blog | werkgroep caraïbische letteren

‘Ik moet wel wat om handen hebben’

Naast tandarts is Eric de Brabander een productief schrijver. In Willemstad, Curaçao, trekt hij zich graag terug in zijn eigen wereld. “Inspiratie vind ik op elke straathoek.”

door Annemarie Bergfeld

Eric de Brabander / foto Ellen Spijkstra

Na zijn studie tandheelkunde in Groningen begon Eric de Brabander (68) een praktijk op Curaçao, het eiland waar hij opgroeide. De praktijk in Willemstads kleurrijke wijk Otrobanda biedt tegenwoordig werk aan zeventien mensen. Met een onderbreking van enkele jaren voor een vervolgopleiding aan de Universiteit van Rochester, New York, werkt De Brabander hier nog steeds lange dagen. Aan pensioen moet hij niet denken. “Ik ben gezond, heb plezier in mijn werk en sta elke ochtend om half zeven op. Dan moet ik wel wat om handen hebben.” De Brabander geniet bekendheid als auteur. Hij schreef een verhalenbundel, vijf succesvolle romans waarvan er twee werden vertaald in het Engels en Papiaments en hij was coauteur van twee kinderboeken. Momenteel werkt hij aan een lijvige roman. Zijn Haarlemse uitgever In de Knipscheer hoop dit boek eind volgend jaar te kunnen presenteren als de eerste grote Caribische roman na Dubbelspel van Frank Martinus Arion uit 1973.

Lees het interview verder op de website Arts en auto, 30 juni 2021.

on 16.07.2021 at 9:14
Tags:

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter