blog | werkgroep caraïbische letteren

Ik minister worden? Ik?

door Michael Slory

Vraagt een meneer me in de buurt van de Lucky Store, maar dan in de Domineestraat in al die drukte, na zich er van verzekerd te hebben dat ik die schrijver ben: ‘Hebt u er nooit van gedroomd minister te worden?’
Verbouwereerd sta ik te knipperen. Ik ben verstomd. Geen enkel antwoord weet ik zo direct. Hoe komt zo een man toch aan zulk een vraag? Ik minister?

‘Nee meneer. Helemaal niet’. Komt er eindelijk uit mijn mond.
‘Dat kan toch niet?’ vervolgt hij. ‘U moet toch in uw leven gedroomd hebben om eens iets te worden? Minister of President bijvoorbeeld?’
‘Ah, bedoelt u net als die verhalen uit het land van president Clinton: van krantenjongen tot president? Maar wij zijn toch niet in dat land? Nee, hoor, volstrekt niet!’
‘Wat wilde u dan worden?’ gaat de man koppig verder. U moet toch als jongen gedroomd hebben iets te worden? Ja, toch?’
‘Ja, dat wel. Ik wilde gewoon onderwijzer en later wilde ik leraar worden. En ik ben leraar geworden. Maar nu ben ik reeds met pensioen. Maar toen ik als leraar begon was onze gulden een harde gulden en tweemaal die Nederlandse. Je kon er zoveel mee doen! Maar nu, ja .. U weet het zelf…’
zo ongeveer eindigde ons gesprek, en ik begreep dat onze man wel teleurgesteld moest zijn.
Vanzelfsprekend had ik hem andere antwoorden kunnen geven. Zoals: Ik zou graag minister wilden worden, ja. Vooral nu met die hoge salarissen waarmee deze regering zichzelf rijkelijk gezegend heeft. Zoiets lokt, ja. En in hoge mate als je iedere week weer een winkel met een soort koude schrik verlaat. Die prijzen zijn weer gestegen! O, o, en die winkelier lacht ook tegen je! En je vertelt over de royale beloften van onze breedsprakige president die wonderen belooft over de daling van de prijzen. Maar dan die koude wind over je. Nee, de prijzen zijn niet diep, diep gedaald, integendeel, ze blijven juist hard en geducht stijgen, klimmen, alsof ze naar een piek willen (bergbeklimmers opgelet!), een geweldige grote hoogte! En toch .. Ik? Minister worden? Om het grote geld in vergelijking met het niksje van ons arme sloebers?
Ach nee, ik wilde gewoon voor de klas staan, les geven en later van een pensioentje genieten. Want denk er echt om, vroeger hád je wat aan je pensioen! Ja, ja, echt!
Nu moet je er vaak iets bij doen. Ik bijvoorbeeld, ik moet schrijven, schrijven. Iets wat ik heel vroeger zelf dolgraag wilde. Leraar en schrijver, ja, dat. Of bankdirecteur en schrijver, zoals Herman Teirlinck in België lang geleden.
Maar hier bankdirecteur en schrijver? Nu zeker niet met al die valutaruzies en leningen en schulden, en die standjes die je misschien krijgt.
En toch heeft die man ook gelijk, want in dit leven moet je iets worden en geld verdienen om een gezin te kunnen stichten en te onderhouden ook.
Ja, ik moest al lopend tussen al die ontelbare mensen in die straten erkennen dat ik er niet van gedroomd had een rijk of groot man te worden. Maar dat is toch helemaal geen schande?
Als het land maar goed bestuurd wordt en je met het geld dat je verdient behoorlijk kunt rondkomen. En dat is op het ogenblik zeker niet het geval, ondanks alle beloften en alle toespraken die meer uit een soort feeënwereld schijnen te komen.
En in die feeënwereld zie je ze alleen maar vliegen. Niet staan, niet zitten. Nee, vliegen, vliegen doen die beloften. Je kunt ze gewoon niet grijpen!

Uit: Michaël Slory, Alsof men alles loslaat. Haarlem: In de Knipscheer, 2018. ISBN 978-90-6265-993-7

on 19.04.2020 at 11:58
Tags: /

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter