blog | werkgroep caraïbische letteren

Huurwaardebelasting – Leren van geschiedenis 80

door Hilde Neus

Regelmatig hoor je in Suriname: ‘Waarom verarmt de regering het volk steeds, laat ze het geld gaan halen waar het is’. Gronduitgifte is nog steeds een politieke zaak, en ‘vrienden en familie’ komen als eerste in aanmerking voor percelen. Zonder voorwaarden met daaraan condities verbonden. De enige manier om daar een halt aan te roepen is het openbaar maken van de gronduitgiftes. De dienst Glis (Grondinformatie en Land Informatie Systemen) zou een website moeten hebben waarop iedereen kan zien wie welke gronde waar heeft. Dan kunnen daar voorwaarden aan worden gesteld, zoals vroeger; je moest binnen 10 jaar een product verbouwen op een plantage, anders werd de grond ingetrokken. Voor de stad gold (volgens een verordening uit 1744) dat je binnen 1 jaar een huis gebouwd moest hebben op een uitgegeven stuk erf. In 1746 werd dit, na protest van enige bewoners, verlengd tot 1 ½ jaar.   

Louise van Panhuys, ong. 1815. Waterkant Paramaribo

Grond vroeger

De bepaling dat elke Surinamer recht had op een stuk grond is al heel oud. Iedereen die vrij was kon vroeger een perceel aanvragen. Zo ook vrijgekochte slaven, dus gemanumitteerde zwarte of gekleurde mannen en vrouwen. Op deze wijze verkregen zij erven in Paramaribo. In 1772 gold dat voor een groot aantal vrijgekochten, die in de twee korpsen dienden: het korps Zwarte Jagers, en het Korps Mulatten. Dit waren bijna vijfhonderd mannen die een stuk grond kregen op ‘Fri Man Gron’ en zich daar vestigden.

Wel was de voorwaarde dat je een perceel niet bloot mocht laten liggen, maar daar dus een huis op moest bouwen binnen een bepaalde tijd. Naarmate je rijker was, kon je je ook een groter huis permitteren, dat meer waard was dan wellicht een andere woning in de straat. Zo hadden gekleurde vrije mensen ook huizen in duurdere straten, voor de brand van 1821 wel te verstaan. In 1772 stond het Hoekhuis aan de Waterkant op naam van F.C. Stolkert, met een huurwaarde van f 1200. Het kleinere pand ernaast was f 960. Op het waterverfschilderij van Louise van Panhuys (ongeveer 1815) zijn naast het Hoekhuis enkele kleinere huizen te zien, en verderop in de straat ook. Nu bestaat de gehele Waterkant uit grote panden. De Vrije Charleteau had in 1772 een huis aan de linkerkant van de Saramaccastraat ter waarde van f 360.

Warranden voor percelen, in en buiten de stad

Oude perceelkaart Klipsteenstraat (Domeinkantoor)

Als iemand grond kreeg toegewezen werden er 4 warrands opgemaakt door de grondmeter. Dit zijn kaarten van de grond, met daarop vermeld de gegevens van de eigenaar, jaaraanduiding, grootte, ligging en naam van de landmeter. Zo wist de overheid precies welk stukje grond van wie was, en kon daar belasting op worden geheven. Bij verkoop van het perceel (met of zonder huis) werd dit op de warrand genoteerd, of eventueel een nieuwe perceelkaart vervaardigd. De eigenaar ontving zelf zo een kaart, de andere drie gingen naar de overheid voor hun administratie. Op het domeinkantoor zijn vele oude perceelkaarten opgeslagen. Architect Philip Dikland heeft deze gedigitaliseerd en op een website geplaatst. Deze vindt u onder het kopje ‘Cartografische informatie’ op de site: https://www.suriname-heritage-guide.com/ 

Huurwaardelijst

Het bezit van huizen en erven werd nauwkeurig geregistreerd bij het gouvernementssecretariaat. Dit was nodig omdat er belasting werden betaald over de huurwaarden van de huizen. Deze bedroeg 2%, zo rond 1750. Als de overheid geld tekortkwam, kon dit percentage worden verhoogd. En vervolgens weer teruggedraaid, als de eigenaars hard genoeg protesteerden. Net als nu ontvingen de eigenaren een aanslag, toen werd de taks wel 2 maal per jaar geïnd.      

En er werd vanuit gegaan, dat hoe duurder het huis was, hoe meer huurwaarde de eigenaar kon betalen, en dus hoe groter de aanslag. Ook moesten eigenaren het opgeven als zij pakhuizen in bezit hadden. En aangeven hoeveel huur zij zouden willen ontvangen voor hun huis, in het geval zij het zouden verhuren. Het gouvernement richtte een commissie op om de huizenlijst op te maken, deze werd overgedragen aan het Hof van Politie en Criminele Justitie. Mochten planters grote tuinen hebben in of buiten Paramaribo, dan betaalden zij aanvankelijk wel dubbel, maar na klachten over de tweede maal taks, werd deze kwijtgescholden. De debiteuren betaalden de interesse op het huis ‘ten behoeve van den lande’ aan de rekenmeesters.    

Met goede transparante administratie zou deze overheid aardig wat geld op kunnen halen aan huurwaardebelasting. Maar de politieke wil moet er zijn.

   

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter