blog | werkgroep caraïbische letteren

Internationale Dag van de Moedertalen

Van de redactie van de Ware Tijd Literair

Op 21 februari 2021 was het weer de  dag van de moedertalen, ingesteld door de United Nations. Talen en multitaligheid kunnen inclusiviteit bevorderen. De Sustainable Developement Goals, die staan voor 2030, richten zich dan ook op de scholing van kinderen in hun eigen taal, wanneer ze kennismaken met het onderwijs. In alle onderwijs vanaf de kleuterschool zou er aandacht moeten zijn voor moedertalen. Voor Suriname is dat een hele uitdaging, juist omdat er zoveel talen gesproken worden. Zeker in deze tijden van covid-19 lopen vele kinderen het gevaar om buiten de boot te vallen als het om goed en passend onderwijs gaat. 

Talen, met hun complexe uitdagingen voor identiteit, communicatie, sociale integratie, educatie en ontwikkeling, zijn belangrijk voor alle mensen. Maar vele talen lopen het gevaar van uitsterven door de globalisering en de druk van grote talen die andere, kleinere wegdrukken. Tradities, herinneringen, bijzondere denkprocessen en uitdrukkingen dreigen te verdwijnen. Elke twee weken verdwijnt er een taal en daarmee een bijzondere culturele en intellectuele erfenis. Slechts enkele honderden van de 6000 talen die wereldwijd gesproken worden, zijn ingezet in het onderwijs en het publieke domein. En minder dan 100 worden er gebruikt in de digitale wereld.  

Ook in Suriname is aandacht besteed aan deze dag. Vanuit NAKS is een Zoom gestreamd waarvan een impressie is gemaakt door Jerry Dewnarain. Hilde Neus heeft de Zoom gevolgd die werd georganiseerd door de Henri de Ziel Stichting. Zij hadden om 17.00 uur als spreekster dr. Renata de Bies, die een virtuele lezing hield met als titel ‘Taal als bron van identiteit’. Hierop volgde later een discussie en daarna de oprichting van de ‘Associatie van Surinaamse Taalgemeenschappen’. 

Meertaligheid.nl

Meertaligheid is het onderwerp van deze website. Hier is allerlei informatie te vinden voor kinderen, ouders en leerkrachten, zo ook over een onderzoek dat is verricht naar de voor- en nadelen die kinderen van meertalige ouders kunnen ervaren. De vraag die centraal staat, is hoe deze kinderen die meertaligheid ervaren. Hierbij is gekeken of de kinderen zich herkenden in de voor- en nadelen die zijn aangegeven in de wetenschappelijke literatuur (Baker, 2014 en Orioni, 2015): communicatie-, culturele, economische voordelen, cognitieve/ leervoordelen,  en nadelen als talen blijven onderontwikkeld, mening van anderen, in de knoop raken met eigen identiteit.

Voor dit onderzoek zijn 25 interviews afgenomen van kinderen van twee verschillende basisscholen. Uit de resultaten bleek dat de kinderen zich inderdaad grotendeels herkenden in de vooraf gestelde voor- en nadelen. Tevens bleek dat de kinderen die niet in Nederland geboren waren, op bepaalde gebieden negatiever dachten over zichzelf. Zo schatten ze hun schoolprestaties en kennis van het Nederlands lager in, in vergelijking met de kinderen die wel in Nederland geboren waren. Ook dachten ze dat ze later een minder grote kans hadden om een goede baan te krijgen en vinden ze het vervelender om een andere taal te spreken dan het Nederlands in bijzijn van hun vriendjes.

Nadelen: onderwijs in eigen taal en meer huiswerk, twee scholen.

Niet verstaan van andere mensen.

Bang zijn de verkeerde woorden te gebruiken.

Lastig om te schakelen tussen de talen.

Niet altijd alles uit de eigen taal willen vertalen.

Mensen denken dat je het Nederlands niet zo goed spreekt.

Meer moeten oefen met de schooltaal.

Een dergelijk onderzoek is ook belangrijk voor Suriname, omdat we zien dat de gestelde vragen ook kunnen gelden voor onze kinderen die met een andere thuistaal opgroeien.

Associatie van Surinaamse Taalgemeenschappen

In artikel 8 lid 2 van de Grondwet van de Republiek Suriname is de waarborging vastgelegd op grond waarvan het nodig is, regels vast te stellen inzake de erkenning en ordening van de talen en de bescherming van taalrechten. De ‘eigenaren’ van de talen hebben een bepalende rol hierbij. In 2014 heeft de Henri Frans de Ziel Stichting het initiatief genomen voor wettelijke regeling van de Surinaamse talen. De toenmalige minister heeft na goedkeuring van de Raad van Ministers, de Commissie Ontwerp Taalwet en Taalraad per beschikking ingesteld, onder leiding van dr. Hein Eersel. In 2015 werden de ontwerpwet Taalwet en Taalraad, na nationale consultaties, goedgekeurd door de Raad van Ministers en vervolgens aangeboden aan de President en voor advies aangeboden aan  de Staatsraad en De Nationale Assemblee. Helaas is er daarop vervolgens niet gereageerd. De Stichting vindt het nog steeds belangrijk dat wettelijke erkenning en daarmee bescherming van de Surinaamse talen moet worden geregeld.

Om het veld te organiseren, heeft de Henri Frans de Ziel Stichting het initiatief genomen de ‘Associatie van Surinaamse Taalgemeenschappen’ op te richten, waarin alle taalgroepen vertegenwoordigd zijn. Nu hebben er negen hun medewerking toegezegd. De doelen van de associatie zijn:

a. Het bevorderen van onderzoek, documentatie, regulering en wettelijke erkenning van de Surinaamse talen.

b. Het behoud en voorkomen van uitsterven van Surinaamse talen.

c. Het bevorderen van de ontwikkeling van lexica van Surinaamse talen.

d. Het bevorderen van het gebruik van Surinaamse talen.

e. Het bevorderen van onderwijs in de Surinaamse talen.

f. Het bevorderen van de spreekvaardigheid in de Surinaamse talen.

De activiteiten van de associatie zullen na de proclamatie geleid worden door professor dr. Frank Jabini, theoloog, onderzoeker en biograaf.

Dr Renata de Bies

De lezing van mevrouw de Bies ging  over ‘Taal als bron van identiteit’. Iedereen wil graag tot een groep behoren (en daarbij hoort ook het automatisch uitsluiten van anderen – die de taal niet verstaan). Een van de identiteiten van de mens, naast kleding, religie, eetgewoonten, enzovoorts is de linguïstische identiteit. Deze vindt zijn beslag in de talen die iemand spreekt.  Sranan is dan meer voor de informele situaties (bijvoorbeeld schelden, vieze woorden ken je vaak al heel snel bij het leren van een nieuwe taal) terwijl het Surinaams-Nederlands meer gebruikt wordt in formele setting. Er werd gepleit voor MMO: Meertalig Moedertaal Onderwijs en het opkomen van taalrechten voor alle taalgemeenschappen.     

Welmoed Ventura en taal op Facebook of op het web

Welmoed Ventura bij Jodensavanne

Welmoed is Indoloog (Indische en Iraakse talen), opgeleid te Leiden, en heeft ook Creolistiek te Amsterdam gestudeerd en een vertaalopleiding Spaans. Momenteel doceert ze taalkunde en taalgeschiedenis op de opleiding Nederlands van het IOL. Daar heeft ze een leerlijn Nederlands als tweede taal (NT2) ontwikkeld, die voor vele studenten een basis is voor verder onderzoek voor een scriptie. Welmoed is van mening dat in plaats van moedertaal liever het begrip thuistaal gebruikt kan worden. De taalwetenschap spreekt in de volksmond ook van moedertalen, maar het gaat om de taal die in huis wordt gesproken. Omdat het niet alleen de taal van je moeder hoeft te zijn, die je als eerste aanleert. In het discours in Suriname zijn alle talen moedertalen, ook het Nederlands, maar men denkt over het algemeen dat het de taal van de voorouders is. Nederlands is zelfs voor 62% van de mensen hier de thuistaal. Naast wellicht andere talen die binnen het gezin worden gesproken.

Welmoed houdt een relevante Facebook-pagina bij: Talen in Suriname. En ze schrijf regelmatig blogs over talen die ze op haar website Talen in Suriname.com plaatst. Met links naar diverse site. Zo blijven we bij, als het om talen gaat.

NAKS en het Sranan

Betekenis van de Dag der Moedertalen

Voor de UNESCO zijn talen het instrument om het culturele erfgoed levend te houden. Door de moedertaal in ere te houden, blijft de taalkundige en culturele traditie bestaan en wordt men zich meer bewust van de verschillen tussen de diverse mensengroepen. Dit zal leiden tot meer begrip.

Waarom activiteiten van NAKS op deze Dag?

NAKS staat elk jaar stil bij deze Internationale Dag van de Moedertalen. Waarom? Naast het Nederlands dat in zijn algemeenheid beschouwd wordt als de voertaal op kantoren en  scholen, neemt het Sranantongo een zeer prominente plaats in binnen de communicatie tussen de verschillende bevolkingsgroepen in Suriname. Deze taal heeft historisch gezien een zeer rijke en bijzondere ontwikkeling doorgemaakt. Het luisteren, spreken en schrijven, zijn de drie meest belangrijke thema’s waarmee wij te maken krijgen bij het bezigen van deze bijzondere Sranantongo taal die door duizenden mensen wereldwijd wordt gesproken.

Wat doet NAKS op de Dag der Moedertalen 2021?

Naks heeft de afgelopen jaren deze bijzondere dag herdacht door Sranantongo voorleesactiviteiten te houden op scholen. Vanwege de COVID-situatie zijn de scholen gesloten en heeft de organisatie besloten via video een Sranantongo verhaal in toneelvorm te verspreiden. Het gekozen verhaal is getiteld Owpa Paulus, Wan tori fu wan skrifiman en is geschreven door Anė Doorson (7 april 1927- 4 juni 1997). Het verscheen in 1986 in de bundel Nieuwe Surinaamse verhalen, samengesteld door Michiel van Kempen. Ané Doorson werd ook bekend om het boek Het levenswater van Ana Bolindo Kondre, uitgegeven in 1979 in bewerkte vorm. Het is een ‘klassiek’ verhaal uit de Surinaamse orale traditie. Op 21 februari jl. is het Sranantongo-verhaal Owpa Paulus in toneelvorm via het NAKS YouTube kanaal verspreid.

Wat doet NAKS nog meer om deze taal te bevorderen?

–        Het uitbrengen van adviezen aan de overheid: binnenkort zal aan het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur een advies i.v.m. de taalspelling uitgebracht worden.

–        Het verzorgen van cursussen Sranantongo: schrijven, grammatica, conversatie.

–        Het verzorgen van Sranan Neti: spelen met de taal via muziek, liedjes, gedichten, story-telling.

–        Lezingen over Sranantongo.

–        Vertaalunit Sranantongo.

–        Het uitbrengen van de jaarlijkse Sanantongo Iconenkalender.


Fragment uit Ané Doorson – Owpa Paulus, Wan tori fu wan skrifiman

Owpa Paulus

Te yu luku na tori krin, dan yu musu gi den sma leti te den ben e taki dati owpa Paulus no ben de so switi na en ede-sei. Te yu ben sa aksi den san meki den e taki so, no wan sma ben kan gi wan reti piki na tapu na aksi disi. Ma te yu ben sa taki dati na yu firi owpa Paulus no law, wantron na heri prasi ben e dyompo na yu neki: ‘No wan sma taki dati owpa Paulus law. En ede-sei no de so switi, na dati wi e taki.’ Na bigin den no ben e taki so. Den ben e taki grat’ ari dat owpa Paulus law. Na di owpa Paulus srefi gi den fu frustan dati lawman e tan na kolera, meki den drai mofo. Owpa Paulus no taki na sani so kowrukowru leki fa a skrifi dya. Na ai di a ben luku na eri prasi nanga na fasi fa a ben ori na tiki, di ben de tusyur na en anu, ben sori dati a no e go teki na nen fu lawman kowrukowru. So meki no wan sma fu na prasi ben wani tyari nen dati na en gi owpa Paulus na nen fu lawman. Den ala ben kon drai mofo taki: ‘A no de so switi na en ede-sei.’ Na taki disi no ben e trobi owpa Paulus. Dat wan taki, noiti a meki den sma fu na prasi firi dati na taki, disi a endri en. Moro fara srefi, te a ben yere dati wan sma fu na prasi ben taki: ‘Libi en ba, pôti, a no de so switi na en ede-sei’, dan a ben e poti wan laf’fesi leki fu taki: ‘Un taki san un wani. Fu unu na wan rai, fu mi na wan sabi.’ (Bron: Michiel van Kempen (red.), Nieuwe Surinaamse verhalen. Paramaribo: De Volksboekwinkel, 1986, https://www.dbnl.org)


[Literaire Pagina van de Ware Tijd, 27  februari 2021]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter