blog | werkgroep caraïbische letteren

Internationale dag straffeloosheid misdaden tegen journalisten

2 november is door de Verenigde Naties ingesteld als Internationale Dag tegen Straffeloosheid van Misdaden tegen Journalisten. De Stichting 8 december 1982 spreekt op deze dag internationale solidariteit uit met journalisten en democratische mensen van alle landen, die zich inzetten tegen de cultuur van straffeloosheid en voor gerechtigheid. Journalisten zijn onmisbaar voor een geïnformeerde en vrij denkende samenleving. Misdaden tegen journalisten hebben geen ander doel dan het desinformeren en intimideren van de burgerbevolking, om zo de waarheid onder de mat te vegen.

De Stichting 8 december 1982 vraagt dit jaar bijzondere aandacht voor de slotfase van het hoger beroep in het strafproces inzake de decembermoorden. Vijf journalisten, Bram Behr, André Kamperveen (mediaman), Leslie Rahman, Jozef Slagveer en Frank Wijngaarde waren slachtoffer van de folteringen en moorden van 8 Decembermoorden. De radiostations ABC en Radika, en de drukkerij van het dagblad De Vrije Stem werden door de dictatuur in brand geschoten. De brandweer werd verboden te blussen. Alle media werden verboden of onder censuur geplaatst. In 1983 werd het decreet B-10 uitgevaardigd dat alle geschriften, uit binnen- en buitenland, die de machthebber niet zinde verbood. De burgerbevolking werd monddood gemaakt, geïsoleerd en angst aangejaagd.

De OAS mensenrechtencommissie (1983) sprak over ‘terroristische methoden’. Prof. John Dugard (2000) kwalificeerde, naar aanleiding van een vraag van het Amsterdams Gerechtshof, de folteringen en moorden van 8 december 1982 als misdrijven tegen de menselijkheid, internationale misdrijven. Terwijl de toenmalige dictator Desi Bouterse de Surinaamse bevolking op de televisie een verklaring, vol overtuiging, dat de slachtoffers ‘op de vlucht zijn neergeschoten’, vertelde hij veel later in de ‘waarheidsvinding’ geïnitieerd door de broer van de vermoorde John Baboeram, Sandew Hira, dat hij wist dat het ‘lulkoek’ was en het toch heeft voorgelezen.

Het Surinaamse volk werd bedrogen! Dat gold ook voor de valse beschuldiging dat de slachtoffers een coup zouden plegen. Vandaag brengt de Stichting 8 december 1982 ook in herinnering de moedige brief van de Orde van Advocaten aan de militaire machthebber, die op 2 november 1982 was gedateerd. In deze brief werd kritiek geleverd op de totalitaire weg waar de dictatuur voor koos, en werd een pleidooi gehouden voor de democratie en het recht. De Orde van Advocaten zou op 8 december 1982 worden onthoofd. Vier advocaten, allen bestuursleden van de Orde, werden slachtoffers van foltering en moord. Het ging om de advocaten John Baboeram, Eddy Hoost, Kenneth Gonçalves (Deken van de Orde van Advocaten) en Harold Riedewald.

Straffeloosheid impliceert nationale demoralisatie.  In een democratische rechtsstaat staat niemand boven de wet. Het Constitutioneel Hof veegde de zelfamnestiewet van 2012, wetgeving ad hominem, van tafel. Het is zaak dat bij zulke ernstige misdaden de schuldigen niet alleen worden veroordeeld, maar de straf ook ten uitvoer wordt gelegd! De Stichting 8 december 1982 is de overtuiging toegedaan, dat naast het strafproces, ook andere vormen van gerechtigheid duurzaam moeten worden ontplooid. De herinneringscultuur die in Suriname en in de diaspora vorm heeft gekregen met gedenktekens en herdenkingsbijeenkomsten, dient  het levend houden van de in ons volkslied bezongen morele waarde: ‘Recht en waarheid maken vrij!’

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter