blog | werkgroep caraïbische letteren

Ik ga leven

door Jerry Dewnarain

Ik ga leven van Lale Gül staat onafgebroken al meer dan anderhalf jaar op de bestsellerlijst. Het boek is zo populair geworden dat er nu gesproken kan worden van een megaseller, iets wat door de uitgever van Ik ga leven, Mai Spijkers, als volgt wordt beschreven: ‘Als iets succesvol is, wordt het steeds succesvoller; iedereen wil het lezen, omdat iedereen het leest.’ Deze beschrijving doet denken aan het succes van het boek van Cynthia Mc Leod Hoe duur was de suiker? Dit boek werd een hit op de markt van niet-lezers. En de markt van niet-lezers, is volgens Spijkers, groter dan de markt van lezers.

Megaseller

Het succes van Güls boek is volgens Jörgen Apperloo, de lezer des Vaderlands (in Nederland), moeilijk te verklaren: ‘Het zit in de traditie van literatuur met Nederlandse moslimpersonages die zich losbreken van traditie en geloof.’ Volgens hem is Lale Gül niet de eerste schrijfster met een Turkse achtergrond ‘die een verstikkend milieu beschrijft.’ De vlogger stelt dat de eerste literaire golf van de tweede generatie schrijvers veel eerder begon. Zo noemt hij het boek Verkeerd verbonden (2006) van Samira Atari als voorbeeld. Wie achter dit pseudoniem staat, is tot heden niet bekend.

‘Sinds mijn boek te koop is, zit ik opgesloten in het appartement van mijn ouders omdat het te gevaarlijk is om de straat op te gaan. De islamitische gemeenschap is woedend. Ze zien mij als een islamhater die zich leent aan racisme en rechts Nederland. Ze zien mij als de duivel die hun dochters wil verleiden voor het kwaad te kiezen.’ (Algemeen Dagblad, 17 maart 2012)

Geen literaire hoogstand

Technisch bekeken is Ik ga leven geen hoogstaande literatuur, vindt Apperloo. Bestsellerboeken hebben een heldere opbouw. Volgens hem is dat niet het geval met het boek van Gül. ‘Het voelt zelfs rommelig en het bevat overbodige stukken zoals het vakantiegedeelte en een tenenknijpende dialoog tussen pubers. Ook zijn er debatten over vermoeiende, overmoedige levenswijsheden die ze poneert. Ook inhoudelijke inconsequenties komen er voor bijvoorbeeld wanneer ze opschept over haar seksuele kennis.’ Echter, Apperloo geeft ook toe dat Gül creatief met taal omgaat.  

Het boek heeft bij moslims in Nederland voor een enorme opschudding gezorgd. Zij vinden dat Gül een ongenuanceerd beeld schetst van hen als mens en van hun geloof. ‘Ook bij haar thuis is men allesbehalve blij, zegt ze. ‘Er zijn mensen die vragen: waarom woon je daar nog? Dat is echt een verdomd goeie vraag. Ik weet het ook niet, maar waar moet ik heen dan? Mijn ouders vinden het niet goed als ik uit huis ga, ook omdat ze zich zorgen maken om mijn veiligheid. Of het zou helpen om ergens anders te wonen, kan ik lastig inschatten.’ (Trouw, 9 maart 2021)

Meerwaarde

Het boek mag technisch bekeken door literatuurcritici niet in orde zijn, maar de schrijfster geeft ons een kijkje in het leven van de Nederlandse (Turkse) moslims. Hiermee wordt bedoeld dat ze ons veel informatie geeft over haar cultuur en religie. Maar wie is ‘ons’? Dat zijn wij allemaal die weinig weet hebben over de cultuur en religie van een bepaalde groep moslims. Dat was ook het doel van Multatuli toen hij zijn boek Max Havelaar schreef. Niet zomaar gebruikt Gül ook aan het begin van de roman een citaat van Multatuli (ze gebruikt er nog meer) namelijk: ‘Ik wil gelezen worden.’ Het boek is dus gericht aan hen die duidelijk weinig weten over deze groep mensen die in Nederland woont. Het beeld van de moslim aan de hand van de familie in dit boek wordt bevestigd of ontkracht.

‘Muziek mag niet, daten is verboden, het hebben van vrienden van het andere geslacht is onwettig, je leuk kleden en opmaken is ongepast, ’s avonds buiten zijn is niet geoorloofd, “vieze, immorele” films en series kijken is onaanvaardbaar (en dan bedoel ik geen porno, gewoon een film waarin wordt gezoend), het vieren van verjaardagen of andere heidense feestdagen mag niet, werken met mannen kan niet en ook uitgaan en feesten op festivals is verboden.’

Opvoeding

Opgroeien in een streng islamitisch gezin betekent voor Büsra: dingen stiekem doen. Stiekem make-up en sieraden dragen, laat thuiskomen, met jongens afspreken en alcohol serveren in een restaurant. Maar het betekent vooral: voortdurend vragen stellen.

Broedkip

‘Moet ik leven als een kamerplant? Moet ik in een huwelijk treden waar alle seks uit is geramd nog voordat het begonnen is, omdat mijn verwekkers een volstrekt humorloze, bloedeloze en Koranvaste lul voor mij hebben uitgekozen? En dan veranderen in een broedkip zoals alle vrouwen om me heen? En de rest van mijn bestaan op die manier slijten? Is dat waarvoor ik leef? Is God dan blij met mijn tragedie?’

Humor

In een ongekend eerlijk relaas onderzoekt Büsra met veel humor de grenzen van haar geloof en de gemeenschap waar ze in opgroeit. Als er iemand geen blad voor de mond neemt, is het Büsra wel.

Lale Gül (1997, Kolenkitbuurt, Amsterdam) studeert Nederlands aan de VU. Tot haar zeventiende ging ze in het weekend naar een Koranschool van Stichting Milli Görüş. In haar autobiografische debuutroman Ik ga leven betwist ze alles wat ze daar geleerd heeft en meer.

Lale Gül, Ik ga leven. Prometheus, Amsterdam. 2021. ISBN 978 90 446 4687 0.

[dWTL, 22 december 2022]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter