blog | werkgroep caraïbische letteren

Inheemsen: Zuid-Amerikaanse klassieken

De thematiek in de verhalen en liederen van de verschillende inheemse volken in Zuid-Amerikaanse landen zouden we ‘klassiek’ kunnen noemen, zoals die in de klassieke werken van Griekse en Romeinse schrijvers die de orale vertellingen uit het verleden tot een geheel maakten en opschreven. Homerus met zijn Ilias en Odyssee is nog niet in het vergeetboek, evenals Ovidius die in de eerste jaren van onze jaartelling zijn Metamorphosen (gedaanteveranderingen) dichtte, gebaseerd op orale vertellingen uit en over het verleden. Het zijn wonderbaarlijke verhalen waarin, net als in de inheemse verhalen van Latijns-Amerika, mensen kunnen veranderen van gedaante.

inheemsen tijgerkop

Een beroemd voorbeeld is dat van Narcissus, een man die verliefd wordt op zichzelf als hij in het water staat en zichzelf weerspiegeld ziet. Een grote ijdelheid slaat toe en het einde is… dat hij water wordt. Van hem is de is de Nederlandse term ‘narcistisch’ afgeleid, te veel en te ijdel met jezelf bezig zijn.
Dit zou een verhaal kunnen zijn van de grote Trio-verteller Tëmeta Wetaru, of van een van de vele andere Zuid-Amerikaanse orale vertellers, met de eenheid van mens, natuur en heelal én een wijze les! Net als bij Ovidius zien we dat de verhalen vastgelegd worden als de samenleving gaat veranderen. Ook in het Romeinse rijk komt aan het begin van onze jaartelling immers het christendom. Dit soort verhalen is kenmerkend voor een ontwikkelingsfase van een volk waarin alles nog een eenheid is, mens en natuur, heelal en aarde, aarde en zon, maan en sterren.

Cirino indiaanse vertellingen

Boeiend voor jongeren is het verhaal ‘Toewie en Kroemoe’ in de verzameling van Karaïbse en Arowakse verhalen van Cirino. Het meisje Toewie en de jongen Kroemoe vinden elkaar aardig en gaan samen aan de waterkant van hun dorp zitten. In een boom vlakbij zit een aasgier, een grote zwarte roofvogel, zich met uitgespreide vleugels in de zon te warmen. ‘Noem nooit mijn naam als er een aasgier in de buurt is’, waarschuwt Kroemoe. Per ongeluk doet Toewie dat toch een keer. Dan verandert Kroemoe in een aasgier, pakt haar op en brengt haar ver, ver weg de lucht in. Toewie wordt een stralende ster. Een mondiaal thema dus in een inheemse omgeving. De verhalen die door Cirino (1929-2003), kenner van de inheemse cultuur, verzameld zijn en in twee delen uitgegeven door Bolivar Editions in 1977, zijn eenvoudig en beeldend geschreven.

Boven over jagers, geesten zuidelijk bos

 

Over jagers, volken en geesten in het zuidelijk bos is een korte bundel met en over Wayana-verhalen van Karin Boven, 1995. De titel zegt al veel over de inhoud! Er bestaan helaas niet veel bundels met inheemse verhalen. Wel komen ze voor in verschillende verhalenbundels met Surinaamse verhalen, onder andere van Michiel van Kempen. In zijn uitgebreide bundel van Surinaamse verhaalkunst, Mama Sranan, 200 jaar Surinaamse verhaalkunst  (Amsterdam/Antwerpen: Contact, 1999), staan in de afdeling ‘Orale vertellingen’ verhalen van Karaïben, Arowakken, Trio, Wayana en Warau. Boeiend is Orino. 25 indiaanse liederen (met muzieknoten erbij en een vertaling in het Nederlands en achterin ook in het Engels, Spaans en Frans (voor zowat ons hele continent dus!). Deze liederenbundel is samengesteld door Hillary de Bruin en uitgegeven door de Afdeling Cultuurstudies van het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling in 1992.

Amat Hetty Amat

Kort geleden kwam Het bloed van de jaguar, een thriller voor jong en oud, uit van schrijfster Hetty Amat (Paramaribo: Cads Productions, 2014). De jongen Kaiké is een jonge held die een monster verslaat. De dorpsverteller heeft verteld over dappere krijgers van vroeger, die het bloed van de jaguar hadden, het symbool van kracht en dapperheid. Daarna is Kaiké geen gewone jongen; hij heeft ook het bloed van de jaguar! Grappig is dat hij Kaiké heet. Bijna de naam van de jaguar die in het Trio ‘kaiku’ heet.

Leefmans Sasame

Onlangs kwam er nog een boekje uit over de inheemsen van Alalapadu en Kwamalasamutu, Sasame, door Susan Leefmans. Een spannend verhaal waarin het meisje Sasame kennismaakt met de fee van de grotten van Wehrepai en zelfs tochten op haar rug maakt als de heks vliegt. In het spannende verhaal leren de jonge lezers over het leven van de inheemsen in het zuiden, over de grotten van Wehrepai waarin tekeningen gegrift zijn van lang geleden, tekeningen van dieren en mensen die voorkomen in de verhalen van de inheemsen. En het boek heeft mooie, functionele illustraties van Mitch Watamaleo. Dit is een goede ontwikkeling, dat er boeken verschijnen voor jonge mensen waarin ze leren hoe de inheemsen in hun land leven, in eenheid met de natuur en tegelijkertijd steeds meer aangepast aan de moderne tijd. Hopelijk ontdekken ze dat Suriname typisch Zuid-Amerikaans is, met het uitgestrekte woeste binnenland enerzijds en steden die steeds meer aangepast zijn aan de moderne wereld anderzijds.

Een liedje uit Orino…:

Itaro byjai
itaro na’ka moro byjai
wenapo wyinoiri byjai
parana taurotopo byjai
parana taurotopo byjai

Is het waar, meester
na het vertrek, meester
dat de zee kan praten, meester
de machtige zee over wie iedereen praat, meester
is het waar, meester

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter