blog | werkgroep caraïbische letteren

In memoriam Toegimin Sowirono, eerste Surinaams-Javaanse huisarts

door Hariëtte Mingoen

Wederom is een vriend van ons heengegaan. Het is verdrietig om kort na elkaar te vernemen dat mensen, die in je leven zijn gekomen en aan wie je bijzondere herinneringen hebt, zijn heengegaan.

Dat had ik kort geleden met het overlijden van beeldend kunstenaar Soeki Irodikromo. Met hem hadden wij kennisgemaakt in de jaren 90 tijdens een expositie in Fort Zeelandia. Sedertdien hadden wij sporadisch contact, maar sinds de Kunstexpo ‘Sporen in de kunst. Beelden van traditie en vrijheid’ van 2005 in Nederland, ontmoetten wij elkaar vrijwel elke keer als wij in Suriname waren, bij reünies en bij kunstfestiviteiten. Wij bezochten hem ook thuis. Hij heeft zelfs een portretschilderij van mij gemaakt. En elke keer gaf hij ons kwi-kwi’s en andere vissen, die hij zelf heeft gevangen, mee. Zo is een band tussen ons ontstaan en zal een bezoek aan Suriname, zonder Soeki, niet meer hetzelfde zijn.

Hetzelfde verdriet voel ik ook bij het heengaan van Toegimin Sowirono. Velen zullen hem herinneren als huisarts in Suriname. De eerste huisarts van Javaans-Surinaamse afkomst. Ik kende hem in Suriname in zijn jonge jaren echter niet. Ook niet van zijn periode als huisarts. Onze kennismaking was in Nederland toen hij werd aangesteld als ambassaderaad op de Surinaamse ambassade. Dat was hij in de periode toen Evert Azimullah, de ambassadeur was voor Suriname in Nederland.

De kennismaking kwam vanzelfsprekend door mijn activiteiten voor de Javaanse gemeenschap in Nederland. Hij was bijkans bij alle gelegenheden aanwezig, ongeacht in welke stad en door wie een activiteit werd georganiseerd. Daarin maakte hij geen onderscheid omdat hij oprecht belangstelling had voor het Javaans cultureel erfgoed en voor zichzelf wilde aanschouwen wat Javanen met hun cultureel erfgoed in Nederland doen. Zijn aanwezigheid heb ik ervaren als een stimulans omdat hij veel kennis heeft en suggesties van de hand deed.

Diezelfde belangstelling had hij voor de andere Surinaamse groepen in Nederland. Ik heb eerlijk gezegd zelden meegemaakt dat een ambassadeur van Suriname, vaak vergezeld van de ‘tweede man’ op stap ging. Ambassadeur Evert Azimullah deed dat wel. Hij was vaak samen met ambassaderaad Toegimin Sowirono aanwezig bij bijzondere aangelegenheden. Zij konden klaarblijkelijk goed met elkaar overweg en ook goed samenwerken.

Toegimin Sowirono en Hariëtte Mingoen

Op de eerste foto’s, zien wij ze samen bij de opening van de ‘Woongemeenschap Bangun Trisno’ in Den Haag. Toegimin Sowirono altijd nog net te zien, in de rij achter of in dezelfde rij als ambassadeur Evert Azimullah [om copyrights-redenen kunnen we deze foto hier niet plaatsen – red. CU]. Op de kleurenfoto feliciteert hij mij met de opening. Zo waren zij ook samen aanwezig bij de herdenking van 110 jaar Javaanse immigratie in het jaar 2000. Veel meer herinneringen aan zijn tijd als ambassaderaad zou ik kunnen noemen, té veel om hier te plaatsen.

Het contact bleef, ook toen hij terug ging naar Suriname. Als zijn vakanties in Nederland samenvielen met een festiviteit, dan was hij aanwezig. Hij had een grote voorliefde voor wayang kulit, gamelan en keroncong. Zo schreef hij mij in januari van dit jaar dat hij graag dalang Ki Seno Nugroho uit Indonesië wilde laten overkomen naar Suriname voor wayang kulit uitvoeringen in juli/augustus. Hij vroeg of wij hem in Nederland ook zouden kunnen laten optreden. Dit plan ging niet door omdat de dalang een vol agenda had en minstens een jaar van tevoren moet worden besproken.

Toegimin hield van reizen en zijn vakanties in Nederland werden vaak gecombineerd met een reis naar verre landen: Japan, Indonesië, Thailand, Brazilië, enz. Zo kwam hij in 2012, 2 weken naar Thailand toen wij daar woonden. Wij bezochten samen enkele wijken in Bangkok en reden naar de strandplaats Hua Hin. Hij genoot zichtbaar van de seafood. De plantenmarkt van Chatuchak in Bangkok kon niet ontbreken, want hij en Nel, zijn echtgenote, zijn beiden gek op (exotische) planten, vooral van orchideeën. Deze wisselde hij ook graag met anderen uit. In Suriname gaven wij hem wat hij niet had en wij kregen van hem wat wij niet hebben. Zo hebben wij nu als aandenken o.a. een salak-plant in de kebon van (schoon)moeder. Hoewel deze bij hem en bij ons nog steeds geen volwaardige vruchten geeft zoals op Bali of in Thailand, zullen wij het ter nagedachtenis aan hem behouden.

De laatste jaren gaan wij elk jaar naar Suriname om een tijd zelf voor onze (schoon)moeder te zorgen. Wij ontmoeten elkaar dan ook bijkans elk jaar, bij hun thuis, of bij ons thuis. Hij wilde altijd bijgepraat worden over de ontwikkelingen bij erfgoedactiviteiten in Nederland. Het was verdrietig om te zien hoe zijn gezondheid achteruit ging. Onze laatste ontmoeting was in februari van dit jaar. Hij was toen monter en schreef aan een werkstuk over wayang. Hij zou het met mij delen om mee te lezen. Zover is het helaas niet gekomen.

Toeg, dank voor de vriendschap, jouw belangstelling en je bemoediging.
Rust in vrede.

Onze innige condoleances aan Nel en de kinderen.

[overgenomen van Facebook, 7 september 2020]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter