blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

In memoriam: Emile Linus Alfred Wijntuin

 door Chan E.S. Choenni

Oud-parlementsvoorzitter Emile Wijntuin, die op 6 mei op 95-jarige leeftijd overleed, heeft zijn reputatie behouden van een onkreukbare politicus, ondanks alle politieke stormen gedurende zijn loopbaan. Hij voerde morele integriteit hoog in het vaandel en is nooit van corruptie beschuldigd.

350Surinaamse Statenvoorzitter Emile Wijntuin tijdens persconferentie op Schiphol, 16 oktober 1975. Foto © Hans Jansen/Anefo, rechtenvrij Wikipedia

Het Katholieke geloof vormde zijn inspiratiebron en vooral dienstbaarheid was zijn motto. Zijn politieke goeroe was de bekende Pater Weidmann, die hij bewonderde om zijn dienstbare opstelling. Pater Weidmann had in september 1946 de Progressieve Surinaamse Volkspartij (PSV) opgericht. Wijntuin werd als actieve Rooms-Katholieke jongeman lid van de PSV en heeft in verschillende partijfuncties gediend.


Wijntuin – voor intimi Emile – werd in 1924 geboren in het district Coronie. Hij was de enige zoon naast vijf zusters en zijn vader was afwezig in het gezin. Zijn hardwerkende en zeer strenge moeder werkte met al haar kinderen op hun kostgrondje. Wijntuin was van huis uit dus een arme districtsjongen. Gelukkig bleek hij een pienter kind te zijn en [hij] werd op twaalfjarige leeftijd door zijn moeder met hulp van een priester naar Paramaribo gestuurd om voortgezet onderwijs te volgen. Terug in Coronie verrichte hij tussen 1940-1945 ongeschoolde arbeid om de eindjes aan elkaar te knopen. Thuis moest hij ook helpen met rijst planten en trenzen ophalen. ‘De dag begon in het district al om half vijf in de ochtend. Iedereen was in actie: varkens voeren, koeien verzorgen,’ aldus Wijntuin in zijn biografie geschreven door Ankie Van de Kruijs in 2006. 


Gelukkig kreeg Wijntuin in 1943 op een school in Coronie, een baan aangeboden als hulpkracht, toen ‘blotevoeter’ genoemd. Vermeldenswaard is dat het schoolhoofd zijn salaris in de eerste maanden persoonlijk overhandigde aan zijn moeder. In 1947 behaalde de ambitieuze Wijntuin de hulpakte voor onderwijzer, de zogenoemde vierde rang. Die keuze voor het onderwijs werd gevoed ‘door mijn enorme bewondering voor het tenue van die leerkrachten, namelijk het smetteloze witte pak dat toentertijd werd geïnterpreteerd als het symbool van diepe trouw aan het onderwijs…. Als kind zou het mij een zorg wezen stil te staan bij de vraag of de realisering van dat idee, wel was weggelegd voor districtskinderen die allerlei barrières moesten overwinnen om in Paramaribo een goede opvang te hebben, gevoegd bij de betaling van het schoolgeld, verbonden aan de ULO (vier gulden per maand) en voor de MULO (acht gulden) voor die tijd grote bedragen.’ 


Politieke loopbaan

Tijdens de verkiezingen in 1958 werd Wijntuin gekozen tot Statenlid en profileerde hij zich als een politicus die opkwam voor de sociaal zwakkeren. Zo pleitte hij voor het opruimen van erf- en krotwoningen en bekritiseerde de toewijzingssystematiek van volkswoningen aan degenen die financieel in staat waren zelf een huis te kunnen bouwen. In 1973 werd Wijntuin voorzitter van de Staten van Suriname en moest laveren tussen coalitie en oppositie in de turbulente periode voorafgaand aan de onafhankelijkheid. Achteraf is Wijntuin – blijkens zijn biografie – van mening dat de oppositie al in een eerder stadium betrokken had moeten worden bij de plannen inzake de onafhankelijkheid. Hij verwijt de politicus Eddy Bruma die de Hindostanen er per se buiten wilde houden [object ontbreekt]. Hij verwijt premier Henck Arron die van de onafhankelijkheid een partijaangelegenheid had gemaakt [object ontbreekt], maar hij verwijt ook zichzelf toen een gebrek aan inzicht. 


Na de Staatsgreep van 25 februari 1980 brak een moeilijke periode aan voor de integere politicus Wijntuin. Hij werd in april 1980 gearresteerd en ten onrechte beschuldigd van medewerking aan een contracoup. Op 4 december 1980 kreeg hij huisarrest, nadat hij kritiek had geleverd op het militair regime. Zijn moeder stierf op 80-jarige leeftijd, volgens Wijntuin van de schrik, toen ze politieagenten zag bij zijn huis. Na een conferentie bezocht te hebben in Venezuela besloot hij niet terug te keren naar Suriname en woonde achtereenvolgens op Curaçao en later in Nederland. In de jaren negentig keerde Wijntuin terug naar Suriname, maar [hij] heeft na het herstel van de democratie in 1987 geen politieke functie meer vervuld. Zijn tijd besteedde hij nuttig met het schrijven van vele artikelen en een aantal boeken, waaronder een kinderboek. Behalve politicus was Wijntuin ook een opvoeder die past in het rijtje politici van het kaliber Johan Ferrier en Clemens Biswamitre. Competente, gematigde en zachtmoedige politici die in Suriname helaas geen populaire leiders werden, omdat zij niet populistisch opereerden, wars waren van patronage en integer bleven. 

[van Starnieuws, 9 mei 2020]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter