In memoriam Winston Kout
door Roy Khemradj
Het plotselinge overlijden van mijn vriend en leeftijdgenoot Winston Kout (65), roept herinneringen op aan de founding fathers van de Surinaamse onafhankelijkheid, Lachmon en Arron die beiden in Nederland overleden. Kout overleed dinsdag in Suriname terwijl in Nederland op donderdag in het parlement, na lange tijd weer eens gedebatteerd zou worden over het AOW-hiaat van Surinaamse Nederlanders. Hij had erbij moeten zijn.
Kout wist dit vraagstuk op onnavolgbare wijze op de agenda te houden. Al pendelend tussen Nederland en Suriname waar hij sinds 2000 weer woonde, heeft hij ervoor gelobbyd dat het AOW-debat plaats vond. Onder niet-Covid-omstandigheden weet ik zeker dat Winston, als hij in ons midden zou zijn, vrijdagavond in Bistro Don Julio een borgoe zou drinken met zijn goede vriend, ex-president Jules Wijdenbosch. Het debat had immers een kleine maar zoete winst opgeleverd.
D66-minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid neemt namelijk het initiatief over van een overgrote meerderheid van de Kamer, een adviescommissie in te stellen die een oplossing voor dit slepend probleem moet aandragen. “Niet omdat het juridisch moet maar omdat het rechtvaardig voelt”, motiveerde een Kamerlid. Alleen de VVD en de PVV zien geen heil in deze aanpak. Het is voor deze onrechtvaardigheid waarvoor Kout streed: mensen die in 1975 of later naar Nederland verhuisden, krijgen niet de AOW-opbouw vanaf 1957, toen de wet inwerking trad, tot aan het onafhankelijkheidsjaar van Suriname. Door dit ‘gat’ komen veel ouderen niet rond met hun AOW en moet er beroep worden gedaan op aanvullende bijstand waaraan strenge regels verbonden zijn. Ik hoop dat er nog voor de verkiezingen van maart volgend jaar een oplossing komt.
Kout was al in de zomer van 2019 voor langere tijd in Nederland neergestreken, om met zijn goed onderhouden politiek- en maatschappelijk netwerk en met de Surinaamse AOW-partners het dossier weer op de agenda te krijgen. Ook ik werd gebeld. Dan zette ik mij schrap voor monologen met stopwoorden als ‘i sabi’ of ‘you know’ en dan verweet hij me ook nog dat wij in Nederland zitten te slapen, want ‘neks ne psa’. Op 20 november 2019 kreeg ik in de vroege nacht een WhatsApp-bericht van Winston Kout. ‘De ban is gebroken. Sowieso zal ik gehoord worden namens de petitie-indieners en mag ik ook ervaringsdeskundigen en wetenschappers voordragen om in deze door de Kamer gehoord te worden. Idem uitvoeringsdeskundigen. Alvast bedankt voor jouw bijdrage tot nu toe. Graag ontvang ik van jou adviezen e.d. in verband met de voorbereiding van de hoorzitting. Heegron politiek! Voor straks wel te rusten en morgen gezond weer op.’ Ik antwoordde terug: ‘Het slot is van de grendel; kijken wat geoogst kan worden.’
In de berichten over zijn overlijden is genoegzaam gemeld dat Winston Kout mooie en onvergetelijke prestaties heeft neergezet als organisator van het Kwakoe Zomerfestival. Toen de gemeente de subsidie afbouwde omdat er te vaak problemen waren met de financiële verantwoording, trok Kout grote bedrijven uit Suriname aan als sponsors – Telesur, SLM, de dyogo werd in Nederland geïntroduceerd op het Kwakoe festival en kleine ondernemers kregen ruimte hun producten te presenteren. Subsidie of niet, heilig voor Kout was dat Kwakoe gratis toegankelijk moest zijn. Aan zijn zijde was ik in 1999 kwartiermaker om VHP-voorzitter Jagernath Lachmon de eerste Kwakoe Award toe te kennen, een onderscheiding die daarna zijn naam kreeg en ontvangen werd door onder meer ex-presidenten Johan Ferrier en Jules Wijdenbosch.
Met de voordracht van Wijdenbosch, in 2002, was ik het niet eens, verwoordde mijn kritiek zelfs op het NOS-journaal, maar dit heeft nimmer geleid tot een breuk van onze vriendschap, die in 1972 op de AMS begon. In tegendeel. Toen Kout via via vernam dat ik in 2005 net een hartoperatie had ondergaan, werd ik verrast met een beterschapstelefoontje uit Paramaribo van ex-president Jules Wijdenbosch – geen onbekende want voor het radioprogramma Zorg en Hoop had ik ‘Bosje’ ook eens live op Kwakoe geïnterviewd. Dat was typisch Kout – een beetje op elkaar letten.
Dankbaar ben ik hem vooral voor een zichtbaar, tastbaar en beluisterbaar nalatenschap – en hierbij moet ik ook zeker zijn sparing partner bij vele activiteiten, Roy Ristie noemen; het Monument van Besef – Bon fu gronprakserie, dat op het Surinameplein op 30 juni 2003 in Amsterdam werd onthuld, op initiatief van het 30 juni-1 juli-comité waarvan Kout voorzitter was. Sinds 1993 komen Surinamers en Caribische Nederlanders op de vooravond van 1 juli op het Surinameplein bijeen om de lotsverbondenheid te herdenken na de afschaffing van de slavernij in 1863.Bij het Monument van Besef hoort ook De Onthulling een cd, met prachtige Surinaamse en Antilliaanse composities, zoals Sranan yu na mi rutu van Alfons Wielingen of Mi na wan brada tu van Oscar Harris. De teksten hiervan zijn smeerolie voor onze Surinaamse identiteit, voor onze onderlinge vriendschap en verbondenheid. Ik haalde na jaren de schijf weer tevoorschijn uit de kast. Da lobi fu wi kondre gezongen door het Kwakoe koor is het eerste nummer. Bij het laatste word ik even stil van de titel: You never walk alone.
Roy.khemradj@gmail.com
[van Starnieuws, 18 oktober 2020]