de literatuurcriticus Wim Rutgers nam Gangadin zonder bronvermelding grote passages over.

Wie zijn stukje in de NRC van 3/8/13 leest over het Surinaamse Nederlands waar we te weinig respect voor zouden hebben, wordt op dat punt van het plagiaat gerustgesteld. Een zin als de navolgende kan hij onmogelijk van een ander hebben. Die heeft hij zeker zelf bedacht.

‘De massale exodus van Surinamers naar Nederland ten spijt, die wellicht zou kunnen doen vermoeden dat er na verwerking van deze culturele invasie een periode uit zou breken van culturele cohesie, wees de praktijk er juist het tegendeel van uit’.

De zin is krom en het is ook verder beroerd Nederlands. Wat kan hij hebben bedoeld? Dat er ondanks de massale trek van Surinamers naar Nederland geen sprake is van het naar elkaar toegroeien van het Surinaams en het Nederlands? Waarom dan niet? Wil hij soms beweren dat alle Surinamers zo slecht schrijven als hij? Dat is zeker niet zo. Gerard Spong en Lilian Gonçalves schrijven uitstekend en dat geldt ook voor Noraly Beyer en Sigi Wolf.

Leest U eens de volgende zinnen uit het zelfde stukje. ‘Een tendens die het Nederlandse literaire landschap geheel doorklieft is de slaafse bewondering voor Nederlandstalige islamitische auteurs’… ‘Het effect is dat Nederlandse literaire uitgeverijen, literaire tijdschriften en literaire wervers reeds in eerste oogopslag het vermeende literaire talent in een Marokkaanse, Turkse of Iraanse scribent menen te kunnen ontwaren’.

De jaloezie van deze Surinaams Nederlander t.a.v. allochtonen met een andere achtergrond heeft iets meelijwekkends. Maar de vraag blijft toch vooral wat de reden kan zijn geweest voor de NRC om deze man zijn onmacht zo publiekelijk te laten demonstreren? Dat is niet duidelijk. Een ingewikkelde manier van discrimineren misschien?
[van de weblog van Toon Kasdorp, 3 augustus 2013]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter