blog | werkgroep caraïbische letteren

Incest in de kolonie Suriname

door Jerry Dewnarain

Uitgeverij Walburgpers heeft de afgelopen week (15 juni) een opzienbarend boek uitgegeven over een incestzaak die zich in de achttiende eeuw in de kolonie Suriname  afspeelde. Het boek is getiteld: De ‘grouwelyke misdaad’ van een Surinaamse plantagehouder en zijn dochter. Een achttiende-eeuwse incestzaak. De schrijver is Henk Roosenboom. De inhoud betreft de 54-jarige planter Johan Godard Biertempel en zijn 25-jarige dochter Petronella Cornelia. Biertempel was eigenaar van de suikerplantage Jukemombo (Jokkemombo) en later ook van koffieplantage Watervliet aan de Surinamerivier.  

Naar Suriname

Wij schrijven 1756, midden achttiende eeuw. Biertempel koopt plantage Jukemombo, middels financiering. De cartograaf Alexander de Lavaux tekende in 1734 Jukemombo in op de plantagekaart. Hieruit blijkt de ligging aan de Commewijnerivier, groot 1300 hectare, voor die tijd een middelgrote plantage. Ook de geografische ligging wordt aangegeven: aan de bovenloop van de Commewijnerivier tussen de plantages Goed Accoord en Scipibo. De erven Sautijn, een Antwerpse koopliedenfamilie, zijn de oude eigenaars. Biertempel woont er, in tegenstelling tot vele planters, en neemt als eigenaar van Jukemombo zelf de dagelijkse leiding op zich. Hij laat het beheer van de plantage niet over aan een directeur of financieel- administrateur.

Begin januari 1758 laat Biertempel zijn vrouw en kinderen overkomen naar Suriname: Adriana Stolk, de twee dochters Kaatje en Willemijntje. Johans oudste dochter Keesje, uit een eerder huwelijk, intussen negen jaar, blijft achter in Middelburg waar ze naar school gaat. Als gevolg van de naweeën van de Tempati-opstand (1757-1760) vallen de slaven van Jukemombo Biertempels vrouw en de kinderen aan. Resultaat: Adriana Stolk wordt gedood en de kinderen raken zwaargewond aan hoofd en ledematen. Biertempel is op de dag van de aanval niet aanwezig op zijn plantage.

Terug naar Zeeland

Na de marronaanvallen besluit Biertempel terug te gaan naar Zeeland. Zijn plantage is geplunderd en verwoest, zijn vrouw vermoord, zijn slaven weggelopen. Zijn kinderen blijven in Suriname achter. Dit laatste wijst erop dat het niet zijn bedoeling is in Nederland te blijven, maar snel weer terug te keren. Na zijn terugkeer medio 1766 zoekt Biertempel zijn oudste dochter Keesje, die hij tien jaar niet meer gezien had, weer op. Sinds zijn vertrek naar Suriname was er geen contact. Hij wilde snel terug naar Suriname, waar de andere kinderen waren achtergebleven, maar ook wilde hij haar jongere halfzusjes en kleine broertje Jantje herenigen met Keesje.

Incest aan boord van de Middeloo

Op 9 augustus 1766 vertrekt het schip de Middeloo uit Amsterdam met bestemming Suriname. Behalve een lading stukgoederen zijn er volgens de scheepspapieren twee passagiers aan boord: Johan Godard Biertempel en zijn dochter Petronella Cornelia (Keesje). Op het schip vergrijpt vader Biertempel zich aan zijn toen 17-jarige dochter. ‘Keesje riep om hulp en spartelde uit alle macht tegen. Maar vader Biertempel liet niet los. Hij zei dat zij als minderjarige verplicht was hem in alles te gehoorzamen en dreigde dat hij als ze niet gewillig deed wat hij van haar verlangde, haar wel op een andere manier ‘terecht zou brengen’.

Om te voorkomen dat zij zwanger zou worden, zorgde hij er wel voor ‘dat hij, het zaad voelende opkomen, zijn mannelijk lid terugtrok en het zaad op de aarde stortte…’

‘Grouwelijke misdaad’

Vader Biertempel had in de kolonie regelmatig seks met zijn dochter. Het is niet duidelijk in hoeverre Keesje zich hiertegen bleef verzetten, schrijft Roosenboom. Het lijkt erop dat zij, weliswaar met tegenzin, het over zich liet komen, vooral omdat ze weinig mogelijkheden had om haar vader in het voor haar onbekende en vreemde land te ontlopen. Later zou ze verklaren dat ze nooit vrijwillig, maar altijd onder dwang met haar vader ‘vleeschelijke conversatie’ heeft gehad. Haar vader had daarbij de gewoonte haar vast te pakken en haar naar een vertrek te brengen en de deur vervolgens achter hen op slot te doen. Toch probeerde ze wel onder haar vaders macht uit te komen. Ze stelde hem regelmatig voor om, net als eerder haar zus Kaatje, naar Nederland terug te gaan, natuurlijk wel in haar eentje, zonder hem. Hierover kregen ze telkens ruzie. Daarnaast probeerde Keesje verschillende keren aan haar vader te ontsnappen door middel van een huwelijk. Haar vader wees zelfs vier huwelijksaanzoeken af! 

Voorgoed naar Nederland

Op 23 maart 1771 scheepte Biertempel zich met zijn drie kinderen in als passagier op het schip Carolina Aletta met Amsterdam als bestemming. Dit betekent het einde van Biertempels Surinaamse avontuur. Intussen was hij een vermogend man en hoopte in Nederland met zijn fortuin een nieuw leven te beginnen. Toen Biertempel erachter kwam dat Keesje nog contacten onderhield met haar vierde huwelijksaanzoeker verhuisde de familie Biertempel steeds van plaats om Keesje te beletten haar geliefde te ontmoeten, zodat Biertempel haar voor zichzelf kon houden.

Het einde nabij

Hun laatste standplaats was Helmond. Hier bekleedde de invloedrijke Biertempel verschillende hoge functies. Ondanks zijn positie als rechter en lid van het stadsbestuur werd hij na tweeënhalf jaar gearresteerd na aanhoudende geruchten dat hij zijn dochter zwanger had gemaakt. Er ontstond vervolgens een schimmig spel waarbij de aanklager (drossaard) en verschillende andere Helmondse notabelen betrokken waren om de zaak in de doofpot te stoppen, tegen grote bedragen smeergeld. Uiteindelijk greep de Raad van Brabant in. Vader en dochter Biertempel verschenen in Den Haag voor de rechter en werden veroordeeld. Het is voor beiden een verbijsterend vonnis. Vader Johan Godard werd uit zijn ambt gezet, veroordeeld tot de dood aan de wurgpaal en vervolgens werd zijn lichaam ‘geblaakt’, dat wil zeggen met vuur verschroeid. De helft van zijn bezittingen wordt geconfisqueerd en valt toe aan de staat. Zijn dochter wordt iets milder gestraft met veroordeling tot vijftig jaar tuchthuis en eeuwige verbanning uit Brabant. Wat hebben vader en zijn dochter Cornelia, die hij overigens steeds liefkozend Keesje noemde, voor vreselijks op hun geweten, dat zij zo zwaar gestraft werden? Ook daar zijn de raadsheren in het proces heel duidelijk over.

Aangrijpend boek

De ‘grouwelyke misdaad’ van een Surinaamse plantagehouder en zijn dochter. Een achttiende-eeuwse incestzaak telt acht hoofdstukken, een proloog en een nawoord. De schrijver raadpleegde wetenschappelijke bronnen die een betrouwbare weergave illustreren van de inhoud, met bronvermeldingen, ook  vakkundig verteld. Zeer aangrijpend, misschien zelfs naargeestig zijn de briefwisselingen tussen vader en dochter over de zwangerschap, de betaling ervan, het onderduikadres van Keesje en de relatie tussen vader en dochter. De briefwisselingen tonen de emoties, stress en angst van beiden. Ook de verhoren, het requisitoir, het vonnis en de executie geven een sfeer van de achttiende-eeuwse rechtspraak van Nederland. 

De ‘grouwelyke misdaad’ van een Surinaamse plantagehouder en zijn dochter is zeker geen feel good book, maar een boek met een hartverscheurend verhaal over incest.  De gevolgen ervan voor zowel dader als slachtoffer, zijn niet om over naar huis te schrijven:

‘Alle welke zaaken zyn van zeer kwaade en pernicieuse gevolgen die (…) in een land van Politie en Justitie niet kunnen worden getollereerd, neen, maar anderen ten exempel, rigoreuselyk behooren te worden gestraft.’

Uit het vonnis van de Raad van Brabant in de zaak Johan Godard Biertempel.

Henk Roosenbooms De ‘grouwelyke misdaad’ is een aanrader om te lezen, plaats die in je bucketlist, want je verplaatst je  niet alleen in de personages, maar de auteur geeft ook een helder beeld van het achttiende-eeuwse plantageleven in Suriname met interessante uitweidingen over Paramaribo, over zwarte slavenmacht versus blanke leiding, de marronaanvallen, de Tempati-opstand, feiten over andere omliggende plantages van Jukemombo, maar ook het leven: mensen van vlees en bloed. In het nawoord houdt de schrijver/historicus ook een prachtig pleidooi voor het gebruik van de woorden slaaf en tot slaafgemaakten. Er is veel gebeurd in de kolonie Suriname. Vele schandalen, zo nu en dan duikt er een op!

Henk Roosenboom, De ‘grouwelyke misdaad’ van een Surinaamse plantagehouder en zijn dochter. Een achttiende-eeuwse incestzaak. Uitgeversmaatschappij Walburg Pers, Zutphen. 2022. ISBN 978 94 6249 874 7/E-ISBN 978 94 6249 875 4.


In aanloop naar 1 juli

Van de redactie van de Ware Tijd Literair

Momenteel verschijnen er veel publicaties in Nederland, gerelateerd aan de slavernij. Dit maakt dat we steeds meer te weten komen over deze periode, die liep van 1650, toen de Engelsen een permanente vestiging bouwden met Fort Willoughby (nu Fort Zeelandia), tot de Emancipatie van 1863. Er gaan nu stemmen op die er de voorkeur aan geven de afschaffing van de slavenrij te plaatsen in 1873. Hier in Suriname is daar nog geen discussie over gevoerd. Op deze pagina twee heel verschillende boeken. Een over de ontuchtplegende plantagehouder Biertempel, die in Nederland ter dood werd veroordeeld wegens seks met zijn dochter. En een kroniek over de familie Doorson, die twee eeuwen geschiedenis omspant en daarmee een groot deel van de slavernijperiode. Dit laatste boek is bekroond met een belangrijke jaarlijkse journalistieke prijs.  

[dWTL, 24 juni 2022]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter