blog | werkgroep caraïbische letteren

In het Avila, van Bólivar naar Boeli

door Klaas de Groot

Ooit schreef Boeli van Leeuwen zijn eigen ‘tien geboden’.  Die waren bedoeld  voor zijn vriend Nic Møller, de man die het Avila Hotel  aan de Penstraat 130 in Willemstad groot maakte.  Het derde gebod luidde: “Gij zult de piano niet versjouwen zonder hulp van anderen”. De geboden kunnen alle gelezen worden als vriendschappelijke adviezen.

Boeli van Leeuwen bij zijn promotie in Amsterdam

Nummer 6  “Relax” is de kortste. Van Leeuwen had ze op een papiertje genoteerd. Møller kreeg het stukje papier kort voor hij daadwerkelijk een poging deed om een zware concertvleugel te verplaatsen. Daarna moest hij wel met een pijnlijke rug even op de grond gaan liggen. Het profetische oog van de schrijver had  goed gekeken en iets gezien. De schrijver heeft alleen ‘Boeli’ onder  het lijstje gezet, samen met een de opmerking: “See you pretty soon again but not to soon.”

  1. Gij zult de volgende week niet opnieuw de “Messiah” zingen.
  2. Gij zult “Oorlog en vrede” niet in één ruk uitlezen.
  3. Gij zult de piano niet versjouwen zonder hulp van anderen.
  4. Als Voorhoeve aankomt wacht hij tot de zaal opengaat: gij verzet geen poot.
  5. Do not worry about anything.
  6. Relax.
  7. Count your toes in bed.                      
  8. Listen to your body: it tells you exactly what to do and not to do.
  9. Don’t be so nice, show your anger when you are angry.
  10. Let time flower, don’t push it.

Die ‘tien geboden’ staan in handschrift  in het pas verschenen boekje Avila Beach Hotel in 5 korte verhalen. In dat  boekje schrijft  De Brabander  over vijf figuren die in de geschiedenis van het Avila een rol hebben gespeeld. Dat is een plek waar de metamorfose voelbaar is van het oorspronkelijke stadshuis La Belle Alliance uit de achttiende eeuw naar het gerenommeerde hotel van nu.

De vijf personen worden als verhaalpersonage opgevoerd: ze praten, lopen, worden emotioneel, de één drinkt koffie, de ander lamoenchi-sap. Kortom, het zijn net echte mensen. Simón Bólivar, de Zuid-Amerikaanse ‘Libertador’, die op Curaçao geholpen wordt door zijn advocaat Mordechai Ricardo. Gouverneur Albert Kikkert, die hoofdpijn kreeg van wit gekalkte gebouwen en te dik werd volgens zijn vrouw, Pieter Hendrik ‘Gungu’ Maal, de grondlegger van het Avila, Nic Møller en tenslotte de schrijver Boeli van Leeuwen, ze komen allen aan het woord. Historisch blijven ze ook wel, want ze krijgen elk een jaartal mee, van 1812  tot 2000. En bij hun portret staat een kort biografisch schetsje.

Het boekje is bedoeld als een ode aan het hotel, maar het zal  toch ook een plaats krijgen in de Boelikunde. Want niet alleen treedt Van Leeuwen op in het laatste verhaal met zijn geboden en een gedicht, hij komt tevens tevoorschijn via de voornamen van zijn oom ‘Gungu’ Maal: ‘Pieter Hendrik’. Dat waren ook de namen van de vader van Boeli van Leeuwen. In het dankwoord bij zijn vijfenzeventigste verjaardag in 1997 zei de laatste  in dat verband tegen de feestgangers: “Binnen een straal van 50 meter waar u zich bevindt, is mijn vader verwekt door mijn naamgenoot Willem Cornelis Jacobus bij Mercedes Maal, waarna hij negen maanden later hier geboren is. Avila is voor mij derhalve gewijde grond.”

Helaas  is het biografisch stukje in het boekje over Van Leeuwen niet helemaal correct. Het debuut van de schrijver was in 1947 en niet in 1959; en Van Leeuwen studeerde rechten in Leiden, waarna hij promoveerde in Amsterdam, dus net andersom dan vermeld. Daar staat tegenover dat er een nog niet eerder gepubliceerd gedicht van de dichter van Tempels in woestijnen is opgenomen. Dat gedicht moet Van Leeuwen ooit aan Møller hebben voorgelezen en misschien wel gegeven hebben. Waarschijnlijk is het via de erven Møller bij De Brabander terecht gekomen, daarover zegt de laatste niets. Het gedicht is geen hoogtepunt in Van Leeuwens dichtwerk, maar het is nu opgedoken en dan verdient het aandacht. Het  is ook in handschrift (gedateerd woensdag 26 januari 2000) opgenomen met de titel “Despedida”. Met die naam doemt Wim Statius Muller op, de bekende Curaçaose componist die in 1997 voor Van Leeuwen een wals schreef met de naam “E yobida di ayera”. Hij kwam geregeld in het Avila en werd zeer bewonderd door zowel Van Leeuwen als  Møller.

Despedida

Als een zeepbel, in een kindermond geboren
glanzend in het brekend licht, volmaakt.
Als een bloemknop, zich ontplooiend in het ochtendgloren
Of een vlindervleugel, kwetsbaar kleurig en perfect


Met deze schoonheid, natuurlijk en door God geschonken
Daalt Mozart uit de hemel op mij neer
En schenkt me zijn muziek met een achteloos gebaar
En het besef van wat hij is: een instrument.


De bruisende 5de en majestueuze 9de
Van de grote Ludovici kunnen mijn pijn niet verzachten
Want ik voel de pijn van de schepper
Aan de andere kant.


Mozart is de balsem op mijn wonden
En op de eerste dag van dit millennium van onze dood
Heb ik geluisterd naar het larghetto


En daarna naar ‘Despedida’
Zoals gespeeld door Wim Statius Muller


En ik bleef in dezelfde wereld van natuurlijk geluk
Want in zijn walsen staat Wim
Dichter bij Mozart dan bij Chopin

Boeli
woensdag 26 januari 2000

Eric de Brabander
Avila Beach in 5 korte verhalen
Haarlem: In de Knipscheer, 2020
De uitgave is op Curaçao te verkrijgen bij Avila Beach Hotel en in Nederland bij uitgeverij In de Knipscheer.

Manuscript ‘Despedida’ van Boeli van Leeuwen, 26 januari 2000; in nalatenschap van Nic Moller / foto Aart G. Broek

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter