blog | werkgroep caraïbische letteren

Ini Statia – De ongeschreven geschiedenis van Alma Balente en Corpus Dominus

Alma Balente, een excentrieke, tegendraadse kunstdocente, was trots op haar eiland: een zonovergoten, rotsachtig paradijs, omringd door een turkooisblauwe zee, woeste kusten, hoog opspattend schuim, juweeltjes van stranden en stevig waaiende passaatwinden. Er hing een relaxte sfeer. In de stad met zijn mooie, diepe haven en snoepjesgebouwen in waanzinnige, adembenemende kleuren, proefde en rook je de zilte lucht, vooral als je vanaf de kades de gigantische, statig in- en uitvarende schepen gadesloeg.

Voor de eilandbewoners was Alma hun grande dame: intelligent, gastvrij, uitbundig. Ze bezat een natuurlijke, exotische schoonheid die vooral buitenlandse hoge heren onweerstaanbaar aantrok. Zij aten, dronken, sliepen bij haar en vertrokken daarna met de noorderzon. Alma danste, at en dronk haar pijn weg. Met Carnaval leefde ze zich totaal uit; liters zweet en tranen liet ze tussen de meedeinende massa’s los. Achter dat zorgeloze masker zat echter opgekropte woede. Haar voorouders hadden eeuwenlang onder het juk gezeten van bleke avonturiers uit het verre noorden. Die hadden miljoenen donker gekleurde mensen uit een ander werelddeel opgekocht en onder mensonterende omstandigheden naar het huidige land van Alma en haar familie verscheept, waar ze werden gebrandmerkt en doorverkocht.

Alma voelde zich sterk met dat verleden verbonden. Haar ogen schoten vuur wanneer ze op herdenkingsbijeenkomsten over haar voorouders sprak. Met passie verdedigde ze haar erfgoed: spinverhalen, gelaagde liedjes, opzwepende muziekritmes, soepel bewegende, in rituelen verzonken lichamen, die de herinnering aan het oude continent, hun wortels, vasthielden.

Als creatieve, buitenlandse ondernemer had Corpus Dominus zijn oog op Alma’s eiland laten vallen, nadat hij zijn turbulent verleden en zijn vervolgde, opgejaagde familie was ontvlucht. Overal vertelde hij zijn verhaal. Nooit mocht men vergeten welk leed hem en de zijnen was aangedaan. Iedereen moest weten hoe innemend en innovatief hij was, de weldoener! Op conferenties sprak hij druk gesticulerend; men hing aan zijn lippen.

Op een warme namiddag botsten Alma en Corpus midden op de schommelende pontonbrug tegen elkaar op. De alarmbel had gerinkeld, de brug ging open. Alma rende hijgend naar de overkant, struikelde en viel in Corpus’ armen. Het zweet gutste langs haar glanzende, ronde vormen, terwijl haar golvende, wapperende zwarte haren zijn rood verbrande, met blonde baardstoppeltjes bezaaide gezicht beroerden en haar fier uitstekende mispelbruine borsten zacht tegen zijn gespierde torso bonsden. Ze gierde het uit, lachte haar stralend witte tanden bloot, een geur van muskusolie verspreidend. Heftige trillingen joegen door Corpus’ verhitte lijf. Hij bood Alma meteen een verfrissend drankje aan, waarna zij hem giechelend naar haar favoriete plek meetrok…  

Het werd een zinderende romance. Corpus bezwoer Alma zijn liefde. Haar mysterieuze aantrekkingskracht fascineerde hem, hij zou haar en haar eiland schatrijk maken. Maar hij moest wel zijn gang kunnen gaan. Alma protesteerde, ze was niet te temmen. Ze sprak over miskende lotgenoten die zich hadden opgeofferd, maar zich teveel inhielden, totdat zij als razende, rücksichtslose orkanen te keer gingen. Dit vertelde ze, terwijl ze zich tegen Corpus aanvleide, die liefkozend haar handen streelde, haar vingertoppen kuste, met zijn blauwe ogen diep in haar zwarte pupillen boorde en haar ten huwelijk vroeg. Alma smolt weg en liet zich veroveren.
Alma werd stapelgek op Corpus, op zijn flair en charme. Toch wantrouwde ze hem heimelijk. Een bekende multinational was onlangs spoorslags vertrokken en had een stinkende puinhoop achtergelaten. Tot overmaat van ramp kreeg ook de bloeiende offshore business de genadeklap. De politici lieten zich afkopen, het volk keek verslagen toe. Uit vrees voor meer ellende zweeg men. Velen verlieten stilletjes het eiland. Anderen sloegen aan het stelen en moorden. De gevangenis raakte overbevolkt. Zij die wanhoopten zochten hun toevlucht in kerken die als bizarre paddenstoelen uit de grond schoten. Het geld was op, zeiden de machthebbers. Winstgevende projecten waren nodig, toestromende projectontwikkelaars kochten kustterreinen en stranden op. Maar het lokale publiek kon er niet zomaar meer naar toe. Prijzen schoten omhoog, steeds meer mensen vervielen tot armoede of hielden de schijn op. Vertrapte vrouwen, kinderen en dieren werden misbruikt, mishandeld of afgemaakt. Onfortuinlijke tienermeisjes raakten zwanger, de verwekkers schitterden door afwezigheid. Ontspoorde jongeren werden aan hun lot overgelaten…
Toen doemden er schimmige, onfrisse figuren op die de verdoemden een snelle uitweg boden. Ze hoefden slechts witte genotsmiddelen clandestien te verkopen en te vervoeren of witte kristalletjes te slikken en die naar de afnemers in de rijke landen te brengen, al was dat verboden. Het geweld nam toe: gewapende overvallen en zinloze steek- en moordpartijen vonden op klaarlichte dag plaats.

Ondertussen begon men in de rijke landen onraad te ruiken. Het doorslikken van de kristalletjes bleek niet zonder gevaar. Sommigen stierven onderweg door vergiftiging van gebarsten bolletjes in hun lichaam. Op sensatie beluste media beten zich er in vast, alsof alleen de koeriers schuldig waren.

Alma zag dit alles machteloos aan. Onder haar landgenoten waren mensen die topprestaties leverden, maar men had het alleen over de criminelen. Bovendien gedroeg Corpus zich steeds arroganter. De twijfel knaagde aan Alma. Als een kwaadaardig gezwel woekerde haar verminkte trots. Ze raakte de kluts kwijt.

Corpus voelde zich ook niet zo happy, maar verdoezelde dit. Hij móest Alma bezitten en controleren. En als hij zijn zin niet kreeg, vernederde hij haar in het openbaar. Iedereen was corrupt in zijn ogen.

Alma kon het niet meer aanhoren. Woedend was ze dat hij hun vuile was buiten hing. Hij kon oprotten, zij was niet te koop! En dat irritante opgeheven vingertje, daar werd ze kotsmisselijk van! Ze koos voor zichzelf! Punt uit!

De afbrokkelende liefde haatverhouding tussen Alma en Corpus, hun aanhoudende ruzies werden uitgebreid besproken in de media. Waarom gooide Corpus olie op het vuur? En waarom was Alma zo’n ongeleide projectiel? Waar bleef de liefde? 

Activisten hielden protestdemonstraties, psychologen waarschuwden voor onderbuikgevoelens. Lagen de wonden niet te diep, was de breuk wel te lijmen? Kwam er scheiding of verzoening? Kunstenaars en schrijvers verbeeldden verbijsterd het gebeuren. Zonde als de waarheid ongeschreven bleef! Gelovigen, priesters en priesteressen, dominees, rabbi’s, imams, goeroes en profeten knielden neer, baden tot God en het Universum en …

God schudde haar hoofd.

3 comments to “Ini Statia – De ongeschreven geschiedenis van Alma Balente en Corpus Dominus”

  • Fantastisch verhaal. Heb hem in een adem gelezen.

  • Ik ben het er hartgrondig mee eens. Dit verhaal is een echte weerspiegeling van wat er op dit moment aan het afspelen is in de politiek op Curacao.

  • Mooie beschrijving van een beknopte geschiedenis van Curacao middels proza. Erg herkenbaar, maar Curacao blijft een mooi land om er te wonen!

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter