blog | werkgroep caraïbische letteren

In memoriam André Köbben

Op 13 augustus 2019 is in Leiden overleden de cultureel-antropoloog prof. dr André Köbben. Hij was hoogleraar in de Culturele Antropologie en Sociologie der Niet-Westerse Volkeren aan de Universiteit van Amsterdam, Cleveringa-hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Leiden en Bijzonder hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij was lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Als wetenschapper, beleidsadviseur, moralist, en essayist geldt hij als een invloedrijk leermeester van generaties van Nederlandse antropologen. Hij werd 94 jaar.

André Köbben

 

Andreas (‘André’) Johannes Franciscus Köbben werd geboren in ‘s-Hertogenbosch op 3 april 1925. Na veldwerk in Ivoorkust (1953-1954) en promotie, werd André Köbben in 1955 hoogleraar culturele antropologie aan de toenmalige Gemeenteuniversiteit van Amsterdam, als opvolger van J.J. Fahrenfort. Ruim twintig jaar later, in een tijd van verregaande universitaire democratisering en na eerdere conflicten rond de maoïstische, niet-westerse socioloog W.F. Wertheim, nam hij in 1976 ontslag om als hoogleraar aan de Universiteit van Leiden het Centrum voor Onderzoek van Maatschappelijke Tegenstellingen (COMT) op te zetten. In deze zelfde tijd raakte hij sterk beleidsmatig geëngageerd, eerst – tussen de twee Molukse treinkapingen van 1975 en 1977 door – in de commissie ‘Overleg Nederlanders – Zuid-Molukkers’ (de zg. commissie Köbben/Mantouw), daarna, in 1978, in de nieuw-ingestelde Adviescommissie Onderzoek Minderheden (ACOM), die grote invloed kreeg op de programmering van sociaal-wetenschappelijk onderzoek. In 1980 bekleedde Köbben aan de Universiteit van Leiden de Cleveringa-leerstoel; zijn oratie, ‘Het heilig vuur’, was een pleidooi voor intensieve ‘participerende observatie’ onder minderheden als basis voor beleid. Na zijn emeritaat (1991) is hij door tal van essays over actuele kwesties aanwezig gebleven in het openbare debat.

Köbbens manier van denken is meest Angelsaksisch, empirisch, en pragmatisch gericht; het marxisme, het Franse structuralisme van Lévi-Strauss, noch het postmodernisme hadden enige bekoring voor hem. Zijn aanvankelijke belangstelling gold sterk de methodiek van de interculturele vergelijking (vertegenwoordigd door G.P. Murdock) en de rol van de statistiek daarin. Het latere werk, te beginnen met een studie naar acculturatie onder de Djuka (Ndyuka)-‘Bosnegers’ in Suriname (kort na 1960), verraadt een grote en constante betrokkenheid bij vanuit het Westen geïnitieerde veranderingsprocessen waarmee leden van andere culturen zich geconfronteerd zien, zowel in niet-westerse samenlevingen als in de westerse samenlevingen zelf. In verband met acculturatieprocessen formuleerde Köbben het nieuwe rolbegrip ‘zaakwaarnemer’ voor de inheemse verbindingspersoon tussen minderheids- en meerderheidsgroep.

Later ontwikkelde Köbben zich tot normbewaker in de wetenschappen, waarbij hij – in samenwerking met de antropoloog Henk Tromp – aan de hand van concrete gevallen aantoonde hoe makkelijk het belang van de opdrachtgever de eerlijkheid (objectiviteit) van de onderzoeker in gevaar kan brengen. In De Tijdgeest (2008) toont hij met voorbeelden aan hoe algemeen de macht van vooringenomenheid zich doet gelden in maatschappij, politiek, wetenschap en religie, altijd en overal. Köbbens manend geluid werd niet in alle gewesten met gelijke instemming gehoord.

Köbben was gehuwd met Atie van Vessem, de jongere zus van Liesbeth van Vessem, en was zodoende een zwager van Joop den Uyl.

Publicaties
‘New Ways of Presenting an Old Idea. The Statistical Method in Social Anthropology’. Curl Prize Essay for 1952. Bobbs-Merrill Reprint Series in the Social Sciences.
Zwarte planters. Proeve ener facet-ethnografie. Den Haag: Excelsior, 1955 (diss. UvA)
Van primitieven tot medeburgers. Van Gorcum, Assen 1964 (2e dr. 1971)
‘Continuity in change – Cottica Djuka society as a changing system’. Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde 1968 (1): 56-90.
In vrijheid en gebondenheid. Samenleving en cultuur van de Djoeka aan de Cottica. Centrum voor Caraïbische Sudies, Rijksuniversiteit Utrecht, Utrecht 1979.
Het heilig vuur: over moeilijkheden en mogelijkheden bij onderzoek inzake minderheden. Oratie ter aanvaarding van de Cleveringa-leerstoel, Rijksuniversiteit Leiden 1980.
De zaakwaarnemer. Oratie Erasmusuniversiteit Rotterdam. Deventer: Van Loghum Slaterus 1983.
De weerbarstige waarheid. Opstellen over wetenschap. Prometheus, Amsterdam 1991.
Het gevecht met de engel. Mets en Schilt, Amsterdam 2003
De tijdgeest en andere ongemakken. Mets en Schilt, Amsterdam 2008.
[Met Henk Tromp], De onwelkome boodschap. Mets en Schilt, 1999.

 

[gegevens ontleend aan Wikipedia]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter