blog | werkgroep caraïbische letteren

In memoriam Cécile Zandwijken

Enige dagen geleden overleed Cécile Zandwijken. In december schreef Carry-Ann Tjong-Ayong nog over haar:

Zij zit op een lage stoel. Keurig gekleed. Haar vroegere rastavlechten zijn gereduceerd tot een gemillimeterd grijs kopje, volmaakt rond, waarin de grote ogen vaag verbaasd de ruimte opnemen. Wie ben ik? Wat doe ik hier? Wie zijn al die mensen? Zij is langzaam aan het wegzakken in haar eigen vergetelheid.
Zij is Cécile, een heel begaafde, artistieke vrouw met originele ideeën over de cultuur in Suriname. Een begenadigd dichter. Na een hersenbloeding werd zij nooit meer de oude. Nu praat zij niet meer en mompelt slechts Mmmm., terwijl zij je vriendelijk aankijkt met haar grote ogen. En zij houdt je met beide handen stevig vast.

In 2006 won zij de eerste prijs van de Black Magic Women Poëziefestival met het gedicht ‘Ini a mofo neti’ [In de avondschemering]:

Ini a mofo neti

Fu mi libi
Yu doro
Mi kari yu kon insey
Ini a sula in mi liba
Pe mi syen e kibri
Pe mi frede prakseri e beyfi
Dape yu saka sdon
Dede kapelka ini mi bere
Begin dribi den ffrey ffrey
Wiki ala sortu nyun firi
Mi fruwondru tê
M’ e fruwondru ete
M’ e fruwondru tide
In de avondschemering
Van mijn leven
Kwam je
Ik liet je binnen
In de stroomversnelling in mijn rivier
Waar mijn schaamte schuilt
En mijn angstige gedachten trillen
Daar nam je plaats
Dooie vlinders in mijn buik
Begonnen hun vleugels te strekken
En wekten allerlei nieuwe gevoelens op
Ik was verbaasd
Nog steeds ben ik verbaasd
Vandaag

In De Ware Tijd van 8 augustus 2006 verscheen een verslag van de BMW-middag door Bonnie van Leeuwaarde, dat hieronder wordt overgenomen:

Op de derde dag van het Black Magic Woman Festival, werd tijdens de literaire middag de poëzieprijs uitgereikt aan Cecile Zandwijken.
De twee thema’s waar de deelnemers uit konden kiezen waren ‘Liefde en erotiek’ en Black Magic Women’. Het winnende gedicht was in het Sranan en vol onvervalste erotiek, zoals dit fragment: ‘Dede kapelka ini mi bere/Bigin dribi den frei frei/Wiki ala sortu nyun firi.’
De tweede prijs was voor het gedicht ‘In gezelschap’ van Soecy Gummels en de derde voor ‘Skwala’ van Eudya Vos. Behalve dat er werd gelet op creativiteit, taalgebruik en verbeeldingskracht, moesten de deelnemers ingezetenen zijn. De jury wist niet wie de inzenders waren, tot het moment van de bekendmaking. Van de 35 gedichten waren 24 in het Nederlands, 6 in het Engels, 4 in het Sranan en 1 in het Aukaans.
De presentatie van de literaire middag, zondag, werd gedaan door Jetty Mathurin, teatermaakster in Nederland. Ze deed het op haar geheel eigen wijze. Bijvoorbeeld over het laat komen zei ze: “Onze Lieve Heer heeft die witte mensen de klok gegeven en die zwarte mensen de tijd.”
Het gedicht van Zandwijken gaat over een vrouw die gedurfd heeft iemand toe te laten en daarover nog steeds verwonderd is (‘Mi fruwondru te/M’e fruwondru ete/M’e fruwondru tide). De dichteres glundert wanneer ze van alle kanten felicitaties ontvangt en die vlinder steeds weer aangehaald wordt. Op dit moment is ze niet verliefd. “Maar ik kan me nog goed herinneren hoe het was.”
Aan het begin van de middag waren er twee voordrachten, van Arlette Codfried en Soecy Gummels. Codfried zong ook nog een lied, ‘Life is so hard when you’re in love with a married man’. “Speciaal voor alle vrouwen buiten.” Gummels las uit haar boek Touched by love.
Robby Parabirsing, een van de weinige aanwezige mannen, heeft ook meegedaan aan de poëziewedstrijd. Vrouwen die hij in de literatuur het meest waardeert zijn moedige vrouwen. “Moedige vrouwen die zich gelijkwaardig opstellen.” Volgens hem hebben liefde en erotiek te maken met onderlinge verbondenheid. “En volgens mij is dat de essentie van het thema.”

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter